2.1[appellant] heeft in hoger beroep een tweede partijdeskundige ingeschakeld, [partijdeskundige 2] (hierna: [partijdeskundige 2] ). [partijdeskundige 2] heeft de woning van [appellant] op 16 december 2019 bezocht en op 27 januari 2020 rapport uitgebracht (hierna: [rapport 2] ). Daarin staat onder meer het volgende (p. 5-7):
“2. De schadeoorzaak
Uit de overgelegde stukken blijkt dat in de woning [adres 2] , een doorbraak is gemaakt in de voormalige buitenmuur hetgeen thans binnenmuur is nadat eerder een uitgebreide verbouwing was uitgevoerd en aan de rechterzijgevelzijde de woning over de gehele diepte was verbreed en verlengd. De verdiepingsvloeren rusten op de binnenspouwbladen en bij werkzaamheden aan de deze bouwmuren zal hierbij zeker beweging ontstaan.
Deze bewegingen transporteren trillingen naar de overige bouwonderdelen zijnde het
binnenspouwblad van de ankerloze spouwmuur.
Alhoewel de woning op palen van circa 300 cm zijn gefundeerd met hierop een strokenfundering is het niet te voorkomen dat schade kan/kon ontstaan in de naastgelegen woning [van [appellant] ] (…).
De verdiepingsvloer van de naastgelegen woning (van [ [appellant] ]) zal zich hierdoor eveneens licht zetten en de krachten afgeven op de onderliggende constructie zijnde respectievelijk de bouwmuur en het binnenblad van de spouwmuur aan de zijde van [adres 3] .
Hierbij is het niet van belang of de woningen zijn gescheiden aangezien de trilling door alle bouwdelen en de ondergrond zich zullen verplaatsen.
De scheurvorming is telkens gemeld aan [Innerwood] waarna dezelve met de eigenaar/principaal alsmede de constructeur de ontstane schaden hebben opgenomen/getoond.
In de bouwmuur aan de zijde van [adres 2] is een verticale haarscheur ontstaan in het gesausde c.q. geschuurde stucadoorswerk.
In de tegenoverliggende binnenspouwblad is eveneens een verticale haarscheur ontstaan hetgeen is te verklaren doordat op deze plaats een dilatatie aanwezig dient te zijn i.v.m. de lengte van deze binnenmuur.
Muren van meer dan 7,00 m1 dienen te worden gedilateerd omdat, bij wisselingen van temperatuur, de wanden uitzetten en hierdoor zelf scheurvorming veroorzaken.
Vrijwel zeker is ter hoogte van de verticale scheur een dilatatievoeg aanwezig.
In de binnenmuur in de hal op de begane grond is een verticale haarscheur zichtbaar vanaf de bovenzijde van het binnendeurkozijn tot het plafond.
Aangezien dit een zeer trilling gevoelige plek is door het niet aanwezig zijn van een latei, hetgeen ook hier nooit wordt toegepast, zal de bovenliggende constructie van gasbetonblokken bij enige trilling scheuren.
Ditzelfde is te constateren op de eerste verdieping waarbij op de lijmverbinding van de
gasbetonblokken een deels horizontale en deels verticale scheurvorming zichtbaar is.
Dit is eenvoudig te verklaren doordat deze binnenmuur op de verdiepingsvloer rust die trillingen heeft doorgeven aan de binnenmuren die op zwakke punten zijn gescheurd.
In de garage op de begane grond is in de muur een horizontale scheur zichtbaar waarbij op de bovengelegen verdieping blijkt dat hier twee muren "koud" haaks op elkaar gemetseld zijn. Door trilling zal deze zwakke plek dan ook op de begane grond doorscheuren. (…)
(…)
Het schildersbedrijf heeft schriftelijk aangeven dat de genoemde werkzaamheden zijn uitgevoerd en heeft vastgesteld/verklaard dat de muren geen gebreken vertoonden.
Verklaring hiervan is in bezit van partijen.
(…)
Wij achten in deze, gelet op de deskundigheid van [Innerwood] in deze verantwoordelijk voor de ontstane schade temeer ook werd verzuimd om een zgn. nulmeting uit te laten voeren hetgeen bij constructieve aanpassingen zeker is te adviseren/verplicht te stellen om te voorkomen dat de andere partij (…) de veroorzaakte schaden dient aan te tonen. (…)”
[partijdeskundige 2] heeft de herstelkosten begroot op € 9.350,- inclusief btw.
De procedure in eerste aanleg