ECLI:NL:GHDHA:2019:2959

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
12 november 2019
Publicatiedatum
8 november 2019
Zaaknummer
200.240.785-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep overheidsaansprakelijkheid en WOK-status in kentekenregister

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een besloten vennootschap tegen de Dienst Wegverkeer (RDW) over de publicatie van de WOK-status in het kentekenregister. De appellante, een commerciële partij die diensten verleent aan ondernemers in de autobezitsector, heeft schadevergoeding geëist van de RDW omdat zij meent dat de WOK-status, die aangeeft dat een voertuig 'wacht op keuren', misleidend is en een associatie oproept met ernstige schade aan voertuigen. De RDW heeft de WOK-status gepubliceerd zonder onderscheid te maken tussen verschillende soorten WOK-statussen, wat volgens de appellante onrechtmatig is. Het hof heeft de feiten vastgesteld en de grieven van de appellante beoordeeld. Het hof oordeelt dat de RDW niet onrechtmatig heeft gehandeld door de WOK-status te publiceren, aangezien deze status wettelijk is geregeld en de RDW de verkeersveiligheid dient. De appellante heeft geen bewijs geleverd dat de RDW de associatie met ernstige schade heeft gewekt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van de appellante af.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.240.785/01
Rolnummer rechtbank : 6361073 / RL EXPL 17-24970

Arrest van 12 november 2019

in de zaak van

de besloten vennootschap [naam onderneming] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: [appellante] ,
advocaat: mr. P.A.J.M. Lodestijn te Nijmegen,
tegen

het zelfstandig bestuursorgaan Dienst Wegverkeer,

gevestigd te Zoetermeer,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de RDW,
advocaat: mr. R.R. Oudijk te Amsterdam.

Het geding

[appellante] is tijdig in hoger beroep gekomen van het op 22 februari 2018 tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag, team kanton. Bij tussenarrest van 17 juli 2018 heeft het hof een comparitie van partijen gelast. De comparitie is op 25 september 2018 gehouden. Daarvan is proces-verbaal gemaakt, waarop partijen schriftelijk hebben gereageerd. Vervolgens heeft [appellante] een memorie van grieven, tevens houdende vermeerdering van de gronden van de eis, genomen, met producties, en dertien grieven tegen het vonnis geformuleerd. Bij memorie van antwoord, met producties, heeft de RDW de grieven bestreden. Op 7 oktober 2019 hebben partijen hun zaak mondeling bepleit, mede aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Ter gelegenheid van dit pleidooi zijn van te voren producties ingediend. Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep

Feiten
Tussen partijen staan onder meer navolgende volgende feiten vast.
1.1
[appellante] is een commerciële partij die diensten verleent aan ondernemers die zich bezig houden met verhuur, import en verkoop van auto’s. Zij handelt niet zelf (bedrijfsmatig) in auto’s.
1.2
De RDW is een zelfstandig bestuursorgaan dat taken uitvoert onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Zij verricht keuringen aan auto’s, geeft kentekenbewijzen af en beheert het kentekenregister.
1.3
Indien blijkt dat een voertuig niet voldoet aan de wettelijk gestelde eisen, kan de RDW een verbod tot rijden over de weg opleggen aan het betreffende voertuig. Daarvan maakt de RDW een aantekening in het kentekenregister. Tot 1 juli 2018 luidde die aantekening: “WOK (wacht op keuren)” (hierna ook: de WOK-status of WOK-vermelding). Sinds 1 juli 2018 vermeldt de RDW het verbod om op de openbare weg te rijden zonder de afkorting “WOK” te gebruiken (hierna: de VRW-vermelding).
1.4
Intern maakt de RDW onderscheid tussen een WOK1- en een WOK2-status vanwege het (her)keuringsproces. De WOK1-status geeft zij aan een voertuig met (ernstige) schade (art. 51a lid 3 sub d WVW) en de WOK2-status geeft zij aan een voertuig dat niet voldoet aan de permanente eisen (art. 51a lid 3 sub b WVW).
1.5
Een deel van de gegevens uit het kentekenregister, waaronder tot juli 2018 de WOK‑vermelding, maakt de RDW openbaar toegankelijk op zijn website https://ovi.rdw.nl/. Op deze website kan het kenteken van een auto worden ingetypt om verschillende gegevens van die auto te zien. Een ieder kan door raadpleging van dit openbare deel van het kentekenregister weten dat de auto niet op de openbare weg mag rijden.
1.6
Wanneer de RDW bij (her)keuren heeft geconstateerd dat het verbod tot rijden over de weg kan worden opgeheven (als de gebreken zijn hersteld en de RDW het voertuig heeft gekeurd), heft hij het verbod tot rijden over de weg op en verwijdert hij de vermelding dat het voertuig wacht op keuren uit het kentekenregister en het openbaar gemaakte deel van het kentekenregister. Via de website van de RDW is dan niet meer te zien of een auto in het verleden een WOK-vermelding had.
1.7
Tot 1 juli 2018 heeft de RDW bij het kenbaar maken van de WOK-status aan derden de volgende toelichting over “Wachten op keuren” gegeven:
“Voor een voertuig dat beschadigd is, of bij controle niet voldoet aan de technische eisen, kan de politie of de verzekeraar de melding “wacht op keuren” (WOK) in het register plaatsen. Alleen na een keuring door de RDW wordt deze melding verwijderd. Tot die tijd mag niet met het voertuig op de openbare weg gereden worden. Doet u dit wel, dan bent u in overtreding.”
Sinds 1 juli 2018 heeft hij daarbij de volgende toelichting gegeven:
“Verbod voor rijden op de weg
Een verbod wordt meestal opgelegd voor een van deze redenen:
1. Geregistreerde heeft zijn voertuig ondanks een oproep van de RDW niet laten keuren.
2. Het voertuig is dusdanig gewijzigd dat de RDW die wijzigingen eerst moet goedkeuren.
3. Het voertuig voldoet niet aan de permanente eisen.
4. Het voertuig heeft schade.
Het verbod kan alleen opgeheven worden na een keuring door de RDW. Tot die tijd mag u niet met het voertuig op de openbare weg rijden. Doet u dit wel, dan bent u in overtreding.”
1.8
Naast op de website https://ovi.rdw.nl/ plaatste de RDW sinds 2012 gegevens uit het openbare deel van het kentekenregister, waaronder tot juli 2018 de WOK-vermelding, op de website https://opendata.rdw.nl/ (hierna: de Open Voertuigdata). Deze website biedt de optie om gegevens in grotere aantallen te raadplegen en op te slaan.
1.9
Informatieproviders (de private marktpartijen die RDW-data bewerken en aan de markt leveren, waaronder VWE, A2SP en AutoData) en dataexploitanten verzamelen de informatie van deze site om autogegevens aan consumenten te verstrekken. In de praktijk presenteren zij daarbij de WOK-status ook nog wanneer deze al niet meer geldt en door de RDW uit het kentekenregister en het openbare deel van het kentekenregister is verwijderd. Informatieproviders en dataexploitanten vermelden dan dus de zogenoemde ‘historische WOK-status’. Bovendien presenteren zij de auto daarbij vaak als voertuig met schadeverleden, ongeacht waarvoor de WOK-status was verleend. Sinds 1 juli 2018 zet de RDW de WOK-status daarom (voorlopig) niet meer bij de Open Voertuigdata.
1.1
[appellante] is eigenaar geweest van een personenauto van het merk BMW met kenteken [kenteken] (hierna: de BMW). Deze BMW was daarvoor uit het buitenland geïmporteerd en bij de identiteitskeuring op 16 december 2014 is geconstateerd dat de BMW niet voldeed aan de gestelde permanente eisen voor een voertuig, zodat het verboden was ermee over de weg te rijden. De RDW heeft de WOK-status in het kentekenregister en op voornoemde websites vermeld. Het betrof intern een WOK2-status. Na herstel en (her)keuring mocht de auto weer op de weg.
Op 20 augustus 2015 heeft [appellante] aanspraak gemaakt op schadevergoeding met betrekking tot deze BMW. De RDW heeft daarop afwijzend gereageerd. In november 2015 heeft [appellante] de BMW verkocht.
1.11
[appellante] is eigenaar geweest van een personenauto van het merk Volvo met kenteken [kenteken] (hierna: de Volvo). Deze Volvo was uit het buitenland geïmporteerd. Bij de identiteitskeuring op 17 oktober 2016 is geconstateerd dat de Volvo een schadevoertuig was waarvoor een verbod tot rijden over de weg gerechtvaardigd was (WOK1). De RDW heeft de WOK-status in het kentekenregister en op voornoemde websites vermeld.
In 2017 heeft [appellante] aanspraak gemaakt op schadevergoeding met betrekking tot deze Volvo. De RDW heeft daarop afwijzend gereageerd. In augustus 2019 heeft [appellante] de Volvo verkocht. De (historische) WOK-status was toen niet meer kenbaar, zodat die niet bij de (ver)koopprijs is betrokken.
Vordering, grondslagen en vonnis
2.1
[appellante] heeft in deze zaak (na eisvermindering en vermeerdering van de gronden) gevorderd dat de RDW wordt veroordeeld om aan [appellante] € 10.000,- met rente en (na)kosten te betalen.
2.2
[appellante] heeft aan haar vordering het volgende ten grondslag gelegd, kort weergegeven en zoals in hoger beroep door [appellante] aangevuld:
-a- De term “WOK”, dus de WOK-vermelding, wordt geassocieerd met een zware schade. Door publicatie van de WOK-status zonder redengeving en zonder te onderscheiden tussen de WOK1- en de WOK2-status op de website van de RDW en in de Open Voertuigdata, heeft de RDW vanaf 2013 willens en wetens en op verwijtbare wijze de WOK2-voertuigen onder de associatie van een voertuig met zware schade gebracht. Medio 2018 bleek dat de RDW de misleiding heeft ingezien. De RDW handelde jegens [appellante] onrechtmatig omdat de informatieverstrekking misleidend en onzorgvuldig is en door nodeloos associatie(gevaar) een aan de RDW toe te rekenen schade teweegbracht.
-b- De publicatie van de WOK-status op de website en de Open Voertuigdata, zonder redengeving of onderscheid tussen de WOK1- en WOK2-status, is onrechtmatig omdat de WOK-status een gevoelig gegeven is in de zin van artikel 7, tweede lid van het Kentekenreglement. Ter zake van de Volvo gaf het bovendien niet de actuele situatie van de Volvo weer, omdat de schade al hersteld was.
-c- De door de RDW erkende informatieproviders fungeren als een gecontroleerde, verlengde arm van de RDW. Via de providers zet de RDW de actuele WOK-status (onrechtmatig) om in een permanente, historische WOK-status. De historische WOK-status blijft immers kenbaar (in elk geval tot juli 2018).
-d- De RDW maakt zich schuldig aan misbruik van recht en détournement de pouvoir, omdat de door de RDW veroorzaakte danwel gefaciliteerde (tot juli 2018) permanente publicatie van de (veelal historische) WOK-status in strijd is met doel en strekking van de Wegenverkeerswet en -regelgeving. De RDW laat zich hierbij leiden door het motief dat de permanente publicatie voor de importeur van het voertuig een stimulans oplevert om de BPM-aangifte te baseren op de waarde van het voertuig in herstelde staat in plaats van in de beschadigde staat van het voertuig op het moment van feitelijke invoer in Nederland vanuit een andere lidstaat van de EU. De WOK-status behoort het belang van de verkeersveiligheid en de milieubescherming te dienen, niet het fiscale belang van de Staat.
-e- De RDW handelt in strijd met artikel 30 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). De RDW werpt een verboden belemmering op voor de import van voertuigen die niet voldoen aan de permanente eisen of ernstig beschadigd zijn. Immers, wanneer de importeur zo’n auto eerst laat repareren en daarna in onbeschadigde toestand aanbiedt voor inschrijving in het Nederlands kentekenregister, krijgt de auto geen WOK-status, maar moet de importeur wel een hogere BPM betalen dan wanneer de hij de auto in beschadigde toestand aanbiedt en de daarbij behorende BPM afdraagt, waarop de WOK-status volgt.
-f- De door het onrechtmatig handelen geleden schade bedraagt voor de BMW € 4.132,23, zijnde de minderwaarde wegens de WOK-status en de communicatie daarvan. Voor de Volvo is (uiteindelijk) geen schade geleden door het handelen rond de WOK-status.
2.3
De RDW heeft de vorderingen gemotiveerd bestreden.
2.4
In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vorderingen afgewezen en [appellante] in de proceskosten veroordeeld.
de omvang van de grieven en (verdere) behandeling in hoger beroep
3.1
Ter zitting in hoger beroep heeft [appellante] aangevoerd dat de Volvo is verkocht en dat bij de Volvo geen schade is geleden door het in geding zijnde handelen van de RDW. Dat betekent dat de schadevergoedingsvordering moet worden afgewezen voor zover het betreft dat deel van de schade dat ziet op de Volvo.
Het hof zal de grieven en verweren daarom alleen verder beoordelen met het oog op de gevorderde vergoeding van schade met betrekking tot de BMW en de proceskosten.
3.2
De grieven richten zich tegen de feitenvaststelling (grieven 1 - 4), de weergave van de grondslag van de vordering (grief 3) en de beoordeling (grieven 4 - 13). Zij leggen het geschil in volle omvang aan het hof voor.
3.3
Het hof heeft hiervóór de feiten zelfstandig vastgesteld en de grondslagen van de vordering weergegeven, zoals die in dit hoger beroep naar voren zijn gekomen. Hetgeen partijen daarover hebben aangevoerd behoeft geen verdere bespreking. Het hof zal de overige grieven en verweren hierna gezamenlijk en per (deel)onderwerp beoordelen.
de beoordeling
Aantekening “WOK (wacht op keuren)” in het kentekenregister
4.1
Artikel 48 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de WVW) bepaalt dat inschrijving in het kentekenregister en tenaamstelling plaatsvindt op de door de RDW vastgestelde wijze. Vervolgens is in dat artikel wettelijk geregeld (in lid 7) dat bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in door de RDW te bepalen gevallen met een ingeschreven voertuig niet op de weg mag worden gereden.
4.2
Ter uitvoering van de WVW geldt het Kentekenreglement (hierna: KR). In artikel 38 van het KR is bepaald dat de RDW kan bepalen dat met een te naam gesteld voertuig niet op de weg mag worden gereden indien (naar het oordeel van de RDW) het voertuig niet voldoet aan een of meer van “de in artikel 51a, derde lid, onderdelen b, c, of d” van de WVW bedoelde (verschillende) eisen. Indien van zo’n situatie sprake is, moet de RDW daarvan een aantekening in het kentekenregister plaatsen (artikel 38, derde lid, KR). Op grond van de wettelijke regeling was het dus terecht dat de RDW een aantekening bij de BMW plaatste; de RDW had immers geconstateerd dat die auto niet aan de eisen voldeed.
4.3
Zoals hiervoor onder 1.3 en 1.6 is aangegeven, maakte de RDW dan de aantekening “WOK (wacht op keuren)”. De regelgeving eist niet een bepaalde weergave of differentiatie in het kentekenregister van de aantekening over de situatie van het niet voldoen aan de eisen. De aantekening vindt plaats op de door de RDW vastgestelde wijze.
4.4
Het hof oordeelt dat de WOK-aantekening in het kentekenregister niet fout of onzorgvuldig was. Het was voor iedereen die het kentekenregister raadpleegt (ook derden) duidelijk dat “WOK” slaat op “wacht op keuren” en dat het verboden is om met de auto over de weg te rijden wanneer in het kentekenregister is aangegeven dat de auto wacht op keuren; de RDW had dit bovendien uitdrukkelijk vermeld bij (de toelichting op) de gepubliceerde WOK-status. Deze aantekening en de daarbij gegeven informatie is inhoudelijk juist, want voor toestemming om met de auto op de weg te rijden moet men op de (her)keuring wachten en zolang de auto die keuring niet heeft gehad – en men dus nog wacht op het keuren – is het verboden om met de auto op de weg te rijden omdat hij niet aan de eisen daarvoor voldoet. Ook de regelgever heeft uitdrukkelijk kenbaar gemaakt dat auto’s van de RDW een – expliciet door de regelgever zo genoemde – “WOK-status” kunnen krijgen, dat dit wordt geregistreerd in het kentekenregister en dat de WOK-status inhoudt dat het voertuig niet mag rijden op de openbare weg totdat deze status is opgeheven doordat het voertuig (na herstel) een technische keuring goed heeft doorstaan (antwoord van de minister van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, Aanhangsel p.1 en 2; productie 4 bij memorie van antwoord).
4.4
[appellante] heeft niet gesteld dat de RDW andere gegevens over de BMW in het kentekenregister heeft opgenomen dan gegevens die de situatie van het moment weergaven, namelijk: dat men moest wachten op de keuring nadat bij (eerdere) keuring was geconstateerd dat de auto niet voldeed aan een of meer van de in artikel 51a, derde lid onder b of d WVW genoemde eisen. Vast staat dat de RDW de aantekening (telkens) weer uit het kentekenregister weghaalde direct na de (her)keuring waarbij was gebleken dat de auto weer over de weg mocht rijden omdat hij inmiddels aan de artikel 51a-eisen voldeed.
4.5
Gelet op het voorgaande mocht de RDW de WOK-vermelding doen en handelde hij niet onrechtmatig jegens [appellante] door “WOK(wacht op keuren)” bij de BMW als gegeven in het kentekenregister op te nemen.
openbaar making van (niet-)gevoelige gegevens
5.1
De RDW is wettelijk belast met de verstrekking van (gevoelige en niet-gevoelige) gegevens uit onder meer het kentekenregister (artikel 4, eerste lid onder i WVW). In artikel 43 van de WVW is bepaald dat niet-gevoelige gegevens aan iedereen mogen worden verstrekt en gevoelige gegevens alleen aan bepaalde personen en instanties. Met de gegevensverstrekking kan invulling worden gegeven aan het beginsel van vrije verstrekking van overheidsinformatie (memorie van toelichting bij de wijziging van de WVW, kamerstuk 2007-2008, 31 219, nr. 3).
5.2
Met artikel 7, derde lid, KR is geregeld dat niet-gevoelige gegevens alle gegevens zijn die niet op grond van het tweede lid als gevoelig zijn aangewezen. In artikel 9, tweede lid, KR staat – voorzover in dit hoger beroep van belang:
2. Als gevoelige gegevens worden aangewezen gegevens of combinaties van gegevens die zijn aan te merken als:
a. (…)
b. (…)
c. gegevens waarvan de verstrekking het risico van handelen in strijd met een wettelijk voorschrift met zich brengt waaronder in elk geval worden verstaan gegevens omtrent:
(…)
5°. voertuigstatus.
5.3
Naar het oordeel van het hof is de vermelding dat de auto wacht op keuren, niet een gegeven omtrent de voertuigstatus zoals dat bedoeld is in artikel 7 KR, tweede lid, sub c, 5°. Weliswaar wordt het woord “status” gebruikt (“WOK-status”), maar het gegeven dat er gewacht wordt op keuren geeft geen informatie over het voertuig prijs. Het duidt slechts op een (tijdelijke) periode van wachten op een keuring, tot welke keuring mensen niet met het voertuig op de weg mogen rijden. Concrete informatie over het voertuig, zoals wat voor voertuig het is en hoe het voertuig er tijdens dit wachten en rijverbod voor staat (zoals bijvoorbeeld of het behept is met een klein technisch mankement of helemaal in de prak is gereden) wordt niet met “WOK” geduid. “Wacht op keuren” zegt niets concreet over het voertuig zelf, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het “total loss” zijn, het verdwenen zijn, het chassisnummer of de kilometerstand van het voertuig, die door de minister van Verkeer en Waterstaat als voorbeeld zijn genoemd van gevoelige gegevens omtrent de voertuigstatus. Het enige waarop “WOK” duidt is dat het voertuig niet aan één of meerdere (blijft onbekend) van de eisen (welke van de vele blijft ook onbekend) van artikel 51a WVW voldoet. Ook blijft in het midden of de “WOK” een tijdelijke situatie is of niet – dat weet alleen degene die het voertuig al dan niet ter (her)keuring zal aanbieden –. “WOK” geeft daardoor geen voertuigstatus in de zin van artikel 7, lid 2, sub c, onder 5° KR weer.
5.4
De aantekening “WOK (wacht op keuren)” brengt ook anderszins geen risico van handelen in strijd met een wettelijk voorschrift met zich, zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid, KR (zoals bijvoorbeeld de aantekening van total loss, vermissing of diefstal wel mee kan brengen).
5.5
Daarenboven geldt dat het vanwege de aard van een WOK-status in de rede ligt dat de RDW de actuele WOK-status aan alle betrokkenen (zoals ook potentiële kopers) eenvoudig kenbaar maakt. Iedere betrokkene moet immers kunnen weten dat het voertuig niet op de weg mag rijden zolang er geen positieve (her)keuring heeft plaatsgevonden. Dit kan ontmoedigen met een auto te rijden waarmee dat verboden is. De verkeersveiligheid is er bij gebaat als mensen niet met voertuigen die niet aan de veiligheidseisen voldoen, over de weg rijden.
5.6
Op grond van het voorgaande komt het hof tot het oordeel dat de aantekening “WOK (wacht op keuren)” geen gevoelig gegeven is, zodat de RDW publiekelijk kenbaar mag maken dat een auto wacht op keuren wanneer de situatie is dat de auto gekeurd moet worden voordat hij de weg op mag.
(geen) misleiding door de RDW
6.1
Het hof verwerpt het betoog van [appellante] dat de RDW met de aantekening “WOK (wacht op keuren)” mensen heeft misleid door een associatie met ernstige schade aan het voertuig of met ‘schadevoertuig’ op te wekken. Immers, de aantekening “WOK (wacht op keuren)” is inhoudelijk juist. De RDW heeft bij het openbaar maken ervan uitdrukkelijk kenbaar gemaakt dat de melding “wacht op keuren” (WOK) geplaatst kan worden zowel bij een auto die beschadigd is als bij een auto die bij controle niet voldoet aan de technische eisen (zie hiervóór onder 1.7). De RDW heeft er dus juist expliciet op gewezen dat “WOK” geen bepaalde, specifieke informatie over het al dan niet bestaan van schade aan de auto aanduidt. [appellante] kan daarom niet aan de RDW verwijten dat hij met zijn WOK-status aantekening bij derden de associatie opwekt(e) dat er ernstige schade aan het voertuig is of dat het om een ‘schadevoertuig’ gaat. Reeds vanwege dit voorgaande is ook geen sprake van een misleidende omissie in de zin van artikel 6:193d BW door niet te differentiëren tussen WOK1 en WOK2 (nog daargelaten dat de RDW geen ‘handelspraktijk’ in de zin van art. 6:193a e.v. BW heeft).
6.2
Daar komt bij dat de RDW (onvoldoende betwist) heeft aangevoerd dat hij de WOK-status al sinds 1 mei 2009 aantekent in het kentekenregister en de publicatie daarvan in het openbare kentekenregister zonder daarbij onderscheid te maken tussen de WOK1- en de WOK2-status en ook ongeacht of het om een importauto of om een binnenlandse auto gaat. De stelling van [appellante] dat de RDW de associatie met ernstige schade heeft gewekt door vanaf 2013 (import)auto’s te voorzien van een niet nader gedifferentieerde WOK-status, kan het hof ook daarom zonder concrete toelichting, die niet is gegeven, niet volgen.
omzetting van WOK-status (niet) aan de RDW toe te rekenen
7.1
[appellante] heeft aangevoerd dat de RDW door de WOK-vermelding te publiceren, het tijdelijke “wacht op keuren” via zijn informatieproviders VWE, A2SP en RDC Nederland laat omzetten in een permanente WOK-status waarmee de RDW misbruik van recht maakt. Daartoe heeft zij er op gewezen dat de informatieproviders en de dataexploitanten die een WOK-vermelding in het open kentekenregister of de Open voertuigdata van de RDW hebben gevonden, deze informatie als historisch WOK-gegeven kunnen blijven weergeven of gebruiken. Daarmee wordt bewerkstelligd dat een auto wordt in- of verkocht als een auto die in het verleden (ernstige) schade heeft gehad. Deze historische WOK-status is ook zichtbaar gebleven met betrekking tot de BMW, aldus [appellante] .
7.2
Het hof stelt voorop dat de RDW zelf geen historische WOK-status publiceert. De RDW maakt slechts het actuele (en niet-gevoelige) gegeven dat een voertuig op keuren wacht, publiekelijk kenbaar. Zodra het voertuig positief is gekeurd en de WOK-status niet meer actueel is, haalt de RDW de WOK-vermelding weg uit het kentekenregister en de publicatie daarvan.
7.3
De informatieproviders en dataexploitanten verzamelen zelf (bedrijfsmatig) de gegevens die afkomstig zijn uit de diverse openbare bronnen (waaronder het door de RDW actueel gehouden kentekenregister) en zij verwerken die zelf. Hun handelen is daarom niet zonder meer aan de RDW toe te rekenen.
7.3
Het hof oordeelt dat er onvoldoende concrete feiten of omstandigheden zijn gesteld om vast te kunnen stellen dat de RDW aan informatieproviders en/of dataexploitanten opdracht geeft of heeft gegeven of (bindend) zou moeten geven om andere gegevens dan de gegevens die daadwerkelijk in het kentekenregister staan, te verwerken.
Op grond van artikel 9 en 14 KR zijn informatieproviders aangewezen aan wie (actuele) gevoelige gegevens ten behoeve van
bepaalde, aangewezen doeleinden worden verstrekt, maar het niet-gevoelige gegeven waarvan in deze zaak sprake is (de actuele WOK-situatie), mag vrijelijk worden gebruikt. De informatieproviders en dataexploitanten zijn private partijen. Niets wijst er op dat de RDW controle kan uitoefenen en zeggenschap heeft over de wijze waarop zij niet-gevoelige openbare informatie gebruiken. De stelling van [appellante] dat de informatieproviders en dataexploitanten als een gecontroleerde verlengde arm van de RDW functioneren via dewelke de RDW de actuele WOK-status omzet in een permanente WOK-status, is ongefundeerd.
7.4
Dat de RDW inmiddels (en kennelijk met enig succes) probeert tegen te gaan dat informatieproviders en dataexploitanten historische WOK-vermeldingen als schadeverleden presenteren, door de WOK-status niet meer in de Open Voertuigdata te vermelden en door telefonisch contact op te nemen als een WOK-status onjuist wordt weergegeven, betekent niet dat het aan de RDW is toe te rekenen wanneer informatieproviders of dataexploitanten WOK-vermeldingen anders of langer weergeven of anders gebruiken dan als een ‘wacht op keuren’-gegeven zoals dat door de RDW is gepubliceerd.
(geen) détournement de pouvoir of verboden import belemmering
8.1
[appellante] heeft aangevoerd dat de RDW door publicatie van de WOK-status het fiscale belang van de Staat dient en niet het belang van de verkeersveiligheid waarvoor zijn bevoegdheid is gegeven. De ongedifferentieerde publicatie van de (tijdelijke) WOK-status in de wetenschap dat deze status voor altijd aan het voertuig blijft kleven, komt volgens [appellante] neer op een (verkapte en verboden) heffing op de invoer van een in een andere lidstaat goedgekeurd en geregistreerd voertuig (zie onder 2.2 -d- en -e-).
8.2
Hiervoor, onder 5.1 en 5.5, heeft het hof reeds overwogen dat de RDW de WOK-status publiceert op grond van de verkeerswet en -regelgeving en dat zij dit doet in het belang van de verkeersveiligheid. De RDW heeft tot taak toezicht en controle uit te oefenen op de staat van voertuigen ter waarborging van verkeersveiligheid. Met het uitvoeren van de wettelijke regelingen dient de RDW het verkeersveiligheidsbelang. In dat licht is niet voldoende gesteld voor het oordeel dat de RDW een ander belang dient dan waartoe de Staat hem wettelijk heeft belast.
Dat de RDW zelf een fiscaal (of financieel) belang bij de WOK-vermelding heeft, is niet gesteld. Dat (wanneer, hoe of waarom) de RDW van een belastingdienst die de BPM-heffingen verzorgt, een instructie of opdracht heeft gekregen om door middel van het zichtbaar houden van publicaties over historische WOK-vermeldingen, voor een hogere importheffing zorg te dragen, is ook niet gesteld. En een en ander is zonder concrete toelichting ook niet aannemelijk.
8.3
De aantekening in het kentekenregister dat de auto “WOK (wacht op keuren)” (welke aantekening er alleen is wanneer daadwerkelijk is geconstateerd dat een auto niet aan de eisen van artikel 51a, derde lid, onder b, c of d WVW voldoet) is geen invoerrecht en vormt evenmin een heffing van gelijke werking als een invoerrecht, zoals bedoeld in artikel 30 VWEU. De - tijdelijke - aantekening, ingegeven door het belang van de verkeersveiligheid, dat het voertuig een keuring moet ondergaan met het daaruit voortvloeiende verbod de weg op te gaan, heeft niet het effect van een invoerrecht. Het is aan de eigenaar of verkoper van de auto te beslissen een voertuig aan te bieden dat aan de wettelijke eisen voldoet, in welk geval geen WOK-vermelding volgt. De situatie dat de RDW, zonder rechtvaardiging, geen rekening houdt met eventuele in andere lidstaten reeds uitgevoerde controles (zoals in de zaak C-297/05 bij het Hof van Justitie van de EG waarop [appellante] zich beroept), doet zich in deze zaak niet voor. Dat een auto die niet aan de eisen voldoet om daarmee over de weg te rijden een lagere waarde heeft dan een auto die wel aan alle eisen voldoet (zodat een importeur voor zo’n auto mogelijk minder BPM betaalt dan voor eenzelfde auto die wel aan alle eisen voldoet), is bovendien een gegeven dat geldt ongeacht welke aantekening de RDW daarvan maakt.
8.4
Dat het handelsverkeer op enig moment de associatie met mogelijk niet voor het voertuig geldende ernstige schade is gaan maken en die associatie is blijven maken, ondanks andersluidende informatie van de RDW, kan [appellante] niet als een (verkapte) import belemmerende maatregel aan de RDW verwijten. De RDW heeft geen associatie-maatregel genomen. Bovendien heeft de RDW stappen ondernomen (zoals veranderen van de aantekening van “WOK” in “VRW” en individuele telefonische benaderingen) om eventuele verkeerde associaties en misleidingen door het handelsverkeer tegen te gaan.
8.5
Het bewijsaanbod van [appellante] ziet niet op stellingen die, indien bewezen, tot toewijzing van de vorderingen kunnen leiden. Het hof passeert het bewijsaanbod daarom.
Slot
9.1
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van [appellante] jegens de RDW ongegrond zijn. De grieven falen. Het hof zal het vonnis bekrachtigen en [appellante] als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten van het hoger beroep, vermeerderd met de wettelijke rente daarover. Het hof zal deze kosten begroten inclusief de nakosten, zoals gevorderd.

Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het bestreden vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 22 februari 2018;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van de RDW begroot op € 726,- aan verschotten, € 4.296,- aan salaris voor de advocaat en op € 157,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 82,- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 82,-, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen.
- verklaart dit arrest voor wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. G. Dulek-Schermers, D. Aarts en T.R. Ottervanger en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 november 2019 in aanwezigheid van de griffier.