Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
.Het hof wijst de vordering af.
2.Het procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding (met bijlagen) van 20 mei 2025, waarmee Ouwehand in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 23 april 2025;
- een ‘conclusie van eis ex art. 347 Rv’ (met bijlagen), waarin Ouwehand verwijst naar deze appeldagvaarding, waarin haar grieven en haar incidentele vordering zijn opgenomen;
- de memorie van antwoord in incident van Locas;
3.De aanleiding voor dit incident
4.De vordering in incident
5.De beoordeling van de vordering in incident
6.Beslissing
- wijst de vordering van Ouwehand af;
- veroordeelt Ouwehand in de kosten van het incident, aan de zijde van Locas bepaald op € 1.214,-;
- wijst het meer of anders gevorderde af;
in de hoofdzaak
- verwijst de zaak naar de rol van 14 oktober 2025 voor memorie van antwoord;
- houdt iedere verdere beslissing aan.