Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[verweerder 1] ,
[verweerder 2] ,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
(…)
Het lekslaan van isolerend glas binnen 10 jaar na de fabricagedatum.
Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 5:112, eerste lid onder a van het Burgerlijk Wetboek onder meer gerekend:
die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten of van de gemeenschappelijke zaken of tot het behoud daarvan;
die welke verband houden met noodzakelijke herstelwerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken (…);
Het bestuur zal het gebouw verzekeren (…) tegen water-, storm-, brand-, ontploffings-, vliegtuig- en glasschade. (…)
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Het hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
De ruit is breuk, ergens in het oppervlak van het glas zit een ster/barst/scheur welke zeer goed zichtbaar is. Dit is op locatie niet geconstateerd en is hiermee hoogst onwaarschijnlijk dat dit de reden voor het lek-slaan van de ruit is.
Tijdens het produceren van de ruit is de randafdichting onvoldoende afgewerkt. Dit betreft de zwarte kitrand welke iedere ruit met ene dubbele dichting lucht/gas-dicht maakt.
Het kozijn is niet afwaterend. Dit wil zeggen dat er nergens in het kozijn/latten een voorziening is welke er voor zorg draagt dat vocht en/of vuil uit de omliggende ruimte rondom de ruit, deze ruimte kan verlaten. Hierdoor zal het vuil/vocht gaan vreten aan de randafdichting en uiteindelijk lek gaan.”
collega’s” van de genoemde medewerker op locatie zijn geweest en ter plaatse geen ster/barst/scheur hebben geconstateerd. Deze collega’s van Emmery hebben bovendien op locatie “
geconstateerd dat de ruit lek is”, aldus de verklaring. De blote stelling van de VvE dat ook sprake kan zijn van door een breuk of scheur beschadigd glas als de breuk of scheur niet direct zichtbaar is legt tegenover de gedetailleerde verklaring van Emmery onvoldoende gewicht in de schaal. Emmery acht het als gespecialiseerd glasservicebedrijf immers “
hoogst onwaarschijnlijk” dat het lekslaan van de beglazing veroorzaakt is door een (door hen niet geconstateerde) breuk in het glas (zie achter 1.). Volgens Emmery resteert als oorzaak van het ‘lekslaan’ van de beglazing in dat geval een onvoldoende afgewerkte randafdichting tijdens het produceren van de ruit (zie achter 2.) of een niet (voldoende) afwaterend kozijn waardoor de randafdichting is aangetast (zie achter 3.). De verklaring van Emmery wijst dus op een zich langzaam manifesterend ‘gebrek’ in de beglazing en niet op door een (externe) gebeurtenis ontstane ‘schade’.
7.Beslissing
Het hof:
- bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 24 februari 2023;
- veroordeelt de VvE in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [verweerders] begroot op € 2.949,-;
- bepaalt dat als de VvE niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, de VvE de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nasalaris van € 92,-.