Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 21 augustus 2024, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 24 mei 2024;
- de memorie van grieven van [appellante], tevens houdende incidentele vordering, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
“Bij deze laat ik je weten dat ik een advocaat heb ingeschakeld ben voor een rechtzaak tegen jou zie hier de brief. Ik laat me niet door jou oplichten!En als jij niet binnen 2 dagen mijn geld overmaak naar(…)
van mijn tafel en alle schade die je hebt verricht en cinnewall die je zo heb achter gelaten komen alle andere overige kosten voor jou en de rechtbank kosten en doe ik ook komende week aangifte bij de politie.Mijn tafel was 998€ en jij gaat voor alle kosten opdraaien ook voor de aannemer die jou puinhoop gaat herstellen van de cinnewall en de bedrading van de spotjes etc!Denk niet dat ik grap maak!”
- [appellante] ontbindt wegens gebreken de overeenkomst voor aanneming van werk en vordert de aan u betaalde € 900,- terug. De reparatie van de muur zal € 2.770,61 kosten. De reparatie van de vloeren in de zitkamer en gang nog eens € 500,-.
- De gebreken bestaan, zoals gemeld, uit scheuren in de cinewall, het niet vakkundig aanleggen van de elektrische bedrading, het niet vakkundig uitvoeren van de geplaatste spotjes en de elektrische haard zonder dat deze aan de veiligheidseisen voldoet.
- De nieuwe eettafel is beschadigd geraakt (schade € 985,-) en een slijptol is weggenomen.
- [appellante] wenst in totaal een bedrag van € 5.155,61 te ontvangen.
4.Procedure bij de rechtbank
1) van € 8.160,61 in hoofdsom, met wettelijke rente;
2) buitengerechtelijke kosten van € 300,08.
[appellante] heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde] de opgedragen werkzaamheden aan de cinewall en elektra gebrekkig en ondeskundig heeft uitgevoerd en dat hij zijn fouten ondanks herhaalde sommatie niet heeft hersteld. Ook heeft [geïntimeerde] een slijptol weggenomen.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Grief I
€ 1.500,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van de inleidende dagvaarding.
7.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 24 mei 2024
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan [appellante] te betalen een bedrag van € 2.400,- (€ 900,- plus € 1.500,-), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de inleidende dagvaarding (16 augustus 2022);
- bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt, zowel van de procedure in eerste aanleg als in hoger beroep;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
mr. A. Dupain en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2025 in aanwezigheid van de griffier.