Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.[appellante 1],
2. [appellant 2],
3. [appellant 3],
4. [appellante 4],
1.Het verdere verloop van het geding
2.Beoordeling van het hoger beroep
uit 2010, hof) duidt op de inwerking van glyfosaat en carfentrazone (Spotlight).
zoals Roundup en Spotlight, hof) worden in planten in de meeste gevallen omgezet, waardoor de concentratie van de herbicide daalt na toepassing.
- [getuige 6] heeft verklaard dat als de tank leeg is, er toch altijd nog wat spuitvloeistof – zo’n veertig liter – in de machine achterblijft die niet meer verspoten kan worden omdat de pomp op een gegeven moment lucht gaat zuigen. De spuitvloeistof zit dan nog in de pomp, de leidingen en de filters en die spuitvloeistof wordt verwijderd door de tank te spoelen. Als de spuitmachine dan niet goed wordt gereinigd, zal er sprake zijn van startschade. Dit scenario heeft zich hier niet voorgedaan. Immers, de door de rechtbank benoemde deskundigen hebben te kennen gegeven dat zij het niet aannemelijk achten dat de veldspuit, dat wil zeggen uitsluitend de spuitbomen, onvoldoende zijn gereinigd, omdat in dat geval bij het gewas pioenrozen een aflopend schadebeeld zichtbaar moet zijn geweest. Daarvan was hier geen sprake.
- Nu het schadebeeld zich op het gehele perceel openbaarde, zou dit kunnen worden verklaard doordat zich in de tank van de veldspuit een (restant) spuitvloeistof met glyfosaat en carfentrazone heeft bevonden. Dat impliceert dat de spuitmachine in het geheel niet zou zijn gereinigd. Dit is kennelijk het scenario dat de door de rechtbank benoemde deskundigen voor ogen hadden. Zij verklaren het schadebeeld immers door als uitgangspunt te nemen dat het bij [geïntimeerde] ging om zeer lage doseringen, waardoor de typische verkleuringen zoals die bij normale doseringen glyfosaat zichtbaar zijn, zich op het perceel van [geïntimeerde] niet hebben voorgedaan. Echter, het hof acht ook in dat geval aannemelijk dat er een vorm van startschade waarneembaar moet zijn geweest, al dan niet in de vorm van de “typische verkleuringen” die bij hogere doseringen zichtbaar zouden kunnen zijn. Immers, in de eerste meters moet in dat geval met een hogere concentratie Roundup en Spotlight zijn gespoten (namelijk het bestrijdingsmiddel dat nog in de spuitarmen en leidingen aanwezig was en dat niet verdund was met Collis en slootwater), dan op de rest van het perceel. Kortom, het hof is van oordeel dat er geen overtuigende verklaring is gegeven voor het feit dat er op het perceel van [geïntimeerde] geen startschade is aangetroffen.
- Er zijn geen resten glyfosaat en/of carfentrazone boven de detectiewaarde aangetroffen in de monsters. Dit vormt een aanwijzing dat [appellant 2] niet heeft gespoten met een bestrijdingsmiddel dat is vervuild met Roundup en Spotlight, hoewel het ook denkbaar is dat de tank van de spuitmachine niet is schoongemaakt en dat daarin Roundup en Spotlight is achtergebleven die niet zijn gedetecteerd, omdat deze onder de detectiewaarde lagen. De verklaring die de door de rechtbank benoemde deskundigen hebben gegeven is dat Roundup nu eenmaal moeilijk detecteerbaar is. Het hof acht die verklaring niet zonder meer overtuigend. Immers, [getuige 4] heeft als getuige verklaard dat hij, als het gaat om monsters die een of twee weken na het veroorzaken van de schade zijn genomen, nog nooit heeft meegemaakt dat het lab de werkzame stoffen niet meer kon detecteren. Ook uit de verklaring van [rapporteur] volgt dat detectie van Roundup (althans van het afbraakproduct) goed mogelijk is als de analyse betrekkelijk kort na de bespuiting plaatsvindt, zoals hier is gebeurd.
- Het feit dat bij de analyse van de zwarte ton glyfosaat en carfentrazone is aangetroffen, is niet van doorslaggevende betekenis. De uitkomst van deze analyse kan er weliswaar op wijzen dat het restant bestrijdingsmiddel, dat [appellant 2] op 17 april 2010 in de zwarte ton heeft gedeponeerd, deze stoffen bevatte. Maar het is evengoed mogelijk dat deze stoffen al op een eerder moment in de zwarte ton hebben gezeten, omdat het ook na reiniging van de ton nog mogelijk is glyfosaat en carfentrazone aan te treffen.
- Er zijn alternatieve schadeoorzaken aanwijsbaar, zoals schade door onkruidbestrijdingsmiddelen of door groeistof. Verder is denkbaar dat de schade is veroorzaakt door structuurbederf van de grond en/of aaltjes, al dan niet in combinatie met het gebruik van – op zichzelf voor pioenrozen onschadelijke – bestrijdingsmiddelen.
- De kosten van de procedure bij de rechtbank Noord-Holland worden begroot op € 3.529,- aan griffiegeld, kosten voor het deskundigenbericht ten bedrage van € 26.240,91 en € 5.584,- voor het salaris van de advocaat;
- De kosten van de procedure bij het hof Amsterdam worden begroot op (€ 5.160,- + € 77,84 =) € 5.237,84 aan verschotten en € 7.896,- voor salaris advocaat.
- De kosten van de procedure bij dit hof betreffen, afgezien van de taxen voor de getuigen ten bedrage van in totaal € 730,-, uitsluitend het salaris advocaat. Daarvoor zal tarief V worden toegepast (€ 3.278,- per punt), wat neerkomt op € 18.029,-.