ECLI:NL:GHLEE:2008:BG9232
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Zuidema
- Kuiper
- De Hek
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van mondeling boetebeding in arbeidsovereenkomst wegens strijd met BW
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, ging het om een hoger beroep van Cebim Handelsmaatschappij B.V., Sesam B.V. en Cecem Holding B.V. tegen een eerdere uitspraak. De zaak draaide om de geldigheid van een mondeling boetebeding dat concurrentie tijdens de arbeidsovereenkomst verbiedt, welke door het hof als nietig werd verklaard op grond van artikel 7:650 derde lid van het Burgerlijk Wetboek. Het hof oordeelde dat de bewijslast bij de appellanten lag, en dat zij niet in staat waren om het tegenbewijs te leveren tegen het vermoeden dat er een terugbetalingsverplichting bestond tussen Cecem en de geïntimeerde. De getuigenverklaringen wezen erop dat de geïntimeerde, ondanks zijn pogingen om van de lening af te komen, zich bewust was van zijn terugbetalingsverplichting. Het hof concludeerde dat de geïntimeerde niet geslaagd was in het leveren van tegenbewijs en dat de grieven van de appellanten in bepaalde opzichten slagen. Het hof vernietigde het vonnis in conventie en veroordeelde de geïntimeerde tot terugbetaling van de lening van € 29.899,83, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 mei 2006. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien beide partijen over en weer in het ongelijk waren gesteld.