ECLI:NL:GHDHA:2025:56
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- S.E. Postema
- W. de Wit
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vastgestelde waarde van een onroerende zaak onder de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin de waarde van een woning is vastgesteld door de Heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland. De Heffingsambtenaar had de waarde van de woning op 1 januari 2020 vastgesteld op € 949.000, wat leidde tot aanslagen in de onroerendezaakbelastingen en watersysteemheffing. Belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft belanghebbende opnieuw betoogd dat de vastgestelde waarde te hoog is, maar het Gerechtshof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld, mede op basis van vergelijkingsobjecten en de stijgende woningmarkt. De rechtbank en het Hof hebben beide geoordeeld dat de waarde van de woning in lijn is met de verkoopprijzen van vergelijkbare woningen en dat de argumenten van belanghebbende niet voldoende onderbouwd waren. De uitspraak van het Hof is openbaar uitgesproken op 9 januari 2025.