ECLI:NL:GHLEE:2001:AB0388
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Belanghebbende tegen de Inspecteur inzake inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 1993 en 1994
In deze zaak gaat het om een geschil tussen belanghebbende, een anesthesioloog van Duitse afkomst, en de Inspecteur van de Belastingdienst over de aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 1993 en 1994. Belanghebbende werd voor deze jaren aangeslagen op basis van een belastbaar inkomen van respectievelijk f 120.313 en f 116.144. Na bezwaren van belanghebbende heeft de inspecteur de aanslagen herzien, maar deze bleven grotendeels in stand. Belanghebbende heeft hiertegen beroep aangetekend.
De mondelinge behandeling vond plaats op 10 november 2000, waarbij belanghebbende en de inspecteur aanwezig waren. Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota overgelegd. De kern van het geschil betreft de vraag of belanghebbende recht heeft op dotering aan de fiscale oudedagsreserve, aftrek van reiskosten voor patiëntenzorg, vermogensaftrek, arbeidskostenforfait en rentevrijstelling. De inspecteur heeft deze verzoeken afgewezen, wat door belanghebbende werd betwist.
Het hof heeft overwogen dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen, met name met betrekking tot de vermogensopstelling en de kosten van woon-werkverkeer. De inspecteur heeft terecht de aftrek van de vermogensaftrek geweigerd, omdat belanghebbende geen adequate opstelling van haar ondernemingsvermogen heeft overgelegd. Ook de rentevrijstelling kon niet worden toegepast, omdat de lening van belanghebbende aan haar moeder niet was verzekerd door een hypotheek.
Uiteindelijk heeft het hof de uitspraak van de inspecteur bevestigd, waarbij het belanghebbende niet is gelukt om haar standpunten te onderbouwen. De beslissing van het hof is genomen op 23 februari 2001, en de griffier heeft de uitspraak op 28 februari 2001 aan beide partijen verzonden.