2.2.Het gaat in deze zaak om het volgende:
Bij akte van borgtocht van 27 december 2006 heeft [geïntimeerde] zich jegens de bank voor een bedrag van maximaal € 70.000,-- borg gesteld voor de voldoening van al hetgeen Life Products International B.V. (verder: Life Products) en Founders-DBI B.V. (verder: Founders) aan de bank schuldig mochten zijn of worden uit welken hoofde ook, al of niet in rekening-courant en al of niet in het gewone bankverkeer (verder: de akte van borgtocht, of: de borgtocht).
Ten tijde van het aangaan van de borgtocht was [geïntimeerde] bestuurder en aandeelhouder van Roxico Investments (verder: Roxico). Roxico was 40% aandeelhouder van Life Products.
Op 18 januari 2007 is door Life Products en Founders een offerte van de bank voor een kredietfaciliteit van € 3.250.000,00 voor akkoord ondertekend (verder ook: de kredietovereenkomst). Het betrof een rekening-courant-krediet, een rentevastlening en een borgstellingskrediet. Het borgstellingskrediet was een lening onder gedeeltelijke borgstelling van de Staat. In de offerte is een aantal zekerheden, waaronder een “hoofdelijke medeschuldenaarstelling LPI Holding B.V.” (verder: LPI) en een “pandrecht op risicopolis op leven [betrokkene 1]”, vermeld, dat ten behoeve van de bank zou worden gevestigd. Life Products en Founders waren hoofdelijk aansprakelijk voor de kredietfaciliteit.
Op 7 september 2009 is Founders in staat van faillissement verklaard. In de brief van de bank aan de curator van 7 september 2009 is vermeld dat de bank per faillissementsdatum in totaal van Life Products en Founders € 1.077.163,14 te vorderen heeft.
Op 20 januari 2010 is Life Products in staat van faillissement verklaard.
Op een vervangend exemplaar van een afschrift van de zakelijke lening van Life Products met nummer 66.09.67.936 van 29 juli 2014 is een debetsaldo van € 526.927,25 vermeld.
Bij brief van 22 september 2014 heeft (de incassogemachtigde van) de bank [geïntimeerde] als borg aangeschreven tot betaling van een bedrag van € 70.000,00. Volgens deze brief bedraagt het totaal door de hoofdschuldenaar verschuldigde saldo € 526.927,25. Bij brief van 26 maart 2015 heeft (de incassogemachtigde van) de bank [geïntimeerde] in gebreke gesteld en vermeld dat het door de hoofdschuldenaar verschuldigde bedrag € 464.830,35 bedraagt.
[geïntimeerde] heeft als borg niet betaald.