Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
waarschijnlijker”wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. Het getalsmatige equivalent van het oordeel “waarschijnlijk” tot “veel waarschijnlijker” is in de ordegrootte bewijskracht - naar het hof begrijpt - op grond van de standaard door het NFI hieraan gerelateerde bandbreedte vastgesteld op 10-100 enerzijds tot 100-10.000 anderzijds.
veel waarschijnlijker”wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is. Het getalsmatige equivalent van het oordeel “veel waarschijnlijker” is in de ordegrootte bewijskracht - naar het hof begrijpt - eveneens op grond van de standaard door het NFI hieraan gerelateerde bandbreedte (blijvend) vastgesteld op 100-10.000.
(het hof begrijpt: het slachtoffer). Dat is allemaal meegenomen onder de hypothese dat de verdachte gereanimeerd heeft en dat het slachtoffer ook daadwerkelijk geëxpireerd heeft. Daar is evenwel geen bewijs voor; die en andere bijpassende sporen zijn niet aangetroffen op de kleding van de verdachte en op de plaats delict. Behalve het expiratiepatroon is de verwachting ook dat in geval van reanimatie speeksel en slijmdraden in de bloedspatjes worden aangetroffen. Ook die zijn in casu niet aangetroffen, terwijl dat wel zou moeten worden aangetroffen in geval van reanimatie, aldus nog steeds de deskundige Meijrink. [14]
hij
in ofomstreeks
de periode van04 december 2017
tot en met 5 december 2017te Vlaardingen
, opzettelijk en met voorbedachten rade, althansopzettelijk, een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte
opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althansopzettelijk, die [slachtoffer] meermalen
(met kracht
)met een hard voorwerp
tegen/in het gezicht en/of tegen/op het hoofd geslagen, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] (op 5 december 2017) is overleden.
doodslag.
Na de dood van het slachtoffer heeft de verdachte geen enkele verantwoording genomen voor zijn daad en heeft hij geen openheid van zaken willen geven over hetgeen zich in de avond van 4 december 2017 heeft afgespeeld in de woning.
- Medicijnen € 22,51
- Begrafeniskosten € 6.177,45
- Kosten bijzetten € 556,--
- Extra kosten verwerping € 707,85
- Verwerping erfenis € 1.521,53
- Parkeerkosten € 216,70
- Kosten OV € 11,76
- Benzinekosten € 311,17
binnen de grenzen van zijn eerste vorderingvoegen. Dat betekent dat het gevorderde bedrag in hoger beroep het oorspronkelijk gevorderde bedrag niet kan overstijgen noch nieuwe schadeposten mag inhouden (HR:2011:BP1279). Dit betekent dat de benadeelde partij ten aanzien van de post ‘extra kosten verwerping’ niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
verwerping erfenisstrekken ter afwikkeling van de nalatenschap van de overledene. Deze kosten zijn niet als kosten van lijkbezorging in de zin van artikel 6:108 lid 2 BW toewijsbaar, nu deze kosten niet in rechtstreeks verband staan met het begraven van de overledene. [30] Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij voor dit gedeelte van de gevorderde kosten niet-ontvankelijk is. Deze vordering kan in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
medicijnen, parkeer- en benzinekosten en kosten OV(naar ziekenhuis, crematorium, psycholoog, apotheek en Slachtofferhulp) zijn thans niet toewijsbaar. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij voor dit gedeelte van de gevorderde kosten niet-ontvankelijk is. Deze vordering kan in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
parkeer- en benzinekostenals gevolg van het bijwonen van de zitting in eerste aanleg, onder proceskosten moet worden geschaard - zoals hierna vermeld - en niet als materiële schade kan worden aangemerkt, om welke reden dit deel van de gevorderde materiële schadevergoeding zal worden afgewezen.
- Rouwstuk € 80,--
- Huren metaaldetector € 58,56
- Parkeerkosten € 239,--
- Reiskosten € 946,04
huren metaaldetector, parkeer- en reiskosten(naar ziekenhuis, politie, crematorium, adres [adres], advocaat, notaris, Slachtofferhulp, etc) zijn thans niet toewijsbaar. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij voor dit gedeelte van de gevorderde kosten niet-ontvankelijk is. Deze vordering kan in zoverre bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
parkeer- en reiskostenals gevolg van het bijwonen van de zitting in eerste aanleg, onder proceskosten moet worden geschaard - zoals hierna vermeld - en niet als materiële schade kan worden aangemerkt, om welke reden dit deel van de gevorderde materiële schadevergoeding zal worden afgewezen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
126 maanden(tien jaar en zes maanden).
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij A]
€ 6.733,45 (zesduizend zevenhonderddrieëndertig euro en vijfenveertig cent) bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 352,58 (driehonderdtweeënvijftig euro en achtenvijftig cent) aan materiële schade,af.
€ 352,58 (driehonderdtweeënvijftig euro en achtenvijftig cent).
€ 6.733,45 (zesduizend zevenhonderddrieëndertig euro en vijfenveertig cent)bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij B]
€ 80,-- (tachtig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 645,93 (zeshonderdvijfenveertig euro en drieënnegentig cent) aan materiële schade, af.
€ 645,93 (zeshonderdvijfenveertig euro en drieënnegentig cent).
€ 80,-- (tachtig euro)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.