ECLI:NL:GHLEE:2007:BA1406
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.J. Beswerda
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- G.N. Roes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens niet voldoen aan vordering tot uitlevering van paspoorten van dieren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 maart 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk niet voldoen aan een vordering tot uitlevering van paspoorten van paarden en/of pony's, gedaan door een opsporingsambtenaar. De feiten vonden plaats op 15 en 22 december 2004, terwijl de paspoorten van de dieren al op 13 december 2004 in beslag waren genomen. Het hof oordeelde dat het bevel tot uitlevering onbevoegd was gegeven, omdat er geen opsporingsbelang was om de paspoorten op die data te vorderen. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit.
Daarnaast waren er ook beschuldigingen met betrekking tot de toestand van de dieren, waarbij het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte verantwoordelijk was voor de ondervoeding van de dieren vóór 13 december 2004. De resultaten van onderzoeken door dierenartsen gaven aan dat de dieren op 13 december 2004 te mager waren, maar er was geen bewijs dat dit het gevolg was van het handelen of nalaten van de verdachte. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.
Het hof oordeelde ook over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte, waarbij het werd verworpen dat de paarden onrechtmatig waren vervreemd en dat de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) onbevoegd had opgetreden. De uitspraak benadrukte dat de LID wel degelijk bevoegd was om op te treden in deze zaak, en dat de inbeslagname van de dieren op zorgvuldige wijze had plaatsgevonden. De beslissing van het hof resulteerde in de teruggave van de in beslag genomen dieren aan de verdachte.