Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak en de beschikking in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- een e-mailbericht van de zijde van de bijzondere curator van 24 september 2025 met bijlage, ingekomen op diezelfde datum;
- een V8-formulier van de zijde van de vader van 24 september 2025, ingekomen op diezelfde datum;
- een e-mailbericht van de zijde van de moeder van 28 september 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
- de vader (via een Teams-verbinding), bijgestaan door zijn advocaat en [tolk 1] , tolk Farsi;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en [tolk 2] , tolk Farsi;
- de bijzondere curator;
- de gecertificeerde instelling, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling 1] en [vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling 2] ;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
3.De feiten
- De vader en de moeder zijn op 28 december 2007 met elkaar gehuwd.
- Uit hun huwelijk zijn de volgende thans nog minderjarige kinderen geboren:
- De vader, de moeder en de minderjarigen hebben de Iraanse nationaliteit.
- Op 4 augustus 2024 heeft de moeder met de minderjarigen de woning van partijen te [plaats] , Iran, verlaten en is met de minderjarigen naar Nederland vertrokken voor een familiebezoek. De vader heeft hiermee ingestemd.
- In september 2024 heeft de moeder aan de vader medegedeeld dat zij niet met de minderjarigen zal terugkeren naar Iran.
- De vader heeft zich op 11 april 2025 gewend tot de Nederlandse Centrale Autoriteit (hierna: CA). De zaak is bij de CA geregistreerd onder IKO nr. 250043.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
E. Removal of a Child from the Child’s Habitual Residence” wordt geschreven:
The parent who takes the hizanat of a child is not allowed to take the child outside of the country or outside of the city in which the child habitually resides, without the agreement of both parents or court permission. Under the Family Protection Act, the individual responsible for hizanat cannot remove a child from the city agreed by both parents to be the child’s habitual residence, or the city that has been the child’s habitual residence before a divorce has taken place, unless both parents agree or the court in its discretion finds that the removal is necessary for the child’s best interests, or for another reason, such as the interests of the child’s relatives who have a right to have a visit with the child. (…)”