Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/628130 KG ZA 21-949
1.HAP Nieuwe Maas B.V.,gevestigd in Bleskensgraaf,
[verweerder 2],
wonend in [woonplaats],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 10 februari 2022, waarmee DSW in hoger beroep is gekomen van het vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 13 januari 2022 (hierna ook: het bestreden vonnis), met producties 10-15;
- de memorie van antwoord;
- de schriftelijke toelichtingen van partijen, die van DSW met producties 16-17.
3.Feitelijke achtergrond
2. De feiten
4.De beoordeling
5.De beslissing
4.Procedure bij de voorzieningenrechter
primair:tot het geven van inzage aan de door de rechtbank in het tussenvonnis van 14 oktober 2020 benoemde deskundigen, in de gegevens als genoemd in 5.2. van het dat vonnis, althans in (1) dagrapporten/journaals inclusief toelichtingen, bijlagen en aantekeningen van [huisarts] uit de periode van 1 januari 2010 - 31 december 2012 en (2) de patiëntendossiers van patiënten waarvan [huisarts] in die periode behandelend arts was;
subsidiair:tot het verstrekken van afschriften aan DSW van alle gegevens zoals die worden genoemd in 5.2 van het vonnis van 14 oktober 2020, waaronder in elk geval (1) alle dagrapporten inclusief toelichtingen, bijlagen en aantekeningen, van [huisarts] uit de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2012 en (2) alle patiëntendossiers van alle patiënten waarvan [huisarts] in die periode behandelend arts was, waarbij geldt dat DSW deze bescheiden slechts zal inzien voor zover dat noodzakelijk is om de deskundigen in staat te stellen om het door de rechtbank bevolen onderzoek uit te voeren.
- voor zover het patiënten betreft die in die periode bij DSW verzekerd waren, en dat nog steeds zijn;
- een en ander met inachtneming van 4.3. van bedoeld vonnis;
- onder de voorwaarde dat DSW vooraf schriftelijk aantoont dat die patiënten DSW toestemming hebben verleend voor eventuele inzage in hun patiëntdossier, met dien verstande dat dit toestemmingsvereiste niet geldt voor inmiddels overleden DSW-verzekerden;
met compensatie van de proceskosten tussen partijen.
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Heeft DSW spoedeisend belang bij de door haar gevraagde voorziening?
eerste lidvan deze bepaling kan wie daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij partij is, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.
derde lidvan het door DSW ingeroepen artikel 843a Rv. Volgens dit derde lid is wie uit hoofde van zijn ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht is, niet gehouden aan de vordering te voldoen, indien de bescheiden uitsluitend uit dien hoofde te zijner beschikking staan of onder zijn berusting zijn.
Tussenconclusie: partiële toewijzing van de vordering tegen HAP Nieuwe Maas
Verdere modaliteiten
7.Beslissing
- vernietigt het bestreden vonnis voor zover DSW niet-ontvankelijk is verklaard in haar vordering tegen HAP Nieuwe Maas;
- veroordeelt HAP Nieuwe Maas tot het geven van inzage aan de door de rechtbank in de procedure tussen DSW en [huisarts] in het tussenvonnis van 14 oktober 2020 benoemde arts-deskundige Schrooyen en, voor zover deze aldus beslist, aan accountant-deskundige Oskam, in (1) de dagrapporten/journaals inclusief toelichtingen, bijlagen en aantekeningen van [huisarts] uit de periode 1 januari 2010 - 31 december 2012 en (2) de patiëntendossiers van patiënten waarvan [huisarts] in die periode behandelend arts was, steeds voor zover het gaat om patiënten die in de periode waarop de gegevens betrekking hebben bij DSW waren verzekerd voor ziektekosten en voor zover arts-deskundige Schrooyen, in het kader van de door haar en Oskam te verrichten steekproeven, hierom concreet vraagt;
- verklaart dit arrest in zoverre uitvoerbaar bij voorraad;
- bekrachtigt het bestreden vonnis wat betreft de compensatie van de proceskosten en voor zover de vordering tegen [verweerder 2] daarin is toegewezen, zij het in tijd beperkt tot en met 31 maart 2022, en vernietigt het voor zover de toegewezen vordering betrekking heeft op de periode vanaf 1 april 2022;
- wijst de vorderingen voor het overige af;
- compenseert de proceskosten van het hoger beroep tussen DSW en HAP Nieuwe Maas aldus, dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
- veroordeelt DSW in de kosten van het hoger beroep van [verweerder 2], tot op heden begroot op nihil.