Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[naam maatschap] ,
[appellant 2]en
[appellant 3],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 16 oktober 2023, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 19 juli 2023;
- de memorie van grieven van [appellant] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord van de Staat, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond en juridisch kader
Daarna zijn vergunningen verleend voor de pluimveehouderij op basis van de Wet milieubeheer (hierna: de Wmb-vergunningen) met de volgende ammoniakemissies per jaar (in kg NH3 [1] ):
Een initiatiefnemer, onderscheidenlijk de eigenaar van het betrokken bedrijf, vraagt bij het voornemen tot wijziging van zijn bedrijfsvoering (aantallen stuks vee of nieuwbouw) bij Gedeputeerde Staten een vergunning aan indien door de wijziging de maximale N-depositie vanwege het bedrijf op een beschermd natuurgebied toeneemt ten opzichte van de referentiedatum.
(…)”
De (toenmalige) minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Infrastructuur en Waterstaat (in overeenstemming met Gedeputeerde Staten van de provincies en de minister van Defensie) hadden het PAS vastgesteld op grond van artikel 19kg Nbw. Tegelijk met de inwerkingtreding van het PAS is (het hierboven onder 3.6 genoemde) artikel 19kd Nbw vervallen.
4.Vorderingen en procedure
en tot vergoeding van de schade die [appellant] nog zal lijden wegens het niet kunnen verkrijgen van verdere financiering of wegens het onverkoopbaar blijven – of: (in hoger beroep toegevoegd) moeten staken – van zijn bedrijf, nader op te maken bij staat,
5.Beoordeling in hoger beroep
Relevante feiten
niet onverbindend verklaardedelen niet als onrechtmatig handelen kan worden gekwalificeerd. De schade die [appellant] als gevolg van deze delen heeft geleden komt daarom niet voor vergoeding in aanmerking.
wel onverbindend verklaarde delenvan het PAS moet de vraag worden gesteld wat de situatie zou zijn geweest als deze delen niet waren vastgesteld en dus niet zouden hebben bestaan.
zonderdat een Nb-vergunnings
vrijstellingvoor bestaand gebruik gold. Bovendien werd de invloedsfeer van ammoniakemissie inmiddels berekend tot 25 kilometer afstand.
.
6.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 19 juli 2023;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van de Staat begroot op € 4.103,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellant] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;
- bepaalt dat als [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [appellant] deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft voldaan;
- verklaart dit arrest voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.