ECLI:NL:GHDHA:2025:2637

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2025
Publicatiedatum
10 december 2025
Zaaknummer
22-000266-25
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Groepsbelediging, aanzetten tot discriminatie en openbaar maken van een discriminatoire uitlating door laserprojectie op de Erasmusbrug te Rotterdam

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 december 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank. De verdachte is beschuldigd van groepsbelediging, aanzetten tot discriminatie en het openbaar maken van een discriminatoire uitlating. De tenlastelegging betreft onder andere het projecteren van teksten op de Erasmusbrug te Rotterdam met een laserprojector, die beledigende en discriminerende inhoud bevatten gericht tegen gekleurde en/of zwarte mensen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het projecteren van teksten zoals 'White Lives Matter' en 'Vrolijk Blank 2023', die in de context van de nieuwjaarsviering als beledigend zijn aangemerkt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, deze teksten heeft geprojecteerd en dat dit een schending van de wet vormt. De advocaat-generaal heeft een gevangenisstraf van zes maanden geëist, maar het hof heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van vier maanden opgelegd, waarvan een deel voorwaardelijk, en daarnaast een taakstraf van 120 uur. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de samenleving in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000266-25
Parketnummer: 10-009460-23
Datum uitspraak: 10 december 2025
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank [plaats 1] van 15 januari 2025 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [land] ) op [geboortedatum] 1988,
adres: [woonadres] , [woonplaats] ,
ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde gedetineerd in [verblijfplaats] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zich meermalen, althans eenmaal in het openbaar, bij geschrift en/ of bij afbeelding, opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op [locatie 1] :
- White Lives Matter,
- Vrolijk Blank 2023 en/of
- We must secure the existence of our people and a future for white children te projecteren, terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
2.
Hij in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te [plaats 1] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in het openbaar, bij geschrift en/of bij afbeelding, heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen,
door op [locatie 1] :
- We must secure the existence of our people and a future for white children
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij
in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, meermalen, althans eenmaal een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij, verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend was,
te weten gekleurde en/of zwarte mensen en/of Joden
en/of heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras en/of godsdienst, te weten gekleurde zwarte mensen en/of Joden,
door op [locatie 1] , :
- White Lives Matter,
- [telegramsite 1] ,
- Vrolijk Blank 2023,
- We must secure the existence of our people and a future for white children,
- [website] en/of
- [telegramsite 2] ,
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij op of omstreeks 20 februari 2023 te [plaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zich meermalen, althans eenmaal in het openbaar, bij geschrift en/of bij afbeelding, opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op [locatie 2] :
- Houd [bijnaam plaats 2] Blank,
- White lives matter Nederland en/of
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen Veiligstellen te projecteren, terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op of omstreeks 20 februari 2023 te [plaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in het openbaar, bij geschrift en/ of bij afbeelding. heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op [locatie 2] :
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen Veiligstellen te projecteren, terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
6.
hij op of omstreeks 20 februari 2023 te [plaats 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, meermalen, althans eenmaal een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij, verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend was, te weten gekleurde en/of zwarte mensen en/of Joden, en/of heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras. te weten gekleurde en /of zwarte mensen, door op [locatie 2] :
- [website] ,
- Houd [bijnaam plaats 2] Blank,
- White Lives matter Nederland en/of
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen Veiligstellen, terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
7.
hij op of omstreeks 24 februari 2023 te [plaats 3]
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
een of meer voorwerpen waarin, naar hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een of meer uitlatingen waren vervat die voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend waren, te weten gekleurde en/of zwarte mensen en/of Joden, ter openbaarmaking van die uitlatingen en/of ter verspreiding in voorraad heeft gehad, te weten:
- een of meer stickers en/of flyers voorzien van de tekst “White Lives Matter” met een QR code die verwijst naar de telegramsite [telegramsite 1] en/of [telegramsite 2] en/of
- een of meer stickers en/of flyers voorzien van de tekst [website]
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met aftrek van voorarrest.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Inleiding
Het hof gaat uit van de volgende – door de verdediging niet weersproken - feiten en omstandigheden.
Op 1 januari 2023 zijn er, net na de jaarwisseling op een pijler van [locatie 1] te [plaats 1] de teksten geprojecteerd die hierboven zijn weergegeven in de tenlastelegging onder de feiten 1, 2 en 3. De projectie vond plaats door middel van een laserprojector.
Op 20 februari 2023 zijn op [locatie 2] te [plaats 2] , eveneens met een laserprojector, de teksten geprojecteerd die zijn opgenomen in de tenlastelegging onder de feiten 4, 5 en 6.
Daarnaast zijn er in de woning van de verdachte stickers en flyers met de onder 7 tenlastegelegde teksten aangetroffen.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard over zijn rol bij de projecties. Meer specifiek heeft hij daarover de volgende verklaringen afgelegd.
De verdachte heeft verklaard dat hij vanaf ongeveer 2007 op internet is gaan chatten binnen anonieme chatgroepen. Hij kwam op enig moment bij White Lives Matter (hierna genoemd: WLM) terecht.
[plaats 1] (feiten 1 tot en met 3)
De verdachte heeft verklaard dat hij betrokken was bij de projectie op [locatie 1] op 1 januari 2023. Er werd in een chatgroep op Telegram het idee geopperd om met oud en nieuw te gaan projecteren op [locatie 1] . De verdachte heeft zich in de chatgroep over de actie uitgelaten. Hij zou verkenner zijn en op de uitkijk gaan staan. Hij wist zo’n beetje welke teksten er geprojecteerd zouden gaan worden en dat het om WLM ging. De avond voorafgaand aan de projectie te [plaats 1] was hij met een aantal mensen bij elkaar gekomen. Er werd toen besproken wat ieders rol zou zijn. Van te voren had hij met zijn werkgever besproken wat te doen als hij vast zou komen te zitten. Een dag na de actie heeft hij het bericht: “Hello, I am the infamous derpman I did all of the racisms, it was all me” gepost onder de naam ‘ [bijnaam verdachte] ’, omdat hij had mee gedaan met de actie.
[plaats 2] (feiten 4 tot en met 6)
Bij de projecties in [plaats 2] is de verdachte volgens zijn verklaring slechts aanwezig geweest. Hij heeft verklaard dat hij sociaal wilde meedoen en na afloop misschien nog wilde napraten in een café. Hij had een sociaal ondersteunende rol, maar als hij er niet zou zijn geweest, zou niemand hem hebben gemist. Er is van te voren wel even in de chatgroep over de actie gesproken. De verdachte is alleen naar [plaats 2] gegaan en heeft niet op de uitkijk gestaan. Hij heeft de projectie wel gefilmd, op eigen initiatief. Achteraf werd gevraagd of het filmen was gelukt, maar de verdachte heeft de beelden niet gebruikt omdat de kwaliteit niet goed genoeg was.
Feit 7
Met betrekking tot het onder 7 tenlastegelegde heeft de verdachte verklaard stickers en flyers met de in de tenlastelegging opgenomen teksten en een QR-code die verwijst naar de Telegramsite van WLM voorhanden te hebben gehad. Hij heeft de stickers zelf vervaardigd, met als doel deze voor het activisme (het hof begrijpt: verspreiding) te gebruiken.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van alle tenlastegelegde feiten bepleit.
Ten aanzien van het onder 4, 5 en 6 tenlastegelegde (de projectie in [plaats 2] ) acht de raadsman niet bewezen dat de verdachte als medepleger bij deze feiten betrokken was. De verdachte was slechts als toeschouwer aanwezig en heeft geen wezenlijke bijdrage aan de projectie geleverd.
Ten aanzien van het onder 1 en 4 tenlastegelegde heeft de raadsman aangevoerd dat de in deze tenlasteleggingen opgenomen teksten niet beledigend zijn. De context biedt hiervoor evenmin onvoldoende basis, nu de uitlatingen bijdragen aan het maatschappelijke debat. De uitlatingen zijn ook niet onnodig grievend. Er is derhalve geen sprake van groepsbelediging. Om die reden kan - aldus de raadsman - evenmin sprake zijn van het openbaar maken van teksten waarvan men weet dat die beledigend zijn voor
mensen vanwege ras of godsdienst, en dient vrijspraak van het onder 3 en 6 tenlastegelegde te volgen. Aangezien de onder 7 tenlastegelegde uitingen en stickers een beledigend karakter ontberen, dient de verdachte ook van dit feit vrijgesproken te worden.
De in onder 2 en 5 vermelde uitingen zetten niet aan tot haat. Bovendien is er ten aanzien van het onder 1 tot en met 6 tenlastegelegde geen sprake van de strafverzwarende omstandigheid dat de verdachte van die feiten een gewoonte zou hebben gemaakt, aldus telkens de raadsman.
Beoordeling van de rol van de verdachte bij de verschillende projecties (feiten 1 tot en met 6)
[plaats 2] (feiten 4, 5 en 6)
Bij deze drie feiten gaat het om de projectie die op 20 februari 2023 te [plaats 2] heeft plaatsgevonden. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij aanwezig was bij de groep personen die zich toen en daar met de projectie bezighielden, maar dat hij geen toen geen rol van enige betekenis heeft vervuld. Deze verklaring van de verdachte vindt in het politiedossier geen weerlegging van voldoende gewicht. In het bijzonder ontbreekt voldoende bewijs om te kunnen besluiten tot een rol van de verdachte als medepleger. De verdachte heeft wel toegegeven dat hij van de projectie een eigen filmopname (van – naar achteraf bleek – slechte kwaliteit) heeft gemaakt, maar die handeling staat niet aantoonbaar in de sleutel van een tevoren gemaakte (taakverdelings)afspraak met anderen. Ook overigens is van een nauwe en bewuste samenwerking met die anderen niet gebleken. De verdachte zal reeds om deze reden van de feiten 4, 5 en 6 worden vrijgesproken.
[plaats 1] (feiten 1, 2 en 3)
Bij deze drie feiten gaat het om de projectie die op 1 januari 2023 te [plaats 1] heeft plaatsgevonden. Op grond van de beschikbare bewijsmiddelen, waaronder de hiervoor weergegeven verklaringen van de verdachte, is het hof van oordeel dat voor zover hierna zal worden geoordeeld dat de in de feiten 1 tot en met 3 tenlastegelegde handelingen bewezen kunnen worden verklaard, de verdachte daarvoor als medepleger strafrechtelijk aansprakelijk is. Immers heeft de verdachte daarbij telkens in nauwe en bewuste samenwerking met een of meer anderen gehandeld en een substantiële rol vervuld bij de uitvoering daarvan.
Beoordeling van de tenlastegelegde feiten onder 3 betreffende groepsbelediging (137c Sr) en onder 4 betreffende aanzetten tot discriminatie (137d Sr)
Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van groepsbelediging als bedoeld in artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht (Sr), of van aanzetten tot discriminatie als bedoeld in artikel 137d Sr, stelt het hof het volgende voorop.
Een uitlating kan als beledigend worden beschouwd wanneer zij de strekking heeft een ander bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hem aan te randen in zijn eer en goede naam. Dat betekent dat onder het zich beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, als bedoeld in artikel 137c lid 1 Sr, moet worden verstaan het zich nodeloos krenkend uitlaten over een groep mensen omdat die groep van een bepaald ras is. Het gaat er daarbij om dat men de mensen, die tot de groep behoren, collectief treft in wat voor die groep kenmerkend is, namelijk in hun ras, en men hen beledigt juist omdat zij tot dat ras behoren (Hoge Raad, 6 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1036) .
De in artikel 137c lid 1 Sr voorkomende term ‘ras’ moet worden uitgelegd overeenkomstig de strekking van de in artikel 1 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie gegeven opsomming, waarin naast ras ook wordt genoemd: huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming (HR 29 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:510).
Het, onder meer in artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) gegarandeerde, recht op vrijheid van meningsuiting staat aan een strafrechtelijke veroordeling voor groepsbelediging in de zin van artikel 137c Sr niet in de weg als zo’n veroordeling een op grond van artikel 10 lid 2 EVRM toegelaten — te weten: een bij de wet voorziene, een gerechtvaardigd doel dienende en daartoe een in een democratische samenleving noodzakelijke — beperking van de vrijheid van meningsuiting vormt.
Mede gelet op artikel 10 EVRM en de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens moet bij de beoordeling of een uitlating strafbaar is op grond van artikel 137c Sr, acht worden geslagen op de bewoordingen van die uitlating en op de context waarin de uitlating is gedaan. Daarbij dient onder ogen te worden gezien of de betreffende uitlating een bijdrage kan leveren aan het publiek debat of een uiting is van artistieke expressie. Ook moet onder ogen worden gezien of de uitlating in dat verband niet onnodig grievend is.
Het hof neemt tot uitgangspunt dat voor de beoordeling van een feit betreffende aanzetten tot discriminatie een overeenkomstig toetsingskader geldt als in de vorige alinea vermeld.
Feit 1 Groepsbelediging (137c Sr)
Het hof is van oordeel dat de uitlating, bestaande uit een projectie op 1 januari 2023 op [locatie 1] te [plaats 1] van de teksten “White Lives Matter”, “Vrolijk Blank 2023” en “We must secure the existence of our people and a future for white children”, gelet op het onderlinge verband van deze teksten en de context waarin deze uitlating is gedaan, moet worden beschouwd als beledigend voor een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen. Waar de tekst “White Lives Matter” duidelijk maakt dat de boodschap gaat over personen en hun huidskleur, maar op zichzelf beschouwd nog niet noodzakelijkerwijs personen met een andere huidskleur uitsluit, doet de toevoeging “Vrolijk Blank 2023” dat wel. Immers wordt daarmee gedoeld op een toekomst waarin geen plaats is voor personen met een andere huidskleur dan ‘blank’. Deze boodschap wordt versterkt door de toevoeging van de woorden “We must secure the existence of our people and a future for white children”. Deze slogan, die zo bekend is dat daaraan ook wel wordt gerefereerd als ‘the fourteen words’ of zelfs kortweg ‘14’, staat bekend als afkomstig van en gebruikt door personen die de ideologie van blanke suprematie aanhangen, een racistische ideologie gebaseerd op de veronderstelling dat ‘blanken’ superieur zijn aan mensen van andere etnische groepen. Een dergelijke uitlating met deze teksten, in onderlinge samenhang bezien en onverhoeds gedaan in het openbaar in de context van een nieuwjaarsfeest met vele toeschouwers, heeft naar het oordeel van het hof de strekking personen met een andere huidskleur dan ‘blank’ in een ongunstig daglicht te stellen en hen aan te randen in hun eer en goede naam. Het treft deze groep personen collectief in datgene wat voor die groep kenmerkend is, te weten hun huidskleur, waarbij zij juist vanwege hun huidskleur worden beledigd.
Feit 2 Aanzetten tot discriminatie (137d Sr)
Het hof is van oordeel dat de verdachte, door samen met anderen op 1 januari 2023 op [locatie 1] te [plaats 1] van de tekst “We must secure the existence of our people and a future for white children” te projecteren, gelet op de context waarin dat is gedaan, heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen.
Het hof betrekt daarbij het volgende. Zoals hiervoor reeds overwogen betreft deze tekst een slogan , die zo bekend is dat daaraan ook wel wordt gerefereerd als ‘the fourteen words’ of zelfs kortweg ‘14’, en die bekend staat als afkomstig van en gebruikt door personen die de ideologie van blanke suprematie aanhangen, een racistische ideologie gebaseerd op de veronderstelling dat ‘blanken’ superieur zijn aan mensen van andere etnische groepen. Deze tekst is in het openbaar gedurende een nieuwjaarsfeest met vele toeschouwers geprojecteerd in samenhang met twee andere geprojecteerde teksten, te weten “White Lives Matter” en “Vrolijk Blank 2023”. Met deze laatste twee teksten, in samenhang bezien, wordt gedoeld op een toekomst waarin geen plaats is voor personen met een andere huidskleur dan ‘blank’. Bezien in deze context kan de projectie van ’the fourteen words’, welke tekst begint met de woorden “We must”, worden aangemerkt als een oproep om vorenbedoelde toekomstvisie te bewerkstelligen. Aldus wordt daarmee aangezet tot discriminatie, als bedoeld in artikel 90quater Sr, van mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen.
Ten aanzien van beide feiten betreffende de projectie te [plaats 1] overweegt het hof voorts nog het volgende.
Gesteld noch gebleken is dat het hier gaat om een uiting van artistieke expressie. Wel is door de verdediging gesteld dat de uitlating een bijdrage kan leveren aan het publieke debat. Wat daar van zij, gelet op de inhoud van de uitlating en de context waarin deze is gedaan, waardoor een zeer groot aantal mensen onverhoeds tijdens een nieuwjaarsfeest hiermee werd geconfronteerd, is het hof van oordeel dat deze als onnodig grievend moet worden aangemerkt, zodat de verdachte reeds daarom met betrekking tot deze uitlating de bescherming van artikel 10 EVRM, betreffende de vrijheid van meningsuiting, niet toekomt.
De conclusie luidt dat het hof deze beide feiten wettig en overtuigend bewezen acht.
Feit 3 (het openbaar maken van een discriminatoire uitlating (art. 137e lid 1 onderdeel 1° Sr))
Het hof is van oordeel dat de uitlating, bestaande uit een projectie op 1 januari 2023 op [locatie 1] te [plaats 1] van de teksten “White Lives Matter”, “ [telegramsite 1] ”, “Vrolijk Blank 2023”, “We must secure the existence of our people and a future for white children”, “ [website] ” en “ [telegramsite 2] ” gelet op het onderlinge verband van deze teksten en de context waarin deze uitlating is gedaan, moet worden beschouwd als beledigend voor een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen. Met het projecteren van de zogenaamde ‘fourteen words’ of ‘14’ wordt tevens aangezet tot discriminatie. Het hof verwijst naar hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de feiten 1 en 2. De namen van de twee telegramsites die in de tenlastelegging onder feit 3 wel zijn genoemd, maar onder feit 1 niet, vervatten de term WhiteLivesMatter dan wel de afkorting daarvan, welke term bijdraagt aan de onder feit 1 besproken beledigende context. Het hof is van oordeel dat de tekst ‘ [website] ’ de boodschap van de overige teksten, betreffende een toekomst waarin geen plaats is voor personen met een andere huidskleur dan ‘blank’, versterkt, in die zin dat het suggereert dat er op dit punt in Europa een strijd (battle) te voeren is. Door deze teksten in onderlinge samenhang te projecteren tijdens een openbaar nieuwjaarsfeest in [plaats 1] , uitgezonden op de nationale televisie, heeft de verdachte een uitlating openbaar gemaakt die beledigend is voor en aanzet tot discriminatie van gekleurde en/of zwarte mensen.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 betreffende de projectie te [plaats 1] overweegt het hof voorts nog het volgende.
Gesteld noch gebleken is dat het hier gaat om een uiting van artistieke expressie. Wel is door de verdediging gesteld dat de uitlating een bijdrage kan leveren aan het publieke debat. Wat daarvan zij, gelet op de inhoud van de uitlating en de context waarin deze is gedaan, waardoor een zeer groot aantal mensen onverhoeds tijdens een nieuwjaarsfeest hiermee werd geconfronteerd, is het hof van oordeel dat deze als onnodig grievend moet worden aangemerkt, zodat de verdachte reeds daarom met betrekking tot deze uitlating de bescherming van artikel 10 EVRM, betreffende de vrijheid van meningsuiting, niet toekomt.
De conclusie luidt dat het hof de feit 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen acht.
Vrijspraak strafverzwarende omstandigheid (feiten 1 tot en met 3)
Het hof acht ten aanzien van het onder 1, 2, en 3 tenlastegelegde niet bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de strafverzwaringsgrond ‘een gewoonte maken van’, immers zien de tenlastegelegde feiten steeds op een (enkele) handeling in een bovendien korte periode, en zal de verdachte derhalve telkens van deze onderdelen vrijspreken.
De stickers en/of flyers te [plaats 3] op 24 februari 2023
Feit 7 (art. 137e lid 1 onderdeel 2° Sr)
Het hof is van oordeel dat de in de woning van de verdachte aangetroffen stickers en/of flyers met de tekst “White Lives Matter” en een QR die verwijst naar de telegramsite [telegramsite 1] en [telegramsite 2] alsmede de stickers en flyers voorzien van de tekst [website] , voorwerpen betreffen waarin beledigende uitlatingen zijn vervat voor een groep mensen wegens hun ras of godsdienst. De verdachte had deze, zo heeft hij ook zelf verklaard, zelf gemaakt en thuis in voorraad ter gebruik voor activisme, waarmee – naar het hof begrijpt – verspreiding en openbaarmaking wordt bedoeld. Het hof betrekt daarbij het volgende.
De beide aanduidingen die met t.me/ beginnen, betreffen verwijzingen naar de plaatsen op het internet waar Telegram-kanalen van White Lives Matter kunnen worden gevonden. In het voorgaande is overwogen dat de URL [website] een verwijzing bevat naar de website ‘ [website] ’. Naar het oordeel van het hof blijkt uit de bewijsmiddelen dat de inhoud van de bedoelde Telegram-kanalen beledigend is voor een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen en dat de inhoud van de website ‘ [website] ’ beledigend is voor een groep mensen wegens hun godsdienst, te weten joden.
Nu op de tenlastegelegde stickers en flyers een QR-code is afgebeeld die leidt naar Telegramsites met voor een groep mensen beledigende uitlatingen en/of een website-adres is vermeld dat verwijst naar voor een groep mensen beledigende uitlatingen, is naar het oordeel van het hof sprake van een voorwerp waarin een voor een groep mensen beledigende uitlating
is vervat. Dat op de stickers en flyers zelf ‘slechts’ een op het oog neutrale tekst (een websiteadres) of betekenisloos symbool (een QR-code) ‘is vervat’, doet aan de strafbaarheid niet af omdat in werkelijkheid achter die tekst of dat symbool groepsbeledigende uitlatingen schuilgaan die met die tekst of met dat symbool eenvoudig kunnen worden ontsloten en verspreid en juist is bedoeld een dergelijke verspreiding met de strafbaarstelling van artikel 137e lid 1 onderdeel 2° Sr te voorkomen. Op grond van het voorgaande acht het hof dit feit wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en metop1 januari 2023 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,zich
meermalen, althans eenmaalin het openbaar, bij geschrift en/ of bij afbeelding, opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op [locatie 1] :
- “ White Lives Matter”,
- “ Vrolijk Blank 2023” en
/of
- “ We must secure the existence of our people and a future for white children” te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij
in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en metop1 januari 2023 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, in het openbaar, bij geschrift en/of bij afbeelding, heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen,
door op [locatie 1] :
- “ We must secure the existence of our people and a future for white children” te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij
in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en metop1 januari 2023 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
meermalen, althans eenmaaleen uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij, verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden voor een groep mensen wegens hun ras
en/of godsdienstbeledigend was, te weten gekleurde en/of zwarte mensen
en/of Jodenen
/ofheeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras
en/of godsdienst, te weten gekleurde zwarte mensen
en/of Joden, door op [locatie 1]
,:
- “ White Lives Matter”,
- “ [telegramsite 1] ”,
- “ Vrolijk Blank 2023”,
- “ We must secure the existence of our people and a future for white children”,
- “ [website] ” en
/of
- “ [telegramsite 2] ”
,
te projecteren
,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
7.
hij op
of omstreeks24 februari 2023 te [plaats 3]
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
een of meer voorwerpen waarin, naar hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een of meer uitlatingen waren vervat die voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend waren, te weten gekleurde en/of zwarte mensen en
/ofJoden, ter openbaarmaking van die uitlatingen en
/ofter verspreiding in voorraad heeft gehad, te weten:
- een of meer stickers en
/offlyers voorzien van de tekst “White Lives Matter” met een QR
-code die verwijst naar de telegramsite [telegramsite 1] en
/of[telegramsite 2] en
/of
- een of meer stickers en
/offlyers voorzien van de tekst “ [website] ”.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
zich in het openbaar bij geschrift en/afbeelding opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
in het openbaar bij geschrift en/of afbeelding aanzetten tot discriminatie van mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een uitlating openbaar maken die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras beledigend is en aanzet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Het onder 7 bewezenverklaarde levert op:
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een uitlating als bedoeld in artikel 137e, eerste lid, onderdeel 1°, van het Wetboek van Strafrecht, is vervat, ter openbaarmaking of ter verspreiding daarvan in voorraad hebben, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan groepsbelediging, het aanzetten tot discriminatie en het openbaar maken van beledigende en discriminatoire uitlatingen door teksten te projecteren op [locatie 1] in [plaats 1] . Deze gebeurtenis vond plaats in de nieuwjaarsnacht vlak na de jaarwisseling 2022/2023. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het in voorraad hebben van stickers en flyers ter openbaarmaking en/of ter verspreiding van discriminerende uitlatingen.
Een jaarwisseling is bij uitstek een moment van gezelligheid waar mensen in verbondenheid met elkaar feest vieren. Door het projecteren van de teksten zoals bewezenverklaard, heeft de verdachte dit vieren verstoord door anderen ongevraagd te confronteren met kwetsend gedachtegoed en hun een boodschap van expliciete onverdraagzaamheid op te dringen. De projectie op [locatie 1] , gedaan tijdens de nationale viering van het nieuwe jaar waarvan live verslag werd gedaan op de televisie, had een groot bereik. Ook met de flyers en stickers wilde hij het door hem aangehangen (bewezenverklaard) discriminatoire gedachtegoed verder verspreiden.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 15 oktober 2025, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, maar voorafgaande aan de onderhavige feiten niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een soortgelijk strafbaar feit.
Daarnaast heeft het hof acht geslagen op over de verdachte uitgebrachte rapportages door Reclassering Nederland van 8 maart 2023 en 30 september 2025. Ook heeft het hof gelet op door het NIFP uitgebrachte rapportages van psychiaters C.M.A. Metton van 26 juni 2025 en A.E. Grochowska van 17 juli 2025. Deze rapportages zijn uitgebracht in het kader van een andere strafzaak, in het kader waarvan de verdachte ten tijde van de behandeling van de onderhavige zaak in hoger beroep preventief was gedetineerd. De inhoud van deze rapportages geven het hof geen aanleiding de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur alsmede een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van de feiten niet worden volstaan met een straf die niet (mede) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf behelst.
Voor het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur zoals door de advocaat-generaal geëist ziet het hof evenwel geen aanleiding, mede gelet op het feit dat de verdachte ten tijde van het begaan van de feiten niet eerder onherroepelijk was veroordeeld ter zake van een soortgelijk feit en het hof rekening houdt met art. 63 Sr. Het hof zal een groot deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen alsmede een taakstraf van na te melden duur. Het voorwaardelijke strafdeel dient ertoe herhaling te voorkomen.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd de in beslag genomen
voorwerpen te onttrekken aan het verkeer.
Het hof zal de op de beslaglijst onder nummer 2, 4, 11 en 14 na te melden voorwerpen onttrekken aan het verkeer, nu
het voorwerpen van zodanige aard betreffen dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Het hof zal de onder de nummers 7, 15 en 17 na te melden voorwerpen verbeurd verklaren, nu het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke het onder 7 bewezenverklaarde is begaan.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Daarnaast zal het hof de teruggave gelasten aan degene bij wie het voorwerp in beslag is genomen van de op de beslaglijst onder de nummers 1, 3, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13 en 16 na te melden voorwerpen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24, 33, 36b, 36c, 36d, 57, 63, 137c, 137d en 137e van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 7 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 7 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760856 USB Stick Intenso, Grijs, merk: Intenso), op de beslaglijst genummerd als 2;
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL 1700-RTRAA23031-760864 Oneplus mobiele telefoon, Zwart, merk: OnePlus), op de beslaglijst genummerd als 4;
1. STK Karton (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760217 Spandoek opdruk White Lives Matter met link naar Telegramkanaal, Wit met tekst), op de beslaglijst genummerd als 11;
2 STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760196 Emblemen Extreem rechts met opdruk gans, Zwart/Wit), op de beslaglijst genummerd als 14.
Beveelt de
verbeurdverklaringvan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031 „760194 Flyers en stickers van WLM, grote stapel), op de beslaglijst genummerd als 7;
1. STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760193 Flyers en stickers WLM. [website] ), op de beslaglijst genummerd als 15;
1. STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760204 Stickers en flyers WLM, diversen), op de beslaglijst genummerd als 17.

Gelast de teruggave aan degene bij wie het voorwerp in beslag is genomen van:

1. STK Telefoontoestel (Omschrijving;
PL1700-RTRAA23031_760851 Motorola moto mobiele telefoon, Zwart, merk: Motorola), op de beslaglijst genummerd als 1;
1. STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving:
PL1700-RTRAA23031.760857 Seagate Harde schijf uit computer, Zwart, merk: Seagate), op de beslaglijst genummerd als 3;
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: T PL1700-RTRAA2303L760865 Fairphone mobiele telefoon, Grijs, merk: Fairphone), op de beslaglijst genummerd als 5;
1. STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760214 Externe hardeschijf, Samsung), op de beslaglijst genummerd als 6;
5 STK Embleem (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031 _760212 Emblemen, Zwart en blauw), op de beslaglijst genummerd als 8;
1. STK Niet te definieren goederen (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760215 Plastic bakje met uitgeknipte letters, Groen, merk: Sunware), ), op de beslaglijst genummerd als 9;
1. STK Karton (Omschrijving: PL1700-RTRAA230.31_760216 Kartonnen letters, diversen met waarmee White Lives Matters mee gevormd kan worden. Bruin), op de beslaglijst genummerd als 10;
1. STK Karton (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760218 Poster White Lives Matter, Wit), op de beslaglijst genummerd als 12;
1. STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL 1700- RTRAA23031 _760195 Handgeschreven teksten kladblok), op de beslaglijst genummerd als 13;
12 STK Munitie (Omschrijving: PL1700-RTRAA23031_760202 Ketting van patronen, 12 stuk aan een geregen draad), op de beslaglijst genummerd als 16.
Dit arrest is gewezen door mr. M.A.J. van de Kar, als voorzitter, mr. G.C. Haverkate en mr. K. Versteeg, leden, in bijzijn van de griffier mr. M.C. Bongaerts.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 december 2025.