9.2.Vergrijpboete loonheffingen
Over de correcties met betrekking tot de ter beschikking gestelde auto's zijn wij
voornemens naast de naheffingsaanslagen een vergrijpboete op te leggen op grond van
artikel 67f van de AWR en de paragrafen 25 en 28 van het BBBB. De feiten en
omstandigheden op grond waarvan wij deze vergrijpboete voornemens zijn op te leggen
betreffen:
Inhoudingsplichtige is bekend met de fiscale regelingen dat voor een ter beschikking
gestelde auto het privégebruik moet worden bijgeteld, tenzij uit een sluitende
rittenregistratie, aanwezigheid van een door de Belastingdienst aan de werknemer
afgegeven 'verklaring geen privégebruik auto' of op een andere overtuigende wijze blijkt
dat minder dan 500 kilometer privé met de auto is gereden. Dat inhoudingsplichtige bekend
is met de fiscale regelingen inzake auto's is onder andere af te leiden uit het gegeven dat
getracht is een sluitende rittenregistratie bij te (laten) houden.
Inhoudingsplichtige heeft verklaard dat de auto's ter beschikking zijn gesteld en meerdere
werknemers in de auto's hebben gereden. Er is niet aangetoond dat er niet meer dan 500
kilometer per kalenderjaar privé is gereden met de auto's.
Uit de administratie is onder andere gebleken dat de auto(s) regelmatig voor onderhoud
en/of reparatie bij de garage hebben gestaan, maar dit komt nergens tot uiting in de
kilometerregistratie. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat er geen sprake is van
een sluitende kilometerregistratie. Een rit, zakelijk dan wel privé, dient te allen tijde in dè
rittenregistratie te worden aangegeven.
Voorts is gebleken dat er bij één ter beschikking gestelde auto een te lage fiscale bijtelling
heeft plaatsgevonden. Een verklaring daarvoor is niet aan te geven.
Inhoudingsplichtige heeft op grond van voornoemde opmerkingen voor de auto's ten
onrechte geen of een te lage fiscale bijtelling toegepast.
De regelingen met betrekking tot de verplichtingen bij het ter beschikking stellen van een
bedrijfsauto zijn algemeen bekend. De genoemde onderwerpen worden uitvoerig toegelicht
op de internetsite van de Belastingdienst en ook in onafhankelijke media worden er
regelmatig artikelen aan gewijd.
Belanghebbende heeft de (loon)administratie laten verzorgen door een adviseur. Ook bij
het samenwerken met een adviseur mag worden verwacht dat de inhoudingsplichtige
controleert of er rekening is gehouden met de juiste bijtelling wegens het privé gebruik
auto.
Door niet (volledig) te controleren terwijl inhoudingsplichtige redelijkerwijs had moeten of
kunnen begrijpen dat dit tot een onjuiste of onvolledige aangifte zou leiden, is niet de
vereiste zorg in acht genomen. Inhoudingsplichtige had moeten begrijpen dat hierdoor het
risico bestond dat te weinig belasting zou worden geheven of betaald.
Uit de feiten blijkt dat er sprake is van grove schuld. Grove schuld is een laakbaarheid aan
opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en omvat mede grove onachtzaamheid. Daarbij
kan gedacht worden aan "laakbare slordigheid" of "ernstige nalatigheid".
De boete bedraagt 25% van het bedrag van de te weinig ingehouden en afgedragen belasting.”