In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 juni 2023 een arrest gewezen in hoger beroep, waarin het hof een deskundige benoemt om onderzoek te doen naar de door de geïntimeerde, een B.V., gestelde fraude door de appellant. Dit arrest volgt op een tussenarrest van 20 september 2022, waarin het hof al had overwogen dat een deskundigenbericht noodzakelijk was. De partijen hebben in de tussentijd akten genomen en de advocaten zijn op de hoogte gesteld van de voorgenomen benoeming van de deskundige. De appellant heeft aanvullende vragen voorgesteld, maar het hof heeft deze niet overgenomen, omdat de verbanden met de te onderzoeken fraude onduidelijk bleven. Het hof heeft de deskundige, een forensisch accountant, verzocht om onderzoek te doen naar de financiële transacties van de appellant en de rol die hij daarin heeft gespeeld. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 12.100,-, te betalen door de geïntimeerde. De raadsheer-commissaris, mr. R.J.F. Thiessen, is benoemd om toezicht te houden op het onderzoek. Het hof heeft bepaald dat de deskundige zijn werkzaamheden zelfstandig zal verrichten, maar onder leiding van de raadsheer-commissaris indien nodig. De zaak is verwezen naar de rol voor deskundigenbericht, waarbij de deskundige zijn bevindingen moet rapporteren.