Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 9 november 2021
VVMZ East European Investment Services B.V.,
AKRO Consulting B.V.,
Het geding
De beoordeling van het hoger beroep
BV[hof: VVMZ]
:
When possible, projects will be contracted by sro
For management support VVMZ will invoice to VVMZ sro an amount of € 215,000.= per year. (…)”
en ikzelf die per direct willen doorvoeren. (…)
VVMZ sro wordt uitgefaseerd en op termijn opgeheven. Aandeelhoudersstructuur blijft gelijk
Aandeelhouders gaan zelfstandig verder
[bestuurder Akro][hof: [bestuurder Akro]]
en [aandeelhouder VVMZ 1] gaan verder met de activiteiten en klanten waarmee zij momenteel zelf actief samenwerken en waartoe zij zelf het initiatief hebben genomen.
[bestuurder SDG][hof: [bestuurder SDG]]
gaat zelfstandig verder met eigen activiteiten en klanten waar hijzelf momenteel actief mee samenwerkt en waartoe hij zelf het initiatief heeft genomen. [bestuurder SDG] maakt geen gebruik meer van VVMZ sro en haar naam (per direct).
Contracten van VVMZ sro die lopen met bestaande klanten worden zsm overgezet naar de eigen entiteit van de aandeelhouder. Gestreefd wordt om alle nieuwe contracten direct met de eigen entiteit te contracteren en niet meer met VVMZ sro.
Geldstromen binnen VVMZ sro worden tot een minimum beperkt en alleen door [aandeelhouder VVMZ 1] en [bestuurder Akro] gedaan.
Interne en externe mededeling omtrent nieuwe situatie. Doel is voorkoming van
(…) Na twee uur bedenktijd in de file vind ik dat ik die vergadering maar door moet zetten (…). Verder denk ik dat het sowieso goed is om die punten op de agenda te bespreken. (…) tot morgen! (…)” (zie 2.12);
medeaandeelhouderis van Pro4CE en van VVMZ s.r.o., onrechtmatig jegens VVMZ heeft gehandeld waarbij geldt dat VVMZ slechts debiteur van VVMZ s.r.o. is. Evenmin aannemelijk is geworden dat Akro – die slechts 40% van de aandelen in VVMZ s.r.o. houdt en 59% van de aandelen in Pro4CE - de “feitelijk (instructie)machthebber” is bij VVMZ s.r.o. en Pro4CE. Gelet op de betwisting door Akro van deze stellingen, heeft VVMZ deze onvoldoende onderbouwd.
ernstig verwijt. Of hieraan voldaan is moet worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval, zoals de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, de taakverdeling binnen het bestuur, de gegevens waarover de bestuurder beschikte ten tijde van de hem verweten beslissing of gedraging (Hoge Raad 10 januari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2243 (Staleman/Van de Ven). Bij de vervulling van zijn taak moet de bestuurder zich richten naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming en mag hij niet deelnemen aan de besluitvorming indien hij daarbij direct of indirect een persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap (art. 2:239 lid 5 en 6 BW). Het wettelijk uitgangspunt is dat er binnen het bestuur sprake is van collegiale besluitvorming (art. 2:239 lid 1 BW). Weliswaar is een interne taakverdeling mogelijk maar ook bestuurders zijn jegens elkaar gebonden aan de redelijkheid en billijkheid van art. 2:8 BW.
Beslissing
in zoverre opnieuw rechtdoende:
- verklaart voor recht dat Akro zich jegens VVMZ heeft schuldig gemaakt aan onbehoorlijke taakvervulling als bedoeld in artikel 2:9 BW en dat Akro aansprakelijk is ter zake van onbehoorlijk bestuur voor de daardoor door VVMZ geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- veroordeelt Akro in de kosten van het geding in eerste aanleg (in reconventie), aan de zijde van VVMZ begroot op € 2.172,-, en op € 163,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 85,- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 85,-, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen;
- bekrachtigt het vonnis voor het overige;
- bepaalt dat partijen ieder de eigen kosten dragen van het geding in hoger beroep;
- verklaart dit arrest voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het anders of meer gevorderde.