Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de kantonrechter
- [verweerder] toe te laten de bedongen werkzaamheden te verrichten op straffe van een dwangsom;
- aan [verweerder] het overeengekomen loon door te betalen, vermeerderd met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
5.Verzoek in hoger beroep
- Octagon [verweerder] tijdig heeft aangezegd dat de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst eindigt per 1 augustus 2024 met 31 juli 2024 als laatste werkdag;
- de salarisverplichting van Octagon zich niet verder uitstrekt dan over de periode 10 juli 2024 t/m 31 juli 2024 en dat Octagon dit bedrag reeds heeft voldaan;
6.Beoordeling in hoger beroep
Omvang hoger beroep
“I received an email from Octagon on May 22, 2024 about extending my work contract, where I also reasonably expressed my expectation that I would like to receive an increase in my salary.”, “(…) I still had not received any response from [medewerker 1] regarding the contract (…)”, “I called on May 30, 2024 and (…) [medewerker 1] said that another Octagon employee would talk to me in more detail. At Noon on June 11, 2024, [leidinggevende] and the new HR, [medewerker 2] , visited Huawei's office to talk to me.”.Octagon heeft vervolgens bij brief van 21 juni 2024 aan [verweerder] laten weten dat zijn arbeidsovereenkomst niet zal worden voortgezet. Omdat 21 juni 2024 meer dan een maand voor het einde van rechtswege (1 augustus 2024) is gelegen, heeft Octagon met deze brief tijdig voldaan aan de aanzegverplichting van artikel 7:668 lid 1 BW.
“instantly terminate your contract”), maar dit ontslag is vernietigd. De nu aan de orde zijnde beëindiging van het contract (wegens het bereiken van de termijn waarvoor de overeenkomst is aangegaan) staat hier los van.
7.Beslissing
- verklaart Octagon niet-ontvankelijk in haar zelfstandige tegenverzoeken;
- vernietigt de dicta 5.2 tot en met 5.5 van de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 31 oktober 2024;
- wijst de vordering tot wedertewerkstelling af;
- bepaalt dat [verweerder] recht heeft op zijn gebruikelijke loon van € 3.100,-- bruto per maand tot 1 augustus 2024, vermeerderd met de wettelijke verhoging voor zover dit loon niet voor 1 augustus 2024 is betaald en met de wettelijke rente over de opeisbaar geworden bedragen vanaf het moment van opeisbaarheid tot de dag van voldoening;
- bepaalt dat [verweerder] recht heeft op een transitievergoeding van € 2.232,- bruto;
- compenseert de kosten van de eerste aanleg in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
- wijst af het anders of meer door [verweerder] verzochte;
- veroordeelt [verweerder] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Octagon begroot op € 3.404,-;
- bepaalt dat als [verweerder] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, [verweerder] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-.
- verklaart deze beschikking ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.