ECLI:NL:GHLEE:2012:BW4174
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontneming van de schone lei van een schuldenaar wegens verzwijging van inkomsten door kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 16 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontneming van de schone lei van de appellante, die in een schuldsaneringsregeling zat. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder op 21 december 2011 het verzoek van de geïntimeerde, een schuldeiser van de appellante, toegewezen om de schone lei van de appellante te ontnemen op basis van artikel 358a van de Faillissementswet (Fw). De rechtbank oordeelde dat de appellante haar schuldeisers had benadeeld door inkomsten van haar meerderjarige kinderen te verzwijgen tijdens de schuldsaneringsregeling. De appellante had geen kostgeld van haar kinderen gevraagd, terwijl zij wisten dat deze kinderen inkomen uit arbeid genereerden.
In hoger beroep heeft de appellante het vonnis van de rechtbank bestreden, maar het hof heeft de argumenten van de rechtbank onderschreven. Het hof stelde vast dat de appellante op de hoogte had moeten zijn van haar verplichtingen in het kader van de schuldsaneringsregeling en dat zij had moeten melden dat haar kinderen inkomsten hadden. Het hof concludeerde dat de benadeling van de schuldeisers door het verzwijgen van deze informatie zo significant was dat het rechtvaardigde om de schone lei te ontnemen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en wees ook het verzoek van de geïntimeerde om vergoeding van proceskosten af.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het naleven van verplichtingen door schuldenaren in een schuldsaneringsregeling. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en de appellante in het ongelijk gesteld, wat betekent dat de ontneming van de schone lei standhoudt.