ECLI:NL:GHLEE:2012:BV6712
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar aanslag inkomstenbelasting 2005
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2005 niet-ontvankelijk heeft verklaard. De belanghebbende, geboren op 9 augustus 1984, heeft in 2005 een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 78.415. De Inspecteur heeft een aanslag opgelegd en deze op 14 februari 2008 verzonden naar het laatst bekende adres van belanghebbende. Belanghebbende heeft echter gesteld dat hij deze aanslag niet heeft ontvangen, omdat deze naar een oud adres was verzonden. Hij heeft de Inspecteur op 14 januari 2008 op de hoogte gesteld van zijn adreswijziging, maar de Inspecteur betwist de ontvangst van deze brief.
De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep is gegaan. Het Hof heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen de aanslag op 27 maart 2008 eindigde, en dat belanghebbende niet binnen deze termijn bezwaar heeft gemaakt. Belanghebbende stelt dat de bezwaartermijn pas is aangevangen na ontvangst van de aanslag op of omstreeks 8 september 2008, maar het Hof oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij tijdig een adreswijziging heeft doorgegeven. Het Hof concludeert dat de Inspecteur niet verantwoordelijk is voor de onjuiste adressering en dat belanghebbende niet zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is bezwaar heeft gemaakt.
Uiteindelijk oordeelt het Hof dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Beide partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.