Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
een of meertijdstip
(pen
)in de periode van 1 april 2013 tot en met 1 juli 2015 te Utrecht
en/of Amsterdam,
gemeente Utrecht en/of Amsterdam en/of elders in Nederland, in strijd met een zijn bij of krachtens een wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de inlichtingenverplichting op grond van artikel 25 Werkeloosheidswet (WW),
(telkens
)opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan het UWV, immers heeft verdachte
(telkens
)verzuimd aan het UWV te melden dat door hem werkzaamheden zijn verricht en
/ofinkomsten heeft genoten, waardoor over
het jaar/de jaren 2013 en
/of2014 en
/of2015
(maandelijks)door het UWV uitbetalingen zijn gedaan, in het kader van de toegekende WW-uitkering, op de bankrekening van verdachte, waarop hij, verdachte, geen recht had, terwijl hij
wist ofredelijkerwijze had moeten vermoeden dat deze gegevens van belang waren voor de vaststelling van zijn
of een andersrecht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten
haarzijnrecht op een WW-uitkering op grond van de Werkeloosheidswet, dan wel voor de hoogte of de duur van de voornoemde verstrekking of tegemoetkoming, zulks terwijl
dit/deze feit
(en
)kon
(den
)strekken tot bevoordeling van zichzelf
of een ander; Artikel 227b Sr juncto artikel 25 WW.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.