Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
[geïntimeerde 4],
[geïntimeerde 5],
[geïntimeerde 6],
[geïntimeerde 7],
[geïntimeerde 8],
[geïntimeerde 9],
[geïntimeerde 10],
[geïntimeerde 11],
[geïntimeerde 12],
[geïntimeerde 13],
[geïntimeerde 14],
[geïntimeerde 15],
[geïntimeerde 16],
[geïntimeerde 17],
[geïntimeerde 18],
[geïntimeerde 19],
[geïntimeerde 20],
[geïntimeerde 21],
[geïntimeerde 22],
[geïntimeerde 23],
[geïntimeerde 24],
[geïntimeerde 25],
[geïntimeerde 26],
[geïntimeerde 27],
[geïntimeerde 28],
[geïntimeerde 29],
[geïntimeerde 30],
[geïntimeerde 31],
[geïntimeerde 32],
[geïntimeerde 33],
[geïntimeerde 34],
[geïntimeerde 35],
[geïntimeerde 36],
[geïntimeerde 37],
[geïntimeerde 38],
[geïntimeerde 39],
[geïntimeerde 40],
[geïntimeerde 41],
[geïntimeerde 42],
geïntimeerden,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 9 september 2025 met bijlagen, waarmee de Staat in hoger beroep is gekomen van de vonnissen in kort geding van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 7 augustus 2025 en 2 september 2025. In deze dagvaarding zijn de grieven tegen de vonnissen opgenomen en heeft de Staat een incident opgeworpen dat strekt tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 2 september 2025 (hierna: het vonnis);
- de memorie van antwoord in het incident van de Afghaanse eisers, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling van de vordering in het incident
door de kantonrechter gekozen invullingvan de meer subsidiaire vordering geen discussie is gevoerd. Er is wel discussie gevoerd over complicaties die bij de overbrenging van de Afghaanse eisers naar Nederland zouden kunnen rijzen, maar dus niet over de oplossing die de kantonrechter daarvoor heeft gekozen. Partijen hebben dus ook geen debat kunnen voeren over de vraag of
dezeveroordeling uitvoerbaar bij voorraad zou moeten worden verklaard en over de consequenties daarvan en de belangen die daarmee waren gemoeid.
7.Beslissing
- schorst de tenuitvoerlegging van het vonnis in kort geding van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 2 september 2025 totdat in de hoofdzaak bij einduitspraak is beslist;
- houdt de beslissing over de kosten van het incident aan tot de einduitspraak in hoger beroep;
in de hoofdzaak
- bepaalt dat partijen doorprocederen overeenkomstig het door het hof bij de verlening van toestemming voor de behandeling van deze zaak als turbospoedappel gegeven tijdschema;
- houdt iedere verdere beslissing aan.