Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 5 oktober 2021
[geïntimeerde] ,
Het geding
De zaak in het kort
Beoordeling van het hoger beroep
Artikel 4: Juridische overdracht
Ik heb gisteren een dossier doorgestuurd mbt gegevens. Hebben jullie hier voldoende aan of eventueel aanvulling nodig voor het zakelijk inkomen?
Zoals eerder telefonisch besproken de afwijzing voor de heer [appellant 1] . Op het moment onvoldoende inkomen aangetoond om een hypotheek van € 393.000 te kunnen dragen.”
(..)
“ [appellant 1] heeft begin april ons gevraagd om de cijfers en aangiften 2017 af te ronden en die van 2018 op te stellen voor hem en zijn vrouw privé, zijn onderneming [naam onderneming] en iBM Holding (…). Daarbij heeft hij aangegeven dat dit voor een financieringsaanvraag liefst binnen een week klaar zou moeten zijn. Het op- en samenstellen van de cijfers en aangiften 2018 was vanwege de omvang bewerkelijker dan wat binnen één week gedaan kon worden. Uiteindelijk zijn de laatste stukken rond eind april opgeleverd.”
grief Iop tegen het oordeel van de rechtbank dat zij zich niet voldoende hebben ingespannen om een financiering te verkrijgen. Zij voeren in dat verband mede aan dat de rechtbank een onjuiste, althans te beperkte, uitleg heeft gegeven aan artikel 18 lid 3 van de koopovereenkomst. Zij voeren voorts aan dat de rechtbank hen ten onrechte niet heeft toegelaten tot het bewijs van hun stellingen.
Grief IIis gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat het beroep op matiging van de boete moet worden afgewezen. De grieven
III, IV, V en VIkomen op tegen de verschillende veroordelingen die door de rechtbank zijn uitgesproken.
Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- wijst de vorderingen van [geïntimeerde] af;
- veroordeelt [geïntimeerde] tot terugbetaling van € 40.468,- te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 jul 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellant 1] c.s. tot op heden begroot op € 102,96 aan explootkosten, € 760,- aan griffierecht en € 2.163,- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af.