ECLI:NL:GHLEE:2006:AV8588
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.S. Pruiksma
- J. Huiskes
- G.M. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen de waardebeschikking van een windmolenpark
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te Leeuwarden, staat de ontvankelijkheid van het bezwaar van de belanghebbende tegen de waardebeschikking van een windmolenpark centraal. De heffingsambtenaar had de waarde van het windmolenpark vastgesteld op € 5.445.362,-, maar verklaarde het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk. De belanghebbende, voorheen A N.V., had eerder een bezwaarschrift ingediend tegen deze beschikking, maar werd in een eerdere uitspraak niet-ontvankelijk verklaard. De belanghebbende stelde dat de vaststellingsovereenkomst die met de gemeente was gesloten niet van toepassing was op de waardebeschikking, omdat deze was gesloten vóór de inwerkingtreding van de Wet WOZ. Het hof oordeelde echter dat de vaststellingsovereenkomst ook onder de Wet WOZ geldt, aangezien deze al in werking was getreden ten tijde van de overeenkomst. Het hof concludeerde dat de belanghebbende niet het recht kan worden ontzegd om bezwaar te maken tegen de waardebeschikking, en verklaarde het beroep gegrond. De uitspraak van de heffingsambtenaar werd vernietigd, en de belanghebbende werd ontvankelijk verklaard in haar bezwaar. De waarde van het windmolenpark werd gehandhaafd op € 5.445.362,-, en de gemeente werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten.