ECLI:NL:GHLEE:2011:BP1166
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurovereenkomst voor bepaalde tijd en tussentijdse beëindiging
In deze zaak gaat het om een huurovereenkomst voor bepaalde tijd tussen [appellant] en CWS Nederland B.V. De overeenkomst, die op 20 januari 2006 werd gesloten, had een looptijd van 36 maanden en betrof de verhuur van handdoekautomaten en andere hygiëneproducten. [appellant] heeft de overeenkomst opgezegd per 21 mei 2007, maar CWS heeft deze opzegging bevestigd en aangegeven dat de officiële einddatum van het contract 12 februari 2009 zou zijn. In eerste aanleg heeft CWS [appellant] aangesproken voor betaling van openstaande huurtermijnen en andere kosten, maar de kantonrechter heeft de vordering gedeeltelijk toegewezen en de vordering tot buitengerechtelijke kosten afgewezen.
[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter, waarin hij vier grieven heeft opgeworpen. De grieven richten zich onder andere tegen de toepassing van de algemene voorwaarden van CWS en de vraag of CWS tekort is geschoten in haar verplichtingen. Het hof heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van CWS van toepassing zijn, omdat deze onderaan de huurovereenkomst zijn vermeld en door beide partijen zijn ondertekend. Het hof oordeelt dat [appellant] niet heeft aangetoond dat hij de overeenkomst heeft ontbonden, noch dat hij zich in eerste aanleg op ontbinding heeft beroepen.
Het hof concludeert dat de grieven van [appellant] niet slagen. De vordering tot schadevergoeding en ontbinding van de overeenkomst kan niet in hoger beroep worden ingesteld, omdat deze vorderingen niet tijdig zijn ingediend. Het hof bekrachtigt de vonnissen van de kantonrechter en veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep.