ECLI:NL:GHLEE:2002:AE7809
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.H.A. Fransen
- F.J.W. Drion
- J. Wolt
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag waterschapslasten door belanghebbende
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen een aanslag waterschapslasten die door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Oost-Veluwe is opgelegd. De aanslag betreft twee gebouwde eigendommen en twee ongebouwde onroerende zaken in de gemeente Z, met een totaalbedrag van f 38,-. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar het dagelijks bestuur heeft de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat de uitspraak van het dagelijks bestuur heeft bevestigd. Vervolgens heeft belanghebbende cassatie ingesteld bij de Hoge Raad, die de uitspraak van het gerechtshof te Arnhem heeft vernietigd en de zaak heeft verwezen naar het gerechtshof te Leeuwarden.
Na de verwijzing heeft het hof belanghebbende in de gelegenheid gesteld om een memorie in te dienen, maar belanghebbende heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Het dagelijks bestuur heeft wel een memorie ingediend, waarin zij stelt dat de verharde oppervlakten in de stad Z de afvoer van neerslag beïnvloeden en dat er voldoende afwaterings- en bergingsmogelijkheden noodzakelijk zijn. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 juni 2002 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht.
Het hof heeft vastgesteld dat de onroerende zaken van belanghebbende zich in een waterstaatkundig als eenheid te beschouwen gebied bevinden en dat deze onroerende zaken belang hebben bij de taken van het waterschap. Het hof oordeelt dat de aanslagen overeenkomstig de geldende verordeningen zijn vastgesteld en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zich tegen de heffing verzetten. De uitspraak van het hof is op 18 september 2002 gedaan, waarbij het beroep van belanghebbende ongegrond is verklaard.