ECLI:NL:GHDHA:2024:2497
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- J.A.M.J. Janssen-Timmermans
- A. de Lange
- J.J.H.M. van Gennip
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens onjuiste betekening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 4 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 27 februari 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1997 te [geboorteplaats], had een dagvaarding ontvangen om ter terechtzitting in hoger beroep te verschijnen. Echter, tijdens de zitting bleek dat de betekening van deze dagvaarding niet correct had plaatsgevonden. De dagvaarding was niet verzonden naar het bekende buitenlandse adres van de verdachte in Frankrijk, zoals vereist door artikel 36e van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor was de dagvaarding nietig verklaard, omdat de verdachte niet op de juiste wijze was opgeroepen om te verschijnen. Het hof heeft in zijn beslissing vastgesteld dat de dagvaarding in hoger beroep nietig is, wat betekent dat de zaak niet verder behandeld kan worden in hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.