ECLI:NL:GHLEE:2012:BV1298
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Recht op zelfstandigenaftrek en urencriterium voor belastingplichtige over 2006 en 2007
In deze zaak gaat het om de vraag of de belanghebbende recht heeft op zelfstandigenaftrek voor de jaren 2006 en 2007, en of hij voldoet aan het urencriterium. De belanghebbende, werkzaam als vestigingsleider en eigenaar van een restaurant, heeft aanslagen in de inkomstenbelasting ontvangen voor de jaren 2006 en 2007. De inspecteur heeft deze aanslagen gehandhaafd, waarop de belanghebbende in beroep is gegaan bij de rechtbank Leeuwarden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep instelde.
De belanghebbende stelt dat hij in de jaren 2006 en 2007 meer dan 1225 uren aan zijn onderneming heeft besteed, en dat hij recht heeft op zelfstandigenaftrek. De inspecteur betwist dit en stelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan het urencriterium voldoet. Het Hof oordeelt dat de belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij aan het urencriterium voldoet. Het door hem overgelegde urenoverzicht is te globaal en niet controleerbaar.
Daarnaast beroept de belanghebbende zich op het vertrouwensbeginsel, stellende dat hij op basis van eerdere communicatie met de belastingdienst mocht vertrouwen op zijn recht op zelfstandigenaftrek. Het Hof wijst dit beroep af, omdat de omstandigheden in 2006 zijn gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren. Het Hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De belanghebbende kan binnen zes weken na de uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.