ECLI:NL:GHDHA:2019:432
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen buren over overlast door hondengeblaf en geluidsisolatie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen buren over overlast veroorzaakt door het geblaf van honden. Appellant, die zeven honden houdt, is in eerste aanleg door de kantonrechter veroordeeld om het aantal honden te beperken tot twee. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Het hof heeft in een tussenarrest van 7 augustus 2018 geoordeeld dat de vorderingen van de geïntimeerde met betrekking tot de verwijdering van beplantingen en een dakrand ongegrond zijn, maar dat de honden van appellant onrechtmatige hinder veroorzaken. Het hof heeft appellant de keuze gelaten om ofwel het aantal honden terug te brengen tot twee, ofwel geluidsisolatie aan te brengen aan de muur tussen de woningen om de overlast te beperken.
In de procedure na het tussenarrest hebben beide partijen aanvullende stukken ingediend. Appellant heeft een rapport overgelegd van een geluidsisolatie-expert, waaruit blijkt dat een geluidsreductie van ten minste 5,5 dB moet worden bereikt. Geïntimeerde heeft echter ook een rapport overgelegd dat stelt dat de isolatie van de muur onvoldoende zal zijn zonder aanvullende maatregelen. Het hof heeft geoordeeld dat de keuze tussen het terugbrengen van het aantal honden of het aanbrengen van geluidsisolatie blijft staan, maar dat de norm voor de geluidsisolatie moet worden vastgesteld op basis van het geluidsniveau in de woning van de geïntimeerde.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd voor zover het appellant verplichtte het aantal honden te beperken tot twee. In plaats daarvan is appellant veroordeeld om, naar keuze, het aantal honden te beperken tot twee of de muur te isoleren zodat het geluidsniveau met ten minste 5,5 dB wordt verminderd. Tevens is een termijn van zes maanden gesteld voor het treffen van de maatregelen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor het geval appellant in gebreke blijft.