ECLI:NL:GHDHA:2025:1709
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en ingangsdatum van de onderhoudsverplichting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ingangsdatum van de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen voor hun minderjarige kind, [minderjarige 1]. De vrouw was het niet eens met de door de rechtbank Rotterdam vastgestelde ingangsdatum van de kinderalimentatie, die was vastgesteld op 18 november 2024. Zij verzocht het hof om de ingangsdatum te verleggen naar 1 juli 2020, subsidiair naar 10 april 2024 of 3 september 2024. De vrouw stelde dat de man vanaf de geboorte van [minderjarige 1] op de hoogte was van zijn onderhoudsplicht, maar dat zij door eerdere mishandelingen door de man niet eerder een procedure had durven starten. Het hof oordeelde dat de man in redelijkheid vanaf 10 april 2024 rekening had moeten houden met de kinderalimentatie, en dat de vrouw niet eerder om alimentatie had kunnen vragen vanwege haar angst voor de man. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en stelde de ingangsdatum van de kinderalimentatie vast op 10 april 2024, met een maandelijkse bijdrage van € 527,-. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.