ECLI:NL:GHLEE:2012:BW4853

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
1 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.032.351-01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een overeenkomst tot grondverkoop afhankelijk van gemeentelijke besluitvorming

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep van Mega Projecten B.V. tegen de gezamenlijke erven van een overleden partij. Mega had grond gekocht met de verwachting dat een bouwvergunning zou worden verleend, maar de gemeente had geen beslissing genomen over deze vergunning. Het hof oordeelde dat Mega niet mocht verwachten dat de grond zonder gemeentelijke besluitvorming beschikbaar zou blijven. De overeenkomst bevatte een lacune die moest worden aangevuld door de redelijkheid en billijkheid. Het hof concludeerde dat, gezien de omstandigheden, het recht op levering van de grond was komen te vervallen. De grieven van Mega werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank. Mega werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

Uitspraak

Arrest d.d. 1 mei 2012
Zaaknummer 200.032.351/01
(Zaaknummer rechtbank: 58010 / HA ZA 06-541)
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de tweede kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Mega Projecten B.V.,
gevestigd te Almelo,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Mega,
advocaat: mr. W.H.C. Bulthuis, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
1. [geïntimeerde 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [geïntimeerde 1],
2. [geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [geïntimeerde 2],
3. gezamenlijke erven van [geïntimeerde 3],
laatstelijk wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerden],
advocaat: mr. P.J. de Booij, kantoorhoudende te Almere,
De inhoud van het tussenarrest d.d. 10 januari 2012 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Naar aanleiding van het genoemde tussenarrest heeft op 19 maart 2012 een comparitie van partijen plaatsgehad waarvan proces-verbaal is opgemaakt, en waarbij van de zijde van [geïntimeerden] een akte houdende producties is overgelegd. Hierna is bepaald dat - op basis van de ten behoeve van de zitting toegezonden processtukken - opnieuw arrest zal worden gewezen.
De verdere beoordeling
Opnieuw naar aanleiding van grief III
1. In het arrest van 10 januari 2012 heeft het hof overwogen dat Mega niet mag verwachten dat de nog niet geleverde grond zonder gemeentelijke besluitvorming tot in lengte van dagen voor haar beschikbaar blijft. Bij gebrek aan enige bepaling die voor die situatie een regeling treft, bevat de overeenkomst wat dat aangaat een lacune. Die zal door de werking van de redelijkheid en billijkheid moeten worden aangevuld. Het hof voegt daaraan toe dat aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden beoordeeld of de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat het recht op levering inmiddels is komen te vervallen.
2. Aan de overeenkomst tussen partijen ligt ten grondslag het daarin tot uiting gebrachte voornemen van Mega het gekochte te gebruiken als bouwgrond ten behoeve van de woningbouw, terwijl het tijdstip van levering van het gekochte afhankelijk is gesteld van gemeentelijke besluitvorming die realisering van dit voornemen mogelijk maakt. Ter comparitie hebben beide partijen echter het standpunt ingenomen dat besluitvorming binnen de gemeente op 12 december 2011 over de toekomst van Delftlanden II en III ertoe heeft geleid dat geen reëel uitzicht meer bestaat op de voor die bouw noodzakelijke bestemmingswijziging. Daarmee is elk reëel vooruitzicht op de mogelijkheid van woningbouw ter plaatse komen te vervallen. Reeds om die reden kan een levering op afzienbare termijn niet worden afgedwongen. Dat betekent dat de vorderingen van Mega, voor zover in hoger beroep gehandhaafd, stranden. Grief III faalt.
3. Voor de beoordeling van het geschil is niet relevant of (en, zo ja, wanneer) Mega al op enig moment voorafgaand aan deze besluitvorming geen beroep meer toekwam op uitvoering van de overeenkomst.
De overige grieven
4. De grieven IV en V van Mega delen het lot van grief III en behoeven geen nadere bespreking.
Conclusie
5. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. Mega zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van dit hoger beroep (tariefgroep II, 6 punten).
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Mega in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerden] tot aan deze uitspraak op € 313,00 aan verschotten en € 5.364,00 aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. M.W. Zandbergen, voorzitter, B.J.H. Hofstee en
F.J. Streppel, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 1 mei 2012 in het bijzijn van de griffier.