Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
geldboetevan
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
122 (honderdtweeëntwintig) dagen hechtenis.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1983 te Rotterdam, was eerder vrijgesproken van diefstal, maar de officier van justitie ging in hoger beroep. Het hof heeft de zaak na terugwijzing door de Hoge Raad opnieuw beoordeeld, waarbij de strafoplegging centraal stond. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan diefstal van bijna € 30.000,- van een bedlegerig slachtoffer, waarvoor zij als huishoudelijke hulp werkte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van het slachtoffer door herhaaldelijk geld van diens bankrekening op te nemen zonder toestemming. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte haar schuld bekend en spijt betuigd, maar het hof weegt dit mee in de context van de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer. Uiteindelijk heeft het hof een geldboete van € 17.500,- opgelegd, rekening houdend met de draagkracht van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. Het hof heeft de artikelen 23, 24, 24c en 311 van het Wetboek van Strafrecht toegepast en het vonnis waarvan beroep vernietigd, waarbij de verdachte is veroordeeld tot de geldboete en hechtenis.