Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant 1] ,
[appellant 2] ,
1.[geïntimeerde 1] Beheer B.V.,
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 24 maart 2023, waarmee [appellanten] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 28 december 2022;
- de memorie van grieven van [appellanten] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerden] , met bijlagen;
3.Feitelijke achtergrond
(…)
Geldnemer sinds haar ziekmelding op 6 oktober 2016 en haar ontslag als statutair bestuurder op 21 december 2016 verwikkeld is in meerdere geschillen met [Beheer 1] B.V., [Beheer 2] B.V., [naam onderneming] B.V. en/of de heer [naam] ; (hierna tezamen genoemd: “[aandeelhouders Beheer 1] .”);
Geldnemer sinds eind 2016 ook verwikkeld is geraakt in meerdere gerechtelijke procedures (hierna: “Procedures”) tegen [aandeelhouders Beheer 1] .;
Geldnemer sinds 6 oktober 2016 resp. 21 december 2016 niet beschikt over de financiële middelen om haar financiële (vaste) lasten te voldoen en haar recht te halen jegens [aandeelhouders Beheer 1] . door de Procedures te initiëren, om in de Procedures tegen [aandeelhouders Beheer 1] . verweer te voeren alsmede met hen te onderhandelen over een schikking;
teneinde Geldnemer haar financiële (vaste) lasten te voldoen en in de gelegenheid te stellen haar recht te halen en de Procedures tegen [aandeelhouders Beheer 1] . zoveel mogelijk finaal te beslechten al dan niet door een schikking te treffen, Geldgever vanaf 2016 bereid is (geweest) een geldlening te verstrekken aan Geldnemer, hierna te noemen: de “Lening”, onder de voorwaarden als opgenomen in deze overeenkomst, hierna te noemen: de “Overeenkomst”;
Geldgever bereid is de reeds verstrekte gelden om te zetten in de Lening. De reeds verstrekte gelden blijken uit het overzicht (bijgewerkt tot 04 juni 2019) dat is aangehecht als bijlage 1 aan de Overeenkomst;
Geldnemer op grond van de Overeenkomst tot zekerheid voor de nakoming van al hetgeen Geldgever uit de Overeenkomst heeft te vorderen, gehouden is aan Geldgever een pandrecht op al haar huidige en toekomstige vorderingen op [aandeelhouders Beheer 1] . te verstrekken;
Geldnemer slechts gehouden is het bedrag op de Lening af te lossen dat zij ontvangt aan (schade)vergoedingen naar aanleiding van de Procedure(s) onder aftrek van toekomstige vorderingen van de Belastingdienst en het pensioenfonds op Geldnemer, waarvan de hoogte ten tijde van het opstellen van de Overeenkomst onbekend is. Geldgever is zich ervan bewust dat het risico reëel is dat Geldgever onvoldoende (schade)vergoeding ontvangt, althans onvoldoende resteert, om de Lening geheel af te lossen en is bereid dit risico te lopen, gezien de zakelijke rente die Geldnemer vergoedt over de Lening.
2.Aanvang, duur en einde van de Overeenkomst
3.Terbeschikkingstelling
4.Aflossing, opeisbaarheid en rente
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
[geïntimeerde 1]met [aandeelhouders Beheer 1] . had over met name de aandelen die [geïntimeerde 1] hield in [Beheer 1] . Het staat daarnaast vast dat [erflater] op de hoogte was van de slechte financiële toestand van [geïntimeerde 1] toen de bedragen werden verstrekt/ toen de Overeenkomst werd getekend. [geïntimeerde 2] heeft met [erflater] open kaart gespeeld over het risico dat de lening niet (volledig) zou kunnen worden terugbetaald als de procedures tegen [aandeelhouders Beheer 1] . zouden worden verloren, welk risico [erflater] welbewust heeft aanvaard (zie bijv. de considerans van de Overeenkomst onder C en G).
.
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 28 december 2022;
- veroordeelt [appellanten] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [appellanten] begroot op € 16.430,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellanten] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft betaald;
- bepaalt dat als [appellanten] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellanten] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellanten] deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft betaald;
- verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.