Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 16 oktober 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 7 september 2023;
- de memorie van grieven van [appellant] , met bijlagen;
- het arrest van dit hof van 27 augustus 2024, waarin een mondelinge behandeling is gelast (die uiteindelijk niet is gehouden);
- de memorie van antwoord van Hef Wonen, met bijlagen;
- de akte van [appellant] ;
- de antwoordakte van Hef Wonen, met bijlage.
3.Feitelijke achtergrond
Uitstallen van dozen niet aan de voorzijde van het pand (zie foto’s). Reden: niet veilig en de stoep is eigendom van de gemeente [plaats] .
In en uitladen enkel aan de voorzijde van het pand, of plek wat daartoe aangewezen is.
Parkeren van uw voertuig is niet toegestaan aan de achterzijde van het pand. Enkel in de daartoe aangewezen parkeerplaatsen.”
de vervolgstappen zijn, nu de huurder jullie vorige waarschuwing heeft genegeerd.”
Uitstallen van dozen niet aan de voorzijde van het pand
In en uitladen enkel aan de voorzijde van het pand, of plek wat daartoe aangewezen is.
Parkeren van uw voertuig is niet toegestaan aan de achterzijde van het pand. Enkel in de daartoe aangewezen parkeerplaatsen.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
kantoorruimteten behoeve van een transportbedrijf. Daaronder valt niet het gebruik als opslagruimte voor zaken die door het transportbedrijf van [appellant] worden vervoerd. Dat [appellant] de huurovereenkomst niet heeft gelezen en niet heeft begrepen omdat hij de Nederlandse taal goed niet machtig zou zijn, komt voor zijn rekening en risico. Als [appellant] in Nederland met een onderneming deelneemt aan het economisch verkeer, mag zijn wederpartij ervan uit gaan dat hij contracten die hij in dat kader ondertekent voldoende begrijpt. Het is aan [appellant] om ervoor te zorgen dat hij weet wat hij als ondernemer ondertekent, door zo nodig zelf derden in te schakelen die hem daarbij kunnen helpen.
6.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 7 september 2023, met uitzondering van de daarin genoemde ontruimingstermijn;
- veroordeelt [appellant] om binnen vier weken na betekening van dit arrest het gehuurde aan de [adres] in [plaats] te ontruimen met al het zijne en de zijnen, en om het met afgifte van alle sleutels ter vrije beschikking van Hef Wonen te stellen;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Hef Wonen begroot op € 2.797,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.