Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 26 februari 2018 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een of meer person(en), te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of een onbekend gebleven persoon van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, (op korte afstand) met een vuurwapen heeft geschoten op, althans in de richting van die [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en/of onbekend gebleven persoon, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 26 februari 2018 te Rotterdam [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of een onbekend gebleven persoon heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een vuurwapen gericht op genoemde perso(o)n(en) en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen geschoten in de richting van genoemde personen;
hij op of omstreeks 26 februari 2018 te Rotterdam [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend (op korte afstand) een vuurwapen voorgehouden aan en/of gericht op genoemde perso(o)n(en);
hij op of omstreeks 26 februari 2018 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III, onder 1 van de Wet Wapen en munitie of een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II, onder 2 van de wet Wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een pistool (merk Glock 19, kaliber 9mm) en/of (daarbij) voor dat wapen geschikte munitie (28 kogelpatronen), voorhanden heeft gehad.
hij op
of omstreeks26 februari 2018 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk
een of meer person(en), te weten[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/ofeen onbekend gebleven persoon van het leven te beroven,
althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,met dat opzet
meermalen, althanseenmaal
,(op korte afstand) met een vuurwapen heeft geschoten op, althans in de richting van die [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en
/ofonbekend gebleven persoon, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op
of omstreeks26 februari 2018 te Rotterdam [slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
(op korte afstand
)een vuurwapen
voorgehouden aan en/ofgericht op genoemde perso
(o)n
(en
);
hij op
of omstreeks26 februari 2018 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III, onder 1 van de Wet Wapen en munitie ofeen wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II, onder 2 van de wet Wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een pistool (merk Glock 19, kaliber 9mm) en
/of (daarbij)voor dat wapen geschikte munitie (28 kogelpatronen), voorhanden heeft gehad.
poging tot doodslag, meermalen gepleegd.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
18 (achttien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de proeftijd te melden bij Reclassering Nederland, regio Rotterdam-Dordrecht, Marconistraat 2 te Rotterdam, op door de reclassering te bepalen data en tijdstippen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van de forensisch psychiatrische polikliniek Antes of een soortgelijke instelling voor ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling of behandelaar zullen worden gegeven.
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde gedurende de proeftijd zal deelnemen aan een gedragsinterventie, bestaande uit een COVA-plus traject of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden, waarbij veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens de instelling die het traject verzorgt aan de veroordeelde zullen worden gegeven.
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd laat begeleiden door het Jongerenloket of een vergelijkbare instelling die hem hulp kan bieden bij een opleidingstraject, werk of een structurele dagbesteding, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
€ 1.436,38 (duizend vierhonderdzesendertig euro en achtendertig cent) bestaande uit € 436,38 (vierhonderdzesendertig euro en achtendertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
€ 1.436,38 (duizend vierhonderdzesendertig euro en achtendertig cent) bestaande uit € 436,38 (vierhonderdzesendertig euro en achtendertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
24 (vierentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) dagen.