ECLI:NL:GHDHA:2021:976

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
5 maart 2021
Publicatiedatum
27 mei 2021
Zaaknummer
2200290918(herstel)
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeslissing in strafzaak met betrekking tot schadevergoeding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 5 maart 2021 een herstelbeslissing genomen op een eerder gewezen beschikking. De beschikking betrof een verzoekschrift dat was ingediend op grond van artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering, waarbij een fout in de berekening van de schadevergoeding werd geconstateerd. De verdachte, die momenteel verblijft in de PI Middelburg, had een verzoek ingediend via zijn advocaat, mr. J. de Vries. Het hof constateerde dat de eerdere beschikking een rekenfout bevatte, waardoor het toe te kennen bedrag niet correct was vastgesteld. Het hof heeft vastgesteld dat het bedrag dat aan de verzoeker toekwam € 35.876,75 diende te zijn, wat 65% van een eerder berekend bedrag was.

De herstelbeslissing houdt in dat het hof het dictum van de eerdere beschikking verbetert en het juiste bedrag toekent aan de verzoeker. Het hof heeft het verzoek tot herstel toegewezen en de tenuitvoerlegging van de beschikking bevolen, waarbij het bedrag van € 35.876,75 uit 's Rijks kas aan de verzoeker zal worden betaald. De beslissing is ondertekend door de voorzitter en de leden van het hof die de oorspronkelijke beschikking hebben gewezen.

Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de mogelijkheid van herstel van fouten in eerdere uitspraken benadrukt, evenals de procedurele waarborgen die zijn ingebouwd in het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

AV-nummer: 000541-20
Rolnummer: 22-002909-18

Gerechtshof Den Haag

meervoudige raadkamer

Herstelbeslissing

van een beschikking op een ter griffie van dit gerechtshof ingekomen verzoekschrift op grond van artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend namens:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] te [geboortedatum], adres: [adres], thans verblijvende in de PI Middelburg, in deze zaak woonplaats kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. J. de Vries, aan de Falckstraat 15-29 te 1017 VV Amsterdam.
Het hof heeft geconstateerd dat deze beschikking een onmiddellijk kenbare fout bevat, die zich voor eenvoudig herstel leent (vgl. HR 12 juni 2012,
ECLI:NL:HR:2012:BW1478 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2012:BW1478)).
Voormelde beschikking bevat namelijk een rekenfout. Het door het hof toe te kennen bedrag dient namelijk € 35.876,75 te zijn, zijnde 65 % van € 55.195,- (de optelsom van 3 x € 105,- en 686 x € 80,-).
Op grond van het vorenstaande zal het hof het dictum van de beschikking van 5 maart 2021 verbeteren als hierna te melden.
HERSTELBESLISSING:
Het hof:
Herstelt het dictum in voormeld arrest in dier voege dat dit dient te luiden:
Wijst het verzoek toe met dien verstande dat aan de verzoeker uit ’s Rijks kas een schadevergoeding wordt toegekend tot een bedrag van in totaal
€ 35.876,75 (vijfendertigduizend achthonderdzesenzeventig EURO en vijfenzeventig EUROCENT).
Wijst af het meer of anders verzochte.

BEVELSCHRIFT VAN TENUITVOERLEGGING

Beveelt de tenuitvoerlegging van vorenstaande beschikking en de betaling uit ’s Rijks kas door de griffier van dit hof van een bedrag van
€ 35.876,75 (vijfendertigduizend achthonderdzesenzeventig EURO en vijfenzeventig EUROCENT)

ten gunste van de verzoeker [verdachte],

op het door zijn advocaat, mr. J. de Vries, opgegeven bankrekeningnummer [gegevens], onder vermelding van [verdachte]/533Sv.
Den Haag, 5 maart 2021
De voorzitter,
T.B. Trotman
Deze beslissing is gegeven door mrs. Trotman, Ferenschild en Leliveld, zijnde de leden van het hof die voormelde beschikking hebben gewezen, en ondertekend door de voorzitter, op 5 maart 2021.