ECLI:NL:GHDHA:2025:1119

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
17 juni 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
200.348.825/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einde dienstbetrekking en rechtsgeldigheid ontslag op staande voet in arbeidsovereenkomst

In deze zaak gaat het om het einde van de dienstbetrekking van een uitgeleende catering manager, die op 10 juli 2024 op staande voet is ontslagen door zijn werkgever, Octagon Professionals International B.V. De werknemer heeft de kantonrechter verzocht het ontslag te vernietigen. In eerste aanleg heeft de kantonrechter het ontslag vernietigd en de werkgever veroordeeld om de werknemer weer toe te laten op het werk en het loon door te betalen. Octagon heeft hoger beroep ingesteld, waarbij de werknemer niet is verschenen. In hoger beroep betoogt Octagon dat het contract van de werknemer van rechtswege is geëindigd op 1 augustus 2024, en dat er geen recht is op wedertewerkstelling of loondoorbetaling na deze datum. Het hof oordeelt dat de arbeidsovereenkomst inderdaad per 1 augustus 2024 is geëindigd, en dat de werknemer recht heeft op een transitievergoeding van € 2.232,-. Het hof wijst de vordering tot wedertewerkstelling af en compenseert de proceskosten van de eerste aanleg. De beslissing van het hof is op 17 juni 2025 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Civiel recht
Team Handel
Zaaknummer hof : 200.348.825/01
Zaak- en rekestnummer rechtbank : 11301853 RP VERZ 24-50504
Beschikking van 17 juni 2025
in de zaak van
Octagon Professionals International B.V.,
gevestigd in Den Haag,
verzoekster in hoger beroep,
advocaat: mr. C.P.R.M. Dekker, kantoorhoudend in Den Haag,
tegen
[verweerder],
wonend in [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
geen advocaat gesteld.
Het hof noemt partijen hierna Octagon en [verweerder] .

1.De zaak in het kort

1.1
De zaak betreft het einde van de dienstbetrekking van een uitgeleende catering manager. De werknemer heeft de kantonrechter verzocht het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen. In eerste aanleg is de werkgever – hoewel deugdelijk opgeroepen – niet verschenen. De kantonrechter heeft op basis van de niet bestreden stellingen van de werknemer zijn primaire verzoeken toegewezen. Het ontslag werd vernietigd, de werkgever werd veroordeeld i) (verstrekt met een dwangsom) de werknemer weer op het werk toe te laten en ii) het loon door te betalen.
1.2
De werkgever heeft hoger beroep ingesteld. Dit keer is de werknemer– hoewel deugdelijk opgeroepen – niet verschenen.
1.3
In hoger beroep betoogt de werkgever met succes dat het contract voor bepaalde tijd van de werknemer (binnen een maand na het bestreden ontslag) van rechtswege is geëindigd, zodat van wedertewerkstelling geen sprake kan zijn, en ook niet van loondoorbetaling na einde contract. Het hof wijst de door de werknemer in eerste aanleg subsidiair verzochte transitievergoeding alsnog toe. Voor de verzochte billijke vergoeding ziet het hof geen grond.

2.Procesverloop in hoger beroep

Bij beroepschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 5 december 2024 is Octagon in hoger beroep gekomen van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 31 oktober 2024.
[verweerder] is, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet verschenen.
Octagon heeft haar standpunten uiteengezet tijdens de mondelinge behandeling op 1 mei 2025. Van de mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt. Vervolgens is een datum voor de beschikking bepaald.

3.Feitelijke achtergrond

3.1
De door de kantonrechter vastgestelde feiten zijn niet door partijen bestreden, zodat ook het hof die feiten bij de beoordeling tot uitgangspunt zal nemen. Waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
a. Octagon is een HR-services bedrijf.
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] , is op 1 augustus 2022 als catering manager voor bepaalde tijd van één jaar in dienst getreden van Octagon. Zijn arbeidsovereenkomst is daarna met één jaar verlengd tot 1 augustus 2023. Zijn laatstverdiende salaris bij een werktijd van 40 uur per week bedroeg € 3.100,-- bruto per maand excl. emolumenten. [verweerder] was door Octagon tewerkgesteld bij Huawei.
Bij e-mail van 22 mei 2024 schreef [medewerker 1] , HR-consultant van Octagon (hierna: [medewerker 1] ), aan [verweerder] :
Good news! I would like to inform you that your contract will be extended. You will receive it via DocuSign (to your personal email address) within a few days.
I would like to schedule a call with you to remind you of the process and address any concern or question that you might have. (…) Once it is finalised, I am happy to apply for your visa extension. (…)”
Op 28 mei 2024 schreef [medewerker 1] aan [medewerker 2] , team lead shared services van Octagon (verder: [medewerker 2] ):
“ [verweerder] – employment extension:
I had a meeting with him yesterday. He was under the impression that his salary would increase with this extension. He mentioned that [naam 1] promised him a salary increase last year but due to some internal issues, Huawei did not communicate the feedback to Octagon. His salary expectation is EUR 4,000 gross monthly without 8% holiday allowance (current salary is EUR 3,100). He also indicated that he would like to receive a permanent contract. For context, as you might know, [verweerder] has been with Huawei for 2 years, he has been performing well (received KPI bonus) and has proven to be a good culture-fit within Huawei. Currently, he is managing projects in Benelux and Ireland, supports/is the back up for [naam 2] , [naam 3] and [naam 4] . Regarding immigration, [verweerder] informed me that he will apply for his permanent residence next year.”
Op 11 juni 2024 vond een gesprek plaats tussen [verweerder] , [medewerker 2] , en [leidinggevende] , head of shared services van Octagon (verder: [leidinggevende] ).
Daarop schreef [leidinggevende] bij e-mail van 21 juni 2024 aan [verweerder] :
“We hereby confirm that we will not renew our 1st of August 2023 contract which expires by right on 31st of Juli 2024.
We will take care of a correct financial settlement of your employment. Part of this is the payment of the transitional compensation to which you are entitled. (…)”.
Bij e-mail van 26 juni 2024 met als onderwerp “complaint letter” wendde [verweerder] zich tot Huawei. Hij schreef:
“I am so sorry to disturb you, but I need your help.
I received an email from Octagon which refusing to extend my contract last Friday, before receiving the email, Octagon had not made sufficient communication with me and only unilaterally refused my reasonable request. At present, I have been greatly affected, resulting in the inability to work and live normally, I would like to send you this email to express my strong dissatisfaction with the process of handling my case and HR. (…)
I received an email from Octagon HR [medewerker 1] on May 22, 2024 about extending my work contract, where I also reasonably expressed my expectation that I would like to receive an increase in my salary. Due to the fact that I still had not received any response from [medewerker 1] regarding the contract (…) I called on May 30, 2024 and indicated to him or her that if there was no way for octagon to satisfy the request for a salary adjustment, you could also send me the contract that is already in place at the moment, and I would proceed with the contract renewal. However, [medewerker 1] said that another Octagon employee would talk to me in more detail.
At Noon on June 11, 2024, [leidinggevende] and the new HR, [medewerker 2] , visited Huawei's office to talk to me. As both HRs were new staff (…) I just tried to express my demand for the contract, and asked them reply to me as soon as possible. During the conversation, it was clear that [leidinggevende] and [medewerker 2] do not fulfill the role of HR professionals and do not know the employer's business well enough to take on the role of HR professionals. Especially [leidinggevende] is obviously racist towards Asian employees. (…)”
Op 10 juli 2024 schreef [medewerker 3] van Octagon in een e-mail aan [verweerder] :
“It is with great regret that I have to write this note to you. However, after reviewing what happened in Huawei and your damaging emails to the client about Octagon and Octagon's head of Shared Services, we are left without an option than to instantly terminate your contract.
Your last day is today and we shall calculate your final payment and the authorities will be informed accordingly. This means IND VIZA will be pulled back and your final payment will be done tomorrow.(…)”
i. Bij e-mail van 17 juli 2024 heeft [verweerder] bezwaar gemaakt tegen zijn ontslag. [verweerder] schreef:
U heeft mij op staande voet ontslagen. Ik ben echter van mening dat er geen sprake is van een dringende reden die het gegeven ontslag op staande voet kan rechtvaardigen.
De grondslag in uw e-mail d.d. 10 juli 2024 is onduidelijk, niet specifiek in samenhang en niet onverwijld gegeven. Ik heb bovendien niet schriftelijk ingestemd met de opzegging en u beschikt niet over toestemming van het UWV. Verder vindt uw aanzegging plaats gedurende mijn re-integratie traject.
Op grond van het vorenstaande moet dan ook geconcludeerd worden dat het ontslag in strijd is met de wet en geen stand kan houden. (…)
Wellicht ten overvloede merk ik op dat ik me beschikbaar houd voor het verrichten van de bedongen arbeid, na afronding en als onderdeel van mijn re-integratie traject. Mocht u het ontslag intrekken, dan dient u mij daarover schriftelijk te informeren.”

4.Procedure bij de kantonrechter

4.1
Bij verzoekschrift van 10 september 2024 heeft [verweerder] de kantonrechter in de rechtbank zakelijk weergegeven verzocht:
primair:
het op 10 juli 2024 door Octagon gegeven ontslag op staande voet te vernietigen en Octagon te veroordelen
  • [verweerder] toe te laten de bedongen werkzaamheden te verrichten op straffe van een dwangsom;
  • aan [verweerder] het overeengekomen loon door te betalen, vermeerderd met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
subsidiair:
[verweerder] de gefixeerde vergoeding, transitievergoeding en een billijke vergoeding toe te kennen.
4.2
Octagon is in eerste aanleg niet verschenen.
4.3
De kantonrechter heeft bij beschikking van 24 oktober 2024 het primaire verzoek van [verweerder] grotendeels toegewezen en Octagon in de proceskosten veroordeeld.
4.4
De kantonrechter overwoog daartoe dat hij – door het uitblijven van een reactie van Octagon op het verzoek van [verweerder] – zich moet baseren op hetgeen [verweerder] naar voren heeft gebracht. De kantonrechter overwoog verder dat Octagon in haar e-mail van 10 juli 2024 geen min of meer concrete redenen voor het ontslag op staande voet heeft vermeld, hetgeen zij wel had behoren te doen. Enerzijds om aan [verweerder] duidelijk te maken welke redenen zij had voor het ontslag en anderzijds om dat ontslag achteraf toetsbaar te maken. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet daarom vernietigd en Octagon veroordeeld om [verweerder] – zodra hij daartoe in staat is – toe te laten voor het verrichten van de bedongen werkzaamheden. De loonbetaling vanaf 10 juli 2024 (vermeerderd met wettelijke verhoging en wettelijke rente over de verstreken termijnen) werd daarom eveneens toegewezen.

5.Verzoek in hoger beroep

5.1
Octagon kan zich niet vinden in de bestreden beschikking en verzoekt – zakelijk weergegeven – de beschikking te vernietigen en:
I. voor recht te verklaren dat
  • Octagon [verweerder] tijdig heeft aangezegd dat de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst eindigt per 1 augustus 2024 met 31 juli 2024 als laatste werkdag;
  • de salarisverplichting van Octagon zich niet verder uitstrekt dan over de periode 10 juli 2024 t/m 31 juli 2024 en dat Octagon dit bedrag reeds heeft voldaan;
II. [verweerder] te veroordelen in de kosten van zowel de eerste aanleg als van het hoger beroep;
III. de beslagen op te heffen en de overige executiemaatregelen te beëindigen, onder de verplichting dat eventuele bedragen die op grond van de executie zijn geïncasseerd worden gerestitueerd en de kosten van alle genomen executiemaatregelen voor rekening van [verweerder] komen.
5.2
Kort gezegd zien de bezwaren van Octagon op het volgende: de kantonrechter heeft de e-mail van 22 mei 2024 ten onrechte aangemerkt als een aanzegging van verlenging als bedoeld in art. 7:668 lid BW, omdat dit artikel ook vereist dat wordt aangegeven onder welke voorwaarden de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet en daarover hebben partijen nooit overeenstemming bereikt. De e-mail kan daarom slechts worden aangemerkt als een intentieverklaring. Omdat partijen nog geen overeenstemming hadden bereikt over de arbeidsvoorwaarden van [verweerder] , kon Octagon op 21 juni 2024 aan [verweerder] aanzeggen dat zijn arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd en dus van rechtswege zal eindigen op 1 augustus 2024. De reden dat Octagon heeft besloten niet tot verlening over te gaan, lag in het gedrag van [verweerder] . [verweerder] heeft zich immers in zijn e-mail van 26 juni 2024 aan Huawei, een belangrijke klant van Octagon, beklaagd over de gang van zaken binnen de afdeling HR van Octagon, in plaats van zich met zijn ongenoegen tot Octagon te wenden. Dit is niet wat van een goed werknemer mag worden verwacht.

6.Beoordeling in hoger beroep

Omvang hoger beroep

6.1
Octagon heeft geen grieven aangevoerd tegen het oordeel van de kantonrechter dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven en verzoekt geen vernietiging van dat deel van de bestreden beschikking. Dat de dienstbetrekking niet door het op 10 juli 2024 gegeven ontslag is geëindigd, staat daarmee vast.
6.2
Zoals hiervoor aangegeven verzoekt Octagon niet slechts om de bestreden beschikking te vernietigen, maar zij heeft ook een aantal zelfstandige tegenverzoeken gedaan.
6.3
Ingevolge het bepaalde in art. 362 Rv kan in het verzoekschrift in hoger beroep niet (voor het eerst) een zelfstandig tegenverzoek worden gedaan. Dit betekent dat Octagon niet ontvankelijk is in haar zelfstandige tegenverzoeken. Dat neemt niet weg dat, voor zover de motivering die Octagon aan deze verzoeken ten grondslag heeft gelegd is aan te merken als verweer tegen de (in eerste aanleg toegewezen) vorderingen van [verweerder] , deze motivering door het hof zal worden meegewogen.
6.4
Het geschil is dus beperkt tot de vraag of de arbeidsovereenkomst op 1 augustus 2024 van rechtswege is geëindigd vanwege het bereiken van de termijn waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan. Zo ja, dan moet in verband met de devolutieve werking van het hoger beroep ook de vraag beantwoord worden of de subsidiaire verzoeken van [verweerder] kunnen worden toegewezen.
De tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst is per 1 augustus 2024 beëindigd
6.5
In artikel 7:667 lid 1 BW is bepaald dat een arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt wanneer de termijn is verstreken waarvoor deze is aangegaan. Nu in het addendum van 19 juni 2023 bij de arbeidsovereenkomst van 15/20 juli 2022 van [verweerder] is bepaald dat de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet van 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2024, betekent dit dat de arbeidsovereenkomst in beginsel per 1 augustus 2024 is geëindigd.
6.6
Dit zou slechts anders zijn indien partijen voor die datum overeenstemming zouden hebben bereikt over (opnieuw) een verlenging van de arbeidsovereenkomst. Octagon zou dan niet eenzijdig op die overeenstemming terug kunnen komen. Dat dit het geval is, is echter niet gebleken.
6.7
Het e-mailbericht van 22 mei 2024 aan [verweerder] kan worden aangemerkt als een aanbod tot verlenging tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden. Uit niets blijkt echter dat [verweerder] dit aanbod heeft aanvaard. Integendeel. Uit het e-mailbericht van 28 mei 2024 van [medewerker 1] aan [medewerker 2] blijkt dat [verweerder] een tegenvoorstel heeft gedaan: [verweerder] wenste een salarisaanpassing èn een contract voor onbepaalde tijd. [medewerker 1] heeft vervolgens [medewerker 2] over de wensen van [verweerder] geïnformeerd, waarna [medewerker 2] en [leidinggevende] op 11 juni 2024 met [verweerder] over zijn wensen hebben gesproken. Dit heeft echter (blijkens de door Octagon overgelegde schriftelijke verklaringen van [medewerker 2] en de van het gesprek gemaakte aantekeningen) niet tot overeenstemming geleid. Een en ander vindt ook bevestiging in de e-mail van [verweerder] aan Huawei van 26 juni 2024 waar hij schrijft
“I received an email from Octagon on May 22, 2024 about extending my work contract, where I also reasonably expressed my expectation that I would like to receive an increase in my salary.”, “(…) I still had not received any response from [medewerker 1] regarding the contract (…)”, “I called on May 30, 2024 and (…) [medewerker 1] said that another Octagon employee would talk to me in more detail. At Noon on June 11, 2024, [leidinggevende] and the new HR, [medewerker 2] , visited Huawei's office to talk to me.”.Octagon heeft vervolgens bij brief van 21 juni 2024 aan [verweerder] laten weten dat zijn arbeidsovereenkomst niet zal worden voortgezet. Omdat 21 juni 2024 meer dan een maand voor het einde van rechtswege (1 augustus 2024) is gelegen, heeft Octagon met deze brief tijdig voldaan aan de aanzegverplichting van artikel 7:668 lid 1 BW.
6.8
De arbeidsovereenkomst is dus per 1 augustus 2024 van rechtswege geëindigd, zodat van wedertewerkstelling geen sprake kan zijn.
6.9
De beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2024 brengt met zich dat ook de loondoorbetalingsverplichting per die datum is geëindigd. [verweerder] heeft dus (slechts) recht op loondoorbetaling tot 1 augustus 2024, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente zoals verzocht, voor zover de betaling niet, zoals in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen, voor het einde van de maand is betaald.
Subsidiaire verzoeken van [verweerder] deels toewijsbaar
6.1
Voor toekenning van de gefixeerde vergoeding bestaat gelet op het vorenstaande geen grond. De arbeidsovereenkomst is immers – nu het ontslag op staande voet is vernietigd – niet onregelmatig opgezegd.
6.11
[verweerder] heeft wel recht op de door hem gevorderde wettelijke transitievergoeding van € 2.232,- bruto.
6.12
Voor een billijke vergoeding ziet het hof geen grond, nu van ernstig verwijtbaar handelen door Octagon niet is gebleken. Octagon heeft [verweerder] weliswaar op 10 juli 2024 onterecht op staande voet ontslagen (
“instantly terminate your contract”), maar dit ontslag is vernietigd. De nu aan de orde zijnde beëindiging van het contract (wegens het bereiken van de termijn waarvoor de overeenkomst is aangegaan) staat hier los van.
Conclusie en proceskosten
6.13
De conclusie is dat het hoger beroep van Octagon deels slaagt. Daarom zal het hof de beschikking voor zover aan het hof voorgelegd (de dicta onder 5.2 t/m 5.5) vernietigen, de vorderingen van [verweerder] tot wedertewerkstelling afwijzen en de loondoorbetalingsverplichting beperken tot 1 augustus 2024. Tevens zal het hof bepalen dat [verweerder] recht heeft op de wettelijke transitievergoeding. Het hof zal de kosten van de eerste aanleg compenseren, omdat partijen aldus over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld. Het ontslag op staande voet werd immers in eerste aanleg vernietigd, waarin Octagon heeft berust. Het anders of meer verzochte zal worden afgewezen.
6.14
[verweerder] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
6.15
Die proceskosten worden begroot op:
griffierecht € 798,-
salaris advocaat € 2.428,- (2 punten × tarief II)
nakosten € 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 3.404,-

7.Beslissing

Het hof:
  • verklaart Octagon niet-ontvankelijk in haar zelfstandige tegenverzoeken;
  • vernietigt de dicta 5.2 tot en met 5.5 van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 31 oktober 2024;
  • wijst de vordering tot wedertewerkstelling af;
  • bepaalt dat [verweerder] recht heeft op zijn gebruikelijke loon van € 3.100,-- bruto per maand tot 1 augustus 2024, vermeerderd met de wettelijke verhoging voor zover dit loon niet voor 1 augustus 2024 is betaald en met de wettelijke rente over de opeisbaar geworden bedragen vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van voldoening;
  • bepaalt dat [verweerder] recht heeft op een transitievergoeding van € 2.232,- bruto;
  • compenseert de kosten van de eerste aanleg in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
  • wijst af het anders of meer door [verweerder] verzochte;
  • veroordeelt [verweerder] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Octagon begroot op € 3.404,-;
  • bepaalt dat als [verweerder] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, [verweerder] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-.
  • verklaart deze beschikking ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.J. van der Ven, M.D. Ruizeveld en A.R. Houweling en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2025 door de rolraadsheer, mr. J.S. Honée, in aanwezigheid van de griffier.