ECLI:NL:GHLEE:2004:AP1147
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Meijeringh
- J. Breemhaar
- H. Streppel
- Rechtspraak.nl
Geschil over aanspraak op bemiddelingsloon tussen vastgoedbemiddelaar en opdrachtgever
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Levago Vastgoedbemiddeling B.V. en een opdrachtgever, aangeduid als [geïntimeerde]. Levago heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld bij de rechtbank te Zwolle, maar deze rechtbank verklaarde zich onbevoegd en verwees de zaak naar de rechtbank Leeuwarden. Levago vorderde betaling van een bemiddelingsloon van € 2.249,99, vermeerderd met wettelijke rente en beslagkosten, na het tot stand komen van een koopovereenkomst tussen [geïntimeerde] en [kopers] c.s. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, waarna Levago in hoger beroep ging.
Het hof heeft de grieven van Levago gezamenlijk behandeld en onderzocht of de vordering op grond van de artikelen 7:427 en 7:418 van het Burgerlijk Wetboek toewijsbaar was. Het hof oordeelde dat Levago in strijd had gehandeld met de transparantie-eisen die voortvloeien uit deze artikelen, omdat zij [geïntimeerde] niet tijdig op de hoogte had gesteld van haar relatie met [kopers] c.s. Dit gebrek aan transparantie leidde ertoe dat Levago geen aanspraak kon maken op het gevorderde loon. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, met verbetering van de gronden, en veroordeelde Levago in de kosten van het geding in hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in bemiddelingsovereenkomsten en de verplichting van de opdrachtnemer om de opdrachtgever tijdig te informeren over relevante relaties die invloed kunnen hebben op de totstandkoming van een overeenkomst. De zaak illustreert ook de toepassing van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek in de context van vastgoedbemiddeling.