ECLI:NL:GHDHA:2024:2663
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van onroerende zaak te Alphen aan den Rijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Alphen aan den Rijn is vastgesteld. De Heffingsambtenaar had de waarde op 1 januari 2021 vastgesteld op € 1.150.000 voor het jaar 2022. Belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de Heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 oktober 2024 is de zaak besproken. Belanghebbende stelt dat de Heffingsambtenaar niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen onder de Wet WOZ en dat de vastgestelde waarde te hoog is. De Heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de waarde een matrix overgelegd, waaruit blijkt dat de waarde is bepaald door vergelijking met andere woningen. Het Hof oordeelt dat de Heffingsambtenaar aan zijn bewijslast heeft voldaan en dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd.