Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
Grief 3richt zich tegen de overweging van de kantonrechter dat [appellant] en [betrokkene] zakenpartners zijn.
Grief 4richt zich tegen de door de kantonrechter aangenomen verbintenis van [appellant] om de belangen van [geïntimeerde] bij de verkoop van diens woning te dienen, en daarom ten minste te wijzen op de discrepantie tussen dat belang (waaronder: verhuur slechts tot het moment van verkoop) en het beding in de schriftelijke huurovereenkomst dat de huur voor onbepaalde tijd was aangegaan.
Grief 6bestrijdt het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] onvoldoende gelegenheid is geboden om kennis te nemen van de inhoud van de huurovereenkomst, en bestrijdt ook dat [geïntimeerde] daarvan geen kennis heeft genomen. Volgens
grieven 5, 7 en 8heeft de kantonrechter miskend dat de door [geïntimeerde] gestelde dwaling, die volgens [appellant], voor zover van toepassing, slechts het gevolg is van de eigen onoplettendheid van [geïntimeerde], voor diens eigen risico komt.
Grief 9richt zich tegen de veroordeling tot betaling van (achterstallige) huur/bedragen gelijk aan huur tot het moment van ontruiming.
Grief 10richt zich tegen de veroordeling tot betaling van schadevergoeding wegens schade aan de woning.
Ad 1.Foto 7 van productie 16 van [geïntimeerde] laat een plavuizen vloer zien, met een barst die loopt door twee tegels. [appellant] heeft niet voldoende gemotiveerd weersproken dat deze barst tijdens zijn gebruik van de woning en (dus) onder zijn verantwoordelijkheid is ontstaan. Voor de kosten van herstel daarvan is hij aansprakelijk. Foto 8 laat kennelijk dezelfde plavuizen vloer zien, maar geen barst.
Ad 2.Tussen partijen is niet in geschil dat [appellant] met [geïntimeerde] is overeengekomen dat hij de stoom-/douchecabine geheel zou vervangen (productie 4 bij de inleidende dagvaarding), wat ook is gebeurd. Voor zover [geïntimeerde] hierover klaagt, is die klacht ongegrond. Foto’s 1-6 en 24 van productie 16 van [geïntimeerde] laten de badkamer zien. Op foto’s 1, 4, 5 en 24 is een afkitting te zien van een badkuip, die kennelijk in de plaats is gekomen van de stoom-douchecabine. Deze afkitting ziet er amateuristisch uit, maar [geïntimeerde] heeft niet toegelicht dat dit schade aan de woning representeert. Voor welke overige provisorische oplossingen in de badkamer [geïntimeerde] [appellant] aansprakelijk houdt specificeert hij niet, en de foto’s maken ook niet duidelijk waarom het zou kunnen gaan. Op deze post is dus geen schade toewijsbaar.
Ad 3.Op de foto’s van productie 16 van [geïntimeerde] zijn diverse deuren met sloten te zien, maar welke deuren [appellant] nu volgens [geïntimeerde] extra heeft aangebracht specificeert hij niet. Van één deur is uit de foto’s voldoende duidelijk dat deze na de verhuizing van [geïntimeerde] naar [woonplaats] is geplaatst: de deur die te zien is op foto’s 11 en 12 onder de boogconstructie. Op de foto’s van productie 17, van voor de verhuizing, is ook een boogconstructie te zien, maar zonder deur. Voormalig buurvrouw [buurvrouw] heeft het er in haar schriftelijke verklaring (productie 19 van [geïntimeerde]) ook over dat het boogje in de woonkamer weg is. Tegen deze achtergrond heeft [appellant] onvoldoende betwist dat deze deur onder zijn verantwoordelijkheid is geplaatst. Voor de kosten van verwijdering hiervan is [appellant] aansprakelijk. Dat [appellant] nog meer deuren heeft geplaatst heeft [geïntimeerde], tegenover de betwisting van [appellant], onvoldoende onderbouwd.
Ad 4.[geïntimeerde] heeft geen foto’s of andere bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat in een van de kamers van zijn woning het plafond naar beneden is gekomen. De enkele omstandigheid dat de door hem overgelegde offerte van aannemersbedrijf [aannemer] “herstelwerkzaamheden plafonds” noemt, zonder nadere specificatie of bedrag, is hiervoor onvoldoende. Tegenover de betwisting van [appellant] dat hij schade aan de woning heeft veroorzaakt, heeft [geïntimeerde] deze post daarom onvoldoende onderbouwd.
Ad 5.Op foto 11 van productie 16 van [geïntimeerde] is één gat in een deur te zien. [appellant] heeft niet voldoende gemotiveerd betwist dat dit door hem of onder zijn verantwoordelijkheid is veroorzaakt. Voor de kosten van herstel hiervan is hij daarom aansprakelijk. Verdere gaten of scheuren zijn op de foto’s van productie 16 niet duidelijk te zien, en ook niet anderszins – tegenover de betwisting van [appellant] – voldoende onderbouwd. De enkele vermelding in de offerte van [aannemer] van “herstelwerkzaamheden plafonds”, zonder specificatie of bedrag, is wat dit betreft onvoldoende. Op deze post is dus geen schade toewijsbaar. Aan bewijslevering op deze onderdelen komt het hof niet toe; daartoe is onvoldoende gesteld dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist.
3.Beslissing
- veroordeelt [appellant] tot betaling van een voorschot op schadevergoeding wegens schade aan het gehuurde van € 750;
- bekrachtigt het bestreden vonnis voor het overige;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 3.003;
- verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af.