Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 2 februari 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 30 november 2022;
- de memorie van grieven van [appellant] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord van de Politie, met bijlagen;
- de akte namens appellant, met een bijlage.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
II. voor recht verklaart dat de Politie onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld doordat door de Politie zonder wettelijke grondslag informatie is ingebracht en verstrekt aan ConfisQ, FIU, FINANCIAL INTELLIGENCE CENTER (FIC Rotterdam), VAR (VeiligheidsAlliantie regio Rotterdam) en RIEC-partners (gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland, Openbaar Ministerie, Politie, Belastingdienst, Belastingdienst/Toeslagen, Douane, Fiscale inlichtingen en opsporingsdienst (FIOD), Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), Koninklijke Marechaussee, Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), waarbij tevens instemming ex artt. 9 lid 3 en 10 lid 5 Wpg van de officier van justitie ontbrak;
Subsidiair:III. voor recht verklaart dat de Politie onrechtmatig jegens [appellant] heeft gehandeld;
6.Beoordeling in hoger beroep
paper trailbeschikbaar is. [12] Het belang van [appellant] bij de beoordeling van die klacht is er klaarblijkelijk in gelegen dat hij in de tegen hem lopende strafrechtelijke procedure kan controleren of de betrokken instanties zich aan de voorschriften hebben gehouden. De rechtsbescherming door de burgerlijke rechter heeft echter geen betrekking op vorderingen die partijen uitsluitend instellen met het oog op de procesvoering in de rechtsgang bij een andere rechter. [13] Ook in zoverre is [appellant] dus niet-ontvankelijk in zijn vorderingen.
.
7.Beslissing
en in zoverre opnieuw recht doende:
- verklaart [appellant] in zoverre niet-ontvankelijk;
- bekrachtigt het vonnis voor het overige;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van de Politie begroot op € 2.175,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellant] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- bepaalt dat als [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-.
- verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.