ECLI:NL:GHLEE:2001:AD5175
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Fransen
- mr. De Jong
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vastgestelde waarde van onroerende zaak ingevolge de Wet waardering onroerende zaken
Op 2 november 2001 heeft het Gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan in een belastingzaak betreffende de waarde van een onroerende zaak aan de a-straatl 6 te Z. De zaak was aangespannen door belanghebbende, die het niet eens was met de waarde die door het hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Emmen was vastgesteld. De waarde was oorspronkelijk vastgesteld op fl. 486.000,-- op 8 maart 1997, maar na bezwaar was deze verlaagd naar fl. 478.000,--. Belanghebbende stelde dat de aanwezigheid van asbesthoudende beplating in de woning niet voldoende was meegenomen in de waardebepaling, en vroeg om een verdere waardevermindering van 20%.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2001 werd de zaak besproken, waarbij belanghebbende werd bijgestaan door zijn echtgenote en een buurman. De gemachtigde van het hoofd, de heer A, en de makelaar-taxateur, de heer B, waren ook aanwezig. Het hof oordeelde dat het hoofd niet voldoende had aangetoond dat de waarde van fl. 478.000,-- de aanwezigheid van asbest in voldoende mate had meegenomen. Het hof stelde de waarde van de onroerende zaak uiteindelijk vast op fl. 453.000,--, waarbij het hoofd werd opgedragen het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden.
De uitspraak van het hof vernietigde de eerdere beslissing van het hoofd en stelde de waarde van de onroerende zaak vast, waarbij het hof de kosten van asbestverwijdering en herstel in overweging nam. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 7 november 2001 aangetekend verzonden aan beide partijen.