12. [appellante] heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat zij is getroffen door een mortier afkomstig uit de door [getuige 1] ontstoken Sky Dancer en dat deze Sky Dancer een gebrekkig product is. De rechtbank heeft deze stellingen van [appellante] gehonoreerd. Tegen deze beslissing richten de grieven II tot en met IX in het incidenteel appel zich. Het hof gaat bij de bespreking van deze grieven uit van de volgende feiten en omstandigheden:
a. Uit hetgeen het hof bij de bespreking van grief I in het incidenteel appel heeft overwogen, volgt dat het er van uitgaat dat [getuige 1] in de bewuste oudejaarsnacht het vuurwerkpakker Rainbow II met daarin een Sky Dancer ter beschikking had;
b. [getuige 1] heeft als getuige bij de rechtbank - voor zover van belang - de volgende verklaring afgelegd:
Met betrekking tot het afsteken van de Sky dancer kan ik het volgende verklaren. De eerste paar mortieren ontploften boven mijn huis dat volgens mij 5 meter hoog is. De mortier die volgens mij het letsel heeft veroorzaakt ontplofte echter op een hoogte iets boven mijzelf. Volgens mij vuurde de sky dancer daarna nog een paar mortieren af die weer boven de woning ontploften.
[getuige 7], [getuige 2] en ikzelf waren de enigen die vuurwerk hadden meegenomen. Ik had mijn vuurwerk binnen uitgestald. Wij hebben na 12 uur doelbewust niet alles tegelijk ontstoken, maar om beurten ontstaken wij ([getuige 7], [getuige 2] en ikzelf) op de stoep een stuk vuurwerk. Wij konden elkaar dan niet in de weg lopen.
Mijn buren aan de ene kant waren niet thuis. De andere buren hebben ook geen vuurwerk afgestoken. Wij waren de enigen in mijn gezichtsveld die vuurwerk afstaken.
(..)
Ik heb ook geen idee hoe het komt dat in de door Biesbroek afgenomen verklaringen door de betrokkenen verschillende beschrijvingen worden gegeven van het vuurwerk dat volgens mij het letsel heeft veroorzaakt. Ik kan mij niet herinneren dat een pot met puntjes waaruit pijlen omhoog werden geschoten is ontstoken. [getuige 2] had vuurwerk uit Duitsland meegenomen. Ik kan niet verklaren dat het illegaal vuurwerk was. Ik weet ook niet meer welk gedeelte van dit vuurwerk is afgestoken. Na het ongeval hebben wij geen vuurwerk meer afgestoken zodat er nog veel overbleef.
De Sky dancer heb ik tussen de bakstenen gezet om te voorkomen dat de pot om zou vallen. Een eerder jaar heb ik wel eens meegemaakt dat zo’n soort pot omviel en dat wilde ik nu voorkomen. Ik ben mij er niet bewust van dat er zich in de doos van het Rainbowpakket waarin de sky dancer zich bevond, een inkeping bevond die juist bedoeld is om het vuurwerk vast te zetten.
Ik weet niet meer hoeveel vuurwerk ik heb afgestoken voor het ongeval. Direct na de knal op de door mij aangegeven hoogte vlak boven mijzelf vloog mij en [getuige 2] iets om de oren, waarvan wij schrokken. Wij zeiden toen tegen elkaar iets in de trant van dat ging net goed. Wij bevonden ons toen op het pad van mijn voordeur naar de straat maar dichterbij de voordeur dan bij de straat. Direct daarna werd mijn naam geroepen. Ik draaide mij toen om en zag dat er wat met [appellante] aan de hand was. Ik weet zeker dat dat letsel veroorzaakt is door de Sky dancer.
Deze verklaring komt in essentie overeen met wat [getuige 1] op 22 januari 2004 aan Biesbroek heeft verklaard, te weten:
Op een gegeven moment volgens mij was het op dat moment ongeveer 00.15 uur heb ik een Sky Danger op het trottoir voor onze woning geplaatst. Dit betrof een kartonnen doos. Rondom deze doos heb ik stenen geplaatst om te voorkomen dat deze om zou vallen. Dit heb ik namelijk al eens meegemaakt. Nadat ik de stenen had geplaatst heb ik met behulp van de aansteeklont, het lontje van dit vuurwerk aangestoken. Ik ben daarop terug gelopen de tuin (het hof leest: in). [getuige 2] en [getuige 7] stonden op dat moment al halverwege in de tuin en onze vriendinnen, zoals ik al eerder zei, in de tuin tegen de voorgevel van de woning. [getuige 4] en [naam] stonden bij de voordeur van onze woning.
Ik keek naar het door mij aangestoken vuurwerk en zag dat kleine mortieren de doos verlieten en op een hoogte van ongeveer 10 meter ontploften en daarbij effect gaven. Nadat de 2e of 3e mortier de lucht in was geschoten, ontplofte een mortier op een hoogte van 2 – 3 meter. Het vuurwerk van deze ontploffende mortier vloog ons om de oren, maar raakte ons niet. Ik heb zelf niet gezien in welke richting het wegspattende vuurwerk vloog. Ik dacht nog dat het goed was afgelopen en zei nog tegen [getuige 2] dat het “net goed” ging. Vervolgens wilde [getuige 2] zijn vuurwerkpot afsteken en liep daartoe richting het trottoir. Op dat moment hoorde ik [getuige 3] mijn naam roepen en voorts riep zij help. Ik ben er direct naar toe gelopen en zag [appellante] op de grond voor mijn woning zitten, met haar rug tegen de schutting. Haar hand hield zij voor haar oog. (…)
U vraagt mij of de mogelijkheid bestaat dat [appellante] door ander vuurwerk is getroffen. Ik acht die kans nagenoeg nihil. Er werd op dat moment wel vuurwerk afgestoken maar op een veel grotere afstand. Bij ons ging bij het afsteken van een vuurwerkdoos iets mis en ongeveer tegelijkertijd zakt [appellante] in elkaar. Volgens mij is zij dan ook getroffen door vuurwerk dat door mij was aangestoken.
c. Uit het rapport van Biesbroek volgt dat [getuige 1] een vuurwerkpot aan Biesbroek ter beschikking heeft gesteld en dat van deze pot foto’s zijn genomen. Bij het rapport zijn foto’s gevoegd. Twee van die foto’s betreffen een vuurwerkpot. Op één van die foto’s zijn de woorden “Sky Dancer” zichtbaar. [getuige 1] heeft over het afgeven van de pot aan Biesbroek een aparte verklaring afgelegd, die schriftelijk is vastgelegd en op 23 januari 2004 door [getuige 1] is ondertekend. Deze verklaring luidt, voor zover van belang, aldus:
Dat de vuurwerkpot, welke ik op 22 januari 2004 voor onderzoek ter beschikking stelde, met als opschrift Sky Danger, de verpakking betrof van het vuurwerk welke op 01 januari 2004 niet juist functioneerde, een van de mortieren ontplofte vroegtijdig. Zeer waarschijnlijk heeft dit tot gevolg gehad dat [appellante] oogletsel opliep. Deze vuurwerkpot maakte deel uit van een vuurwerkpakket dat ik van mijn zwager [zwager van getuige 1] ontving.
d. [getuige 2] - “[getuige 2]” in de verklaringen van [getuige 1] - heeft eveneens een schriftelijke verklaring afgelegd aan Biesbroek. Deze verklaring komt er op neer dat hij samen met [getuige 1] en [getuige 7] beurtelings vuurwerk heeft afgestoken voor de woning van [getuige 1] - de andere aanwezigen bevonden zich bij de voorgevel van de woning van [getuige 1] - en dat [getuige 1] op enig moment een vuurwerkpot op de straat voor zijn woning plaatste en rond deze pot stenen neerzette. Nadat [getuige 1] de pot had aangestoken, schoten er enkele malen ballen omhoog die op een hoogte van 20 – 30 meter uit elkaar knalden. Op een gegeven moment schoot er een bal omhoog die al op een hoogte van 1,5 – 2 meter hoogte ontplofte, waarbij het vuurwerk naar meerdere zijden schoot. Een gedeelte van dat brandende vuurwerk schoot langs hem heen - hij stond toen in de tuin van [getuige 1] op 4 à 5 meter afstand - van de door [getuige 1] ontstoken pot. [getuige 2] wilde vervolgens zijn vuurwerkpot aansteken toen hij hoorde dat [appellante], zijn vriendin, gewond was geraakt. Volgens [getuige 2] hebben hij en [getuige 7] geen vuurwerk aangestoken toen [getuige 1] de pot ontstak en waren er toen wel anderen bezig met het afsteken van vuurwerk, maar gebeurde dat op grote afstand. Op de vraag of hij zeker weet dat delen van de vuurbal uit de door [getuige 1] ontstoken pot [appellante] in het gezicht hebben geraakt, heeft hij geantwoord:
Ik zag een vuurbal uit de vuurwerkdoos van [getuige 1] omhoog komen en op een hoogte van 1,5 – 2 meter ontploffen. Bij dit ontploffen zag ik een voor zover ik mij kan herinneren groene flits langs mijn hoofd schieten, in de richting van de voorgevel van de woning van [getuige 1] en tegen deze voorgevel stond mijn vriendin. Op dat moment heb ik geen ander vuurwerk de tuin in zien vliegen. Direct daarop bleek [appellante] te zijn getroffen.
Volgens [getuige 2] is die avond alleen legaal vuurwerk afgestoken. Hij beschikte weliswaar over een in Duitsland bij een supermarkt gekochte pot, maar het ontsteken van die pot is probleemloos verlopen. [getuige 2] heeft gezien dat [getuige 1] alleen over legaal vuurwerk beschikte.
[getuige 2] is door de rechtbank als getuige gehoord en heeft bij die gelegenheid zijn eerdere verklaring (in grote lijnen en op de relevante onderdelen) bevestigd.
e. [getuige 7] (“[getuige 7]” in de verklaring van [getuige 1]) heeft in zijn door Biesbroek schriftelijk vastgelegde verklaring het volgende aangegeven over het ongeval:
Op de stoep voor de tuin hebben [getuige 1], [getuige 2] en ik vervolgens om beurten stukken vuurwerk aangestoken. Wij staken slechts één stuk vuurwerk tegelijk aan en keken dan eerst naar het effect. Met andere woorden er werden zeker geen meerdere stukken tegelijk aangestoken. Wij deden dit zonder meer voorzichtig. Tijdens het afsteken van het vuurwerk stonden wij in de tuin van [getuige 1]. De op bezoek zijnde dames stonden achter in deze tuin, met de rug tegen de voorgevel van de woning. Voor zover ik heb gezien, hebben de dames geen vuurwerk en zeker geen bijzonder vuurwerk afgestoken.
Op een gegeven moment is een vuurwerkpot aangestoken door [getuige 1]. Achter elkaar schoten lichtkogels uit deze vuurwerkpot omhoog. Op een behoorlijke hoogte ontploften deze en gaven daarbij een mooi effect. Op een gegeven moment ontplofte een uit deze vuurwerkpot komende lichtkogel al op een hoogte van ongeveer 3 meter. Deze ontplofte dan ook dicht bij ons en het vuur van deze ontploffende lichtkogel vloog alle kanten op. U vraagt mij of ik dit vuurwerk ook in de richting van de tuin van [getuige 1] heb zien schieten. Bij het omhoog gaan van deze lichtkogel kwam deze al boven de tuin van [getuige 1] en boven deze tuin knalde de lichtkogel uit elkaar. Ik zag dat vuurwerk alle kanten op schoot. Ik heb echter niet gezien dat vuurwerk afkomstig uit deze te vroeg ontploffende lichtkogel, het oog van [appellante] raakte. [appellante] betreft de vriendin van [getuige 2]. Aanvankelijk had ik ook niet gezien dat [appellante] was geraakt.
Nadat [getuige 1] zijn vuurwerkpot had aangestoken, wilde [getuige 2] een stuk vuurwerk aansteken. Op dat zelfde moment hoorde ik de vriendin van [getuige 1] roepen dat er iets met [appellante] was. [getuige 2] hoorde dit niet en ik heb vervolgens naar [getuige 2] geschreeuwd dat hij moest komen. De vriendin van [getuige 2] was inmiddels in elkaar gezakt. Naderhand zag ik dat zij oogletsel had opgelopen. U vraagt mij of dit letsel een gevolg was van het te vroeg ontploffende vuurwerk, zoals door mij omschreven, of dat zij mogelijk is geraakt door een andere uit de richting geraakte vuurpijl. Ik heb geen andere vuurpijl gezien, dus dat [appellante] door een andere vuurpijl geraakt is, sluit ik uit. Voorts is het zo dat de lichtkogel wel heel dichtbij ons explodeerde en dat vuurwerk van deze kogel alle kanten op schoot. De kleurencombinatie die ik daarbij zag was dezelfde als die van de andere ontploffende lichtkogels van deze vuurwerkpot. Tegelijk werd [appellante] getroffen. Het andere vuurwerk ontplofte op een veel grotere afstand.
f. Biesbroek heeft ook een op schrift vastgelegde verklaring afgenomen van [getuige 4]. [getuige 4] heeft onder meer het volgende verklaard:
Tijdens het afsteken van het vuurwerk stonden wij, de dames en ik, in de tuin bij de ramen. Ik had de overtuiging dat [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 7] het vuurwerk op een veilige wijze afstaken en dat wij op een veilige afstand stonden. Ik denk dat ik daar als beveiligingsbeambte wel iets over kan zeggen. De drie staken beurtelings een stuk vuurwerk af op het trottoir voor de tuin en liepen dan zelf steeds weer de tuin in. Voor het vuurwerk werd afgestoken plaatsten zij rond het vuurwerk bakstenen, om te voorkomen dat het vuurwerk tijdens het afsteken om zou vallen.
Op een gegeven moment zag ik dat [getuige 1] een vuurwerkpot tussen de bakstenen plaatste en vervolgens afstak. Dit betrof vuurwerk waarbij na elkaar met tussenposen lichtkogels worden afgevuurd, die vervolgens op een hoogte van ongeveer 10 – 15 meter uit elkaar ploffen en dan een mooi effect te zien geven. Na de 5e of 6e lichtkogel ging er iets mis. Een lichtkogel afkomstig uit dit vuurwerk ontplofte reeds op een hoogte van ongeveer 2 meter. Bij deze ontploffing zag ik een grote vuurzee. Het was een harde knal. Ik heb niet gezien in welke richting de resten van deze lichtkogel werden geslingerd. Vrijwel tegelijkertijd hoorde ik [getuige 3] zeggen: “Het gaat niet goed”. Ik keek vervolgens om en zag dat [appellante] een bloedend gezicht had. Zij hield haar hand voor haar oog. Als EHBO-er heb ik naar haar oog gekeken en constateerde dat zij ernstig oogletsel had opgelopen. 112 is gebeld en vervolgens is [appellante] overgebracht naar het ziekenhuis.
U vraagt mij wat ik precies heb gezien. Ik hoorde een grote knal en zag een vuurzee op een hoogte, lager dan 2 meter. Ik zag niet in welke richting het vuurwerk uiteenspatte. [appellante] kan ook geraakt zijn door ander vuurwerk. Het was kort na middernacht en iedereen was bezig met het afsteken. Ik durf dan ook niet met zekerheid te zeggen dat [appellante] is geraakt door vuurwerk afkomstig uit de vuurwerkpot aangestoken door [getuige 1]. Het is wel zo dat [appellante] werd geraakt, ongeveer gelijktijdig met het uit elkaar spatten van deze lichtkogel.
g. In de aan het rapport van Biesbroek gehechte schriftelijke verklaring van [getuige 5], de zus van [getuige 1], is onder meer het volgende vermeld:
Wij, de vier aanwezige dames, stonden in de tuin met onze rug tegen de voorgevel van de woning van [getuige 1], en keken naar het vuurwerk. Mijn vriend [getuige 4] stond ook in de tuin en wel tussen ons en degenen die het vuurwerk afstaken in (…)
Op een gegeven moment, het was ongeveer 00.10 uur zag ik dat [getuige 1] een ovale vuurwerkpot tussen bakstenen plaatste en vervolgens aanstak. Dit betrof een vuurwerkpot met puntjes, die vervolgens stuk voor stuk de lucht invlogen en dan op een hoogte van 5 – 10 meter uit elkaar ploften. Wij keken naar het effect dat dit vuurwerk opleverde. Op een gegeven moment zag ik een hele helle flits voor de tuin op het trottoir. Het bleek dat één van de puntjes op een hoogte van ongeveer 2 meter ontplofte. Het was een grote lichtflits en ik hoorde één van de jongens zeggen dat het maar net goed ging. Enkele seconden later hoorde ik [getuige 3] zeggen dat het niet goed was gegaan, omdat [appellante] op de grond lag. Ik keek opzij en zag [appellante] op de grond zitten met een bloedend gezicht. Ik heb alleen een grote lichtflits gezien van de ontploffende vuurpijl en niet waargenomen dat [appellante] restanten van deze pijl in haar oog kreeg. Tijdens het gebeuren stond [appellante] met haar rug tegen de voorgevel in de hoek van de tuin naast de schutting. (…)
Tijdens het ontploffen van deze pijl werd er door omwonenden ook vuurwerk afgestoken op het plein voor de woningen. Dit gebeurde echter op een grotere afstand verwijderd van de plaats waar wij stonden.
h. De andere zus van [getuige 1], [getuige 6], heeft in haar schriftelijke verklaring bij het rapport van Biesbroek onder meer het volgende opgemerkt:
Vervolgens werd er vuurwerk afgestoken. De woning van [getuige 1] ligt aan een pleintje en op dit pleintje werd, kort na de jaarwisseling, heel veel vuurwerk afgestoken. (…)
Op een gegeven moment stak mijn broer [getuige 1] een vuurwerkpot aan. Uit deze pot kwamen vervolgens stuk voor stuk vuurpijlen omhoog. Deze ontploften op een behoorlijke hoogte en gaven dan een mooi effect. Wij keken daar allemaal naar. De eerste twee vuurpijlen die uit deze vuurwerkdoos te voorschijn kwamen functioneerden naar behoren, maar de derde ontplofte echter al op geringe hoogte. Toen deze een hoogte had bereikt van ongeveer 2 meter plofte deze uit elkaar. Ik zag een lichtflits en hoorde een harde knal. Ik zag vuur of vuurwerk alle kanten op vliegen. U vraagt mij of ik ook vuurwerk de tuin in heb zien vliegen. Ik ben daar niet zeker van. Het ging allemaal zo snel en er was zoveel vuurwerk. Wij dachten allemaal dat het goed was afgelopen, maar kort na deze knal hoorde ik [getuige 3] zeggen: “Dat gaat niet goed”. Of iets dergelijks. Ik keek opzij en zag [appellante] tegen de schutting aan in elkaar zakken. (…)
Ik heb gezien dat [getuige 1] een vuurwerkpot aanstak, waarvan vervolgens een vuurpijl ontplofte. Daar ben ik zeker van. Ik heb echter niet gezien dat resten van deze ontploffende pijl [appellante] in het oog raakten. Door buren werd op dat moment ook vuurwerk afgestoken. Zij kan ook zijn geraakt door een andere vuurpijl die van koers was geraakt.
i. De heer M.W.L. Dirkse, projectleider bij TNO, heeft als getuige de volgende verklaring afgelegd:
Ik ben al twintig jaar werkzaam voor TNO. De laatste 10 jaar heb ik de functie van classificatiedeskundige ontplofbare stoffen vervuld. (…). Ongeveer 70 procent van de stoffen waarmee ik mij bezighoud bestaat uit vuurwerk. (…)
Het betreffende vuurwerk, de Skydancer, noem je een cake-box. Dit soort vuurwerk brengt vanaf de grond achter elkaar een aantal fragmenten die in de lucht exploderen. Hierbij zijn verschillende effecten mogelijk in dit geval, een knal en een lichteffect.
Ik heb mij naar aanleiding van dit getuigeverhoor verdiept in de werking van de Skydancer. Ik heb hiertoe testen gedaan met twee stuks Skydancer die mij beschikbaar zijn gesteld door Evuco. Bij de Skydancer wordt een lont aan de buitenzijde ontstoken, daarna ontstaat er een knal en lichteffecten. Er is ook sprake van een zogenaamd staarteffect. Dit is de lichtstaart de lucht in voordat de knal zich voordoet.
De cake-box bestaat uit een aantal kokertjes. In ieder van die kokertjes bevindt zich een fragment dat na ontsteking omhoog vliegt. Dit wordt veroorzaakt door een zogenaamde liftingcharge, bestaande uit een hoeveelheid kruit, die zich in het betreffende kokertje onder het fragment bevindt. Wanneer het fragment het kokertje heeft verlaten behoort het op een bepaalde hoogte uit elkaar te spatten. De knal die daar dan ontstaat zorgt ervoor dat lichteffecten (rood en groen) naar alle kanten verspreid worden. Er verbranden dan zogenaamde pyrotechnische materialen in de lucht. Deze materialen bestaan uit geperst poeder in balletjesvorm, ook wel Ster genaamd. Daarnaast bevat het fragment zogenaamd knal sas. Dat is kruit met een andere substantie dat de knal veroorzaakt.
Ik heb geconstateerd dat de door mij onderzochte exemplaren aan de regels voldeden. Deze houden in dat er een norm voor de maximum hoeveelheid kruit wordt gegeven. De regels geven geen waarde voor de toegestane kracht van de knal zelf.
Indien een fragment lager bij de grond ontplaft zal deze voor de waarnemers ervan krachtiger lijken omdat zij dan nu eenmaal dichterbij zijn. Indien de knal op de voorgeschreven hoogte plaats vindt en de omstanders de voorgeschreven afstand in acht hebben genomen kan er volgens mij geen schade ontstaan.
Oorzaken voor een te vroege ontploffing zouden kunnen zijn:
- het betreffende kokertje bevatte te weinig liftingcharge waardoor het fragment niet de beoogde hoogte kon bereiken
- de afstand in het kokertje tussen de liftcharge en het fragment was te groot.
Dit zijn beide voor zover ik kan beoordelen geen onmogelijke oorzaken.
Ik heb niet onderzocht wat de mogelijke schade effecten kunnen zijn, indien het fragment te laag bij de grond ontploft. Ik kan ook niet verklaren of materiaal dat door de kan verspreid wordt, dat zijn dan de sterren, zich zodanig verplaatsen dat deze schade kunnen veroorzaken. Ik heb wel geconstateerd dat de sterren na een meter of twaalf uitdoven en dat de snelheid er dan ook uit is. Ik heb niet geconstateerd dat 1 of meerdere van de sterren niet in de lucht ontbrandden.
Op een vraag van mevrouw Haersma Buma antwoord ik dat de lichteffecten die door de knal ontstaan wellicht als vuurzee zouden kunnen worden omschreven.
j. Biesboer heeft in zijn rapport in de paragraaf “situatieomschrijving” onder meer het volgende geschreven:
De afstand tussen de plaats waar het vuurwerk werd afgestoken en de positie van het slachtoffer, op het moment dat zij aan haar oog gewond raakte, bedroeg circa 9 – 10 meter, zo is vastgesteld.
Bij gelegenheid van zijn getuigenverhoor heeft [getuige 1] over deze afstand het volgende verklaard:
Ik heb het net op de gang met mevrouw [appellante] kort over haar getuigeverhoor gehad. Het viel haar mee. Daarnaast vroeg zij mij of ik de diepte van mijn voortuin kan schatten. Dat kan ik niet, ondanks het feit dat ik daar al 5 jaar woon. Biesboer heeft toentertijd met een maatrol de afstand gemeten tussen de plaats waar [appellante] stond en de plaats waar de Sky Dancer werd afgestoken. Hij zei mij dat er volgens hem voldoende afstand door [appellante] was gehouden.
De stoep die direct aan mijn voortuin grenst is ongeveer 3 meter breed. Het betreffende vuurwerk stond op deze stoep dichterbij mijn woning dan bij het fietspad.
[getuige 2] heeft bij gelegenheid van zijn verhoor over de afstand het volgende verklaard:
Tijdens de schorsing van het getuigeverhoor vandaag heb ik met mevrouw [appellante] niet over haar getuigeverklaring gesproken. Ik stond wel bij het gesprek tussen [appellante] en [getuige 1]. Het klopt dat zij hem iets vroeg over de diepte van de voortuin, maar ik had niet direct in de gaten dat dat met het getuige verhoor te maken had.
Ik schat de diepte van de zelf op 8 a 10 meter van voorgevel tot erfafscheiding. Voor de woning bevindt zich een pleintje, er is inderdaad ook een trottoir dat ik 2 a 3 meter breed schat. Wij hebben het vuurwerk op dit trottoir afgestoken op ongeveer 1 a 1,5 meter van de erfafscheiding, dat is ongeveer halverwege de stoep.
[appellante] heeft als getuige het volgende verklaard over de afstand:
De situatie ter plaatse kan ik als volgt omschrijven. De afstand van de voorgevel tot de erfgrens bij de stoep bedroeg 6 a 8 meter. De stoep is daar ongeveer 4 meter breed. Het betreffende vuurwerk stond op de stoep dichterbij de tuin dan bij de straat. Ik stond zelf vlakbij de voorgevel bij het raam. Ik schat de afstand tussen mij en het vuurwerk zo’n 6 tot 8 meter.