In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, ging het om een hoger beroep van een appellant tegen de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.D. Senders, had in eerste aanleg gevorderd dat de gemeente zou worden verplicht om een boom in een gemeentelijk plantsoen te verwijderen, omdat deze onrechtmatige hinder zou veroorzaken door het wegnemen van licht en het gevaar voor omwaaien. De rechtbank had in eerste aanleg echter niet in de door de appellant gevorderde zin beslist.
Het hof heeft in deze zaak de Second Opinion-procedure toegepast, waarbij partijen voorafgaand aan de mondelinge behandeling hadden verzocht om toelating tot deze procedure. Beide partijen hebben de benodigde SO-formulieren ingevuld en ondertekend, waarmee zij instemden met de procedure. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de stukken uit de eerste aanleg en de grief van de appellant.
Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en het bestreden vonnis bekrachtigd. De appellant werd veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die beperkt zijn tot het door de gemeente betaalde griffierecht van € 741,-. De uitspraak vond plaats op 24 maart 2020, en het arrest werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.