2.1 Belanghebbende, geboren op 4 september 1974, woont ongehuwd samen met D, geboren op 24 augustus 1979, op het adres a-straat 60 te Z.
2.2 Belanghebbende heeft in 2002 en 2003 naast zijn dienstbetrekking werkzaamheden verricht voor opdrachtgever E B.V. te L. Belanghebbendes activiteiten voor E B.V. bestaan uit het vervoer van dagbladen, met name in de nachtelijke uren, naar diverse verspreidingspunten. Belanghebbende is voor deze activiteiten door de Inspecteur als ondernemer voor de omzetbelasting aangemerkt.
2.3 Blijkens de jaarrekening 2003 staan ultimo 2003 op belanghebbendes balans de volgende auto’s: Mercedes 200 GDI Elegance (hierna: de Mercedes), Citroën Berlingo 2.0, Citroën Saxo 1.1i Furio, Citroën Berlingo 2.0 HDI.
2.4 Door de Inspecteur is op 3 oktober 2005 een onderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV 2002 en de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003. De controlerende ambtenaar heeft in het controlerapport van 15 februari 2006 het volgende opgemerkt over de Mercedes:
“3.1 Auto’s en overige transportmiddelen
(…)
Het volgende is hierover op te merken:
(…)
– volgens een aanwezig onduidelijk niet goed leesbaar kopie koopcontract is op 12-06-2002 gekocht de Mercedes. De op het koopcontract vermelde gegevens, zoals kenteken, bankrekening, omzetbelastingnummer zijn niet bestaand. Een factuur kon niet worden getoond. Het koopkontrakt voldoet niet aan de factuureisen zoals genoemd in de artikelen 35 en 35a van de Wet op de omzetbelasting 1968. Belastingplichtige kon mij geen nadere informatie verschaffen omtrent deze aankoop. In mijn brieven van 5 januari 2006 en 23 januari 2006 heb ik nogmaals om nadere informatie gevraagd. Hierop heb ik geen nadere reactie ontvangen. De auto is volgens verklaring van de heer X niet meer aanwezig. Uit de administratie blijkt geen verkoop van de auto.
Correctie afschrijving 2002: € 1.625
Correctie afschrijving 2003: € 3.000
7.1 Vergrijpboete omzetbelasting
(…)
Van de aankoop van de Mercedes is mij een kopie koopcontract overlegd waarin niet bestaande gegevens zijn opgenomen. Ook na herhaaldelijke verzoeken is mij geen nadere informatie verstrekt. Door belastingplichtige is met betrekking tot de de in punt 3.1 genoemde feiten willens en wetens onjuist aangifte gedaan.”
2.5 Het vorenbedoelde koopcontract betreft een gefaxte kopie van een koopcontract. Het aankoopbedrag van de Mercedes bedraagt volgens het koopcontract € 17.850, waarin een bedrag van € 2.850 aan omzetbelasting is begrepen. Belanghebbende heeft ter zitting van de Rechtbank verklaard dat de Mercedes nooit op zijn naam is gesteld, omdat het kopie Deel III was ingenomen.
2.6 Naar aanleiding van het onder 2.4 bedoelde boekenonderzoek is door de Inspecteur met dagtekening 27 april 2006 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd, die als volgt is samengesteld:
Suppletie aangifte 2002 € 1.972
Suppletie aangifte 2003 € 636
Correctie inzake aankoop Mercedes € 2.850
Correctie inzake aankoop Saxo € 1.491
Totaal enkelvoudige belasting € 6.949
Op het aanslagbiljet is eveneens een boetebeschikking opgenomen, die als volgt is samengesteld:
Boete 25% inzake suppletie aangiften € 652
Boete 50% inzake aankoop Mercedes € 1.425
Boete 50% inzake aankoop Saxo € 745
Totaal boete € 2.822
2.7 Het totale bedrag van de naheffingsaanslag, de boetes en de heffingsrente bedraagt € 10.572.
2.8 De toenmalige gemachtigde van belanghebbende heeft met dagtekening 10 mei 2006 een bezwaar ingediend, waarin het volgende is opgemerkt:
“betreft pro forma bezwaar tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting 2002/2003 t.n.v. X,
(…)
Hierbij maken wij namens bovengenoemde cliënt pro forma bezwaar tegen bovengenoemde aanslag. (…) Tevens verzoeken wij u uitstel van betaling te verlenen voor een bedrag van € 10.572 aan belasting, boetes en rente."
2.9 In de motivering van het bezwaarschrift van 6 juli 2006 staat, voor zover hier van belang, het volgende:
“Het bezwaar richt zich op onderdeel 7.1 in samenhang met onderdeel 3.1 van het onderzoeksrapport van 15 februari 2006. Hierin wordt aangegeven welke boetes worden opgelegd. Er is sprake van een vergrijpboete van 25% en een vergrijpboete van 50%. Wij maken bezwaar tegen de vergrijpboetes. Hierna gaan wij in op beide boetes.”
2.10 De Inspecteur heeft belanghebbende op 1 februari 2007 een toelichting bij de uitspraak op bezwaar gezonden. In deze brief heeft de Inspecteur belanghebbende aangekondigd, dat hij de vergrijpboeten van 25% zal handhaven, omdat geen suppletieaangiften zijn ingediend. De vergrijpboete van 50% die ziet op de voorbelasting van de Citroën Saxo zal hij vernietigen en de vergrijpboete van 50% die ziet op de voorbelasting van de Mercedes zal hij verminderen tot 25%, waarover hij het volgende heeft opgemerkt:
“Blijft staan dat het kenteken op het koopcontract niet matcht met de omschrijving van het gekochte. Hiernaast heeft belastingplichtige niet volledig aan zijn verplichtingen voldaan (niet overleggen aan- en verkoopfacturen). Dit is hem ernstig te verwijten Er is er sprake is van grove schuld.”