Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 15 maart 2021, waarmee Duthler in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 16 december 2020;
- de memorie van grieven van Duthler, met bijlagen;
- het arrest van dit hof van 27 juli 2021, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 oktober 2021;
- de memorie van antwoord van De Indruk, met bijlagen;
- de brief met een akte houdende eiswijziging die Duthler ter gelegenheid van de hierna te noemen mondelinge behandeling heeft ingediend.
3.Feitelijke achtergrond
Onder meer schreef Duthler op 27 november 2018:
De bezetting van de opleidingscapaciteit van Duthler Academy wordt verdubbeld (…) en de omzet wordt verviervoudigd;
(…)”
zijn en de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Indien De Indruk daar behoefte aan heeft, is mijn cliënte bereid om deze werkzaamheden na akkoord bij vooruitbetaling te voldoen.”
de volledige beschikking over haar website zou krijgen. Om dit te bewerkstelligen zou uw cliënte[hof: De Indruk]
ervoor zorgen dat de website naar de internetomgeving van XEL zou worden gemigreerd, dat zij de inloggegevens zou overdragen aan mijn cliënte en dat de website na migratie adequaat zou functioneren”.
4.Procedure bij de kantonrechter
- nietigverklaring van de Regeling vanwege een wilsgebrek, ontstaan door misbruik van omstandigheden (art. 3:44 BW),
- veroordeling van De Indruk tot terugbetaling van € 11.250,-, met handelsrente,
- ontbinding van de overeenkomsten voor het realiseren van de websites en het Mixed mediaplan,
- veroordeling van De Indruk tot terugbetaling van € 78.740,- met handelsrente,
- veroordeling van De Indruk tot betaling van schadevergoedingen en
- veroordeling van De Indruk tot betaling van de proceskosten met nakosten.
5.Vorderingen in hoger beroep
- vernietiging van het vonnis,
- veroordeling van De Indruk tot terugbetaling van wat Duthler op grond van het vonnis aan De Indruk heeft betaald (€ 15.911,79) met handelsrente;
- veroordeling van De Indruk tot terugbetaling van de eerste betalingstermijn van € 11.250,- met handelsrente,
primair:
- ontbinding van de overeenkomsten voor de realisatie van de website van het NPE, van de Academywebsite en van het Mixed Mediaplan,
- veroordeling van De Indruk tot betaling van € 19.235,24, € 11.954,80 en € 47.550,- ter nakoming van de verbintenissen tot ongedaanmaking van die overeenkomsten,
- veroordeling van De Indruk tot betaling van de schade die Duthler heeft geleden als gevolg van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomsten en schending van de zorgplicht, nader op te maken bij staat,
- vernietiging van de overeenkomst ten behoeve van de realisatie van het Mixed Mediaplan, op grond van dwaling ex artikel 6:228, eerste lid onder a BW, en
- veroordeling van De Indruk tot terugbetaling van wat Duthler op grond daarvan onverschuldigd heeft betaald (zijnde € 77.983,78 of € 47.893,78),
6.Beoordeling in hoger beroep
Vaststelling van feiten (grief 1)
Hoe krijgen wij wel het resultaat; en
Ik moet zoeken naar financiering.”
Analyse en verdere vervolg volgen na betaling (…)”.
We zien de rest ook graag tegemoet”.
over het factuurbedrag van € 29.534,04Duthler betaalt € 22.500,- tegen finale kwijting aan De Indruk (laatste bod zie 3.8 en acceptatie daarvan zie 3.9) waarbij betaling zal plaatsvinden in twee termijnen van € 11.250,- uiterlijk op 30 september en 30 november 2019 (zie 3.9 en 3.10) en
over de door De Indruk te verrichten werkzaamhedenIn plaats van dat De Indruk tegen betaling van € 87,50 per uur verder voor Duthler werkt, zullen partijen afspraken maken over de verdere werkzaamheden door De Indruk (voorwaarde van Duthler, zie 3.9; aanvaarding door De Indruk, zie 3.10). Afspraken over nieuwe dienstverlening kunnen pas worden gemaakt nadat de afgesproken betalingen voor de reeds verrichte werkzaamheden zijn afgewikkeld (voorwaarde van De Indruk, zie 3.10; aanvaarding door Duthler, zie 3.11). Verdere werkzaamheden in het kader van de bestaande dienstverlening (websites en het onderhoud daarvan, met uitzondering van MYOBI) zal De Indruk op opdrachtbasis ofwel op basis van een strippenkaart uitvoeren, en zal Duthler bij vooruitbetaling voldoen, zolang het schikkingsbedrag nog niet geheel is voldaan (voorstel van Duthler, zie 3.11; precisering en bereidverklaring door De Indruk, zie 3.12).
met De Indruk afspraken te maken over het oppakken van de verdere dienstverlening” als voorwaarde voor acceptatie van het bod van De Indruk (zie 3.9) en De Indruk liet diezelfde dag weten bereid te zijn om daarover afspraken te gaan maken, met dien verstande dat zij “
de huidige kwestie inclusief de afgesproken betalingen” eerst afgerond wilde hebben, alvorens zij nadere werkzaamheden zou gaan verrichten (zie 3.10). De advocaat van Duthler heeft hierop geantwoord dat over nieuwe dienstverlening afspraken konden worden gemaakt nadat alles was afgewikkeld en dat werkzaamheden in het kader van bestaande dienstverlening na akkoord bij vooruitbetaling konden worden voldaan (zie 3.11). Met de precisering hiervan en bereidverklaring hiertoe door De Indruk (zie 3.12) waren de door Duthler als voorwaarde gestelde afspraken over verdere dienstverlening een feit. Partijen hebben niet afgesproken dat De Indruk (bepaalde) diensten zonder vooruitbetaling al zou verrichten vóórdat Duthler € 22.500,- betaald had. Dat vroeg Duthler ook niet van De Indruk. Integendeel, partijen spraken juist af dat Duthler de werkzaamheden vooruit zou betalen. De opmerking van de advocaat van Duthler dat het haar “
voor de hand liggend” leek dat de websites beschikbaar moesten zijn en dat de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden moesten worden uitgevoerd, moet in dat licht worden bezien: De Indruk zou hier alleen bij vooruitbetaling zorg voor dragen.
wellicht ten overvloede–” op had gewezen dat de betalingstermijnen fatale termijnen waren. Voor verdere werkzaamheden op afspraak zou Duthler vooruit betalen. In plaats van tijdig te betalen en vooruit te willen betalen gaf Duthler te kennen dat zij niet zou betalen voordat De Indruk werkzaamheden verrichtte.
nahet aangaan van de Regeling, hoorde dat de migratie naar Xel van de Academywebsite die al in 2018 was overeengekomen, nog steeds niet gereed was, terwijl De Indruk haar ten onrechte schreef dat zij daarvoor moest betalen (in oktober 2019 door de Indruk begroot op € 1.140,-, 12 uren). Als Duthler eerder had geweten dat de integratie niet ging lukken en ook de migratie naar Xel niet, had zij eerder maatregelen kunnen nemen, maar in plaats van verwachtingen te temperen, schroefde De Indruk die nog wat op, aldus Duthler.
Overzetten Academy naar Xel.nl hosting” nog op de voorlopige planning van januari 2019. In alle e-mails van januari 2019 van De Indruk aan Duthler is het “
Duthleracademy.nl overzetten naar Xel.nl” nog uitdrukkelijk als openstaand actiepunt genoemd. In de e-mail van eind januari schreef De Indruk onder “
Hosting overzetten” dat eerst terugkoppeling van Coachview moet plaatsvinden en dat het voor De Indruk wachten is op terugkoppeling door de medewerkster van Duthler. Dat bij Coachview het een en ander niet goed is gegaan blijkt uit de (vele) e-mails die Duthler in de maanden februari tot mei 2019 aan De Indruk heeft gestuurd. In geen van de (overgelegde) e-mails heeft De Indruk aan Duthler laten weten dat de Academywebsite naar Xel was overgezet. Dat overzetten is ook nergens (zichtbaar) van de lijst met openstaande actiepunten verwijderd. Bovendien schreef Duthler zelf in haar e-mail van 14 november 2019 aan De Indruk dat al ‘begin 2019’ (dus ruimschoots voor het aangaan van de Regeling) bleek dat de migratie naar Xel niet was uitgevoerd en dat daarna iedere actie door De Indruk is stilgelegd. Duthler stelt wel dat De Indruk op 26 maart 2019 bevestigde dat de website naar Xel was gemigreerd, maar de e-mail waarnaar zij ter onderbouwing daarvan verwijst, vermeldt alleen dat de NPE-website “
momenteel erg traag” bij Xel draait. Over de Academywebsite vermeldt de e-mail niets over migratie naar Xel, laat staan dat inmiddels succesvol was gemigreerd.
grote verbazing” uitte dat dat toen nog niet was gebeurd. Haar beroep dat De Indruk haar daarover niet goed had voorgelicht en zij bij het aangaan van de Regeling dwaalde, is ongegrond.
7.Beslissing
bepaalt dat binnen veertien dagen na de dag van betekening van deze uitspraak aan deze kostenveroordeling moet zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;