ECLI:NL:GHDHA:2025:55
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- S.E. Postema
- W. de Wit
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan geldige volmacht
Op 9 januari 2025 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan in de hoger beroepen BK-24/231 en BK-24/232, ingediend door [Y] tegen de uitspraken van de Rechtbank Rotterdam van 28 februari 2024. De zaak betreft de waardering van onroerende zaken, waarbij de Heffingsambtenaar de waarde van twee onroerende zaken op € 298.000 en € 171.000 heeft vastgesteld voor het kalenderjaar 2022. [Y] heeft bezwaar gemaakt tegen deze waarderingen, maar de Heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft [Y] beroep ingesteld bij de Rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde en het verzoek om schadevergoeding afwees.
In hoger beroep heeft [Y] een volmacht ingediend die op 30 april 2021 was ondertekend door [A]. Het Hof heeft [Y] herhaaldelijk verzocht om een recente volmacht te overleggen, maar [Y] heeft hieraan geen gevolg gegeven. Tijdens de zitting op 28 november 2024 heeft [Y] verklaard geen volmacht te kunnen overleggen. Het Hof heeft geoordeeld dat, omdat [Y] geen geldige volmacht heeft overgelegd, hij niet kan worden aangemerkt als gemachtigde van de belastingplichtige. Hierdoor zijn de hoger beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Het Hof heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.