3.3Uit overgelegde aanmaningen blijkt dat [appellant] vanaf 1995 regelmatig huurachterstanden heeft laten ontstaan. Voorafgaand aan de onderhavige procedure, is [appellant] vier keer gedagvaard omdat hij de huur niet (tijdig) betaalde:
1. In
2003:
[appellant] is in 2003 gedagvaard, nadat hij in de periode van 1995-2003 de huur stelselmatig te laat of helemaal niet had betaald. Ten tijde van het vonnis van 18 februari 2003 bedroeg de huurachterstand zeven maanden (€ 3.571,96). De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde is bij verstek toegewezen. De ontruiming is niet doorgezet omdat de deurwaarder ervan uitging dat bij algehele betaling de ontruiming achterwege kon blijven.
2) In
2008:
In de periode na het vonnis van 2003 heeft [appellant] opnieuw de huur regelmatig niet op tijd betaald. Op 3 december 2008 is [appellant] gedagvaard. In de dagvaarding is vermeld dat dat de huurachterstand op dat moment ruim drie maanden huur (€ 1.706,07) bedraagt. Na ontvangst van deze dagvaarding heeft [appellant] de huurachterstand eind december 2008 betaald.
3) In
2009:
Op 28 juli 2009 is [appellant] weer gedagvaard. Hij had tot op dat moment in het jaar 2009 helemaal geen huur betaald, zodat de huurachterstand ten tijde van de dagvaarding zeven maanden (€ 3.571,96) bedroeg. Uit het vonnis van 1 december 2009 blijkt dat [appellant] de huurachterstand tijdens de procedure heeft ingelopen. In het vonnis heeft de kantonrechter overwogen dat hij “thans nog onvoldoende aanleiding ziet om de gevorderde ontbinding en ontruiming uit te spreken”, maar dat “[appellant] er rekening mee moet houden dat als hij opnieuw een achterstand laat ontstaan, in beginsel de ontbinding en ontruiming zal worden toegewezen”.
4) In
2018:
In de periode na het vonnis van 2009 heeft [appellant] opnieuw regelmatig huurachterstanden laten ontstaan. In december 2017 bedroeg de huurachterstand € 3.506,23, oftewel ongeveer zeven maanden huur. Bij brief van 21 december 2017 heeft Scardi [appellant] verzocht de huurachterstand en de wettelijke rente te voldoen, bij gebreke waarvan zij [appellant] in rechte zou betrekken. [appellant] heeft op 27 december 2017 wel de huurachterstand, maar niet de wettelijke rente voldaan. Daarop heeft Scardi [appellant] op 21 februari 2018 gedagvaard, waarbij zij ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, en betaling van de rente heeft gevorderd. Uit het vonnis van 3 oktober 2018 blijkt dat Scardi de gevorderde wettelijke rente na indiening van de conclusie van antwoord heeft betaald. De kantonrechter heeft overwogen dat [appellant] op dat moment de lopende huur tijdig betaalt en inmiddels een automatische incasso voor de huurtermijnen heeft ingesteld. De vorderingen tot ontbinding en ontruiming zijn afgewezen omdat er geen sprake meer was van een huurachterstand.