1.1 Aan belanghebbende is voor het jaar 2003 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 80.046 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.461. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 4.195. Bij beschikking is een vergrijpboete opgelegd van € 4.759.
1.2 Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het belastbare inkomen uit werk en woning voor het jaar 2003 verminderd tot € 78.439 en de heffingsrente verminderd tot € 4.011. Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen en de boete zijn bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd.
1.3 Aan belanghebbende is voor het jaar 2004 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 74.203 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.419. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 2.800.
1.4 Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag alsmede de beschikking heffingsrente voor het jaar 2004 gehandhaafd.
1.5 Aan belanghebbende is voor het jaar 2005 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 99.355 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.192. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 5.671.
1.6 Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het belastbare inkomen uit werk en woning voor het jaar 2005 verminderd tot € 97.581 en de heffingsrente verminderd tot € 5.547. Het belastbare inkomen uit sparen en beleggen is bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd.
1.7 Belanghebbende is tegen deze uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 20 november 2010, verzonden op 31 december 2010, gegrond verklaard. Voor het jaar 2003 heeft de Rechtbank de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, de navorderingsaanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 73.800, en de vergrijpboete verminderd tot 11,25% van de aldus verminderde navorderingsaanslag. Voor het jaar 2004 heeft de Rechtbank de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.771. Voor het jaar 2005 heeft de Rechtbank de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.407. De Rechtbank heeft in de drie zaken voorts de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende alsmede gelast dat de Staat het griffierecht aan belanghebbende vergoedt.
1.8 Zowel de Inspecteur als belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Beide partijen hebben een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een reactie op het verweerschrift van de Inspecteur ingediend.
1.9 Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
1.10 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2012 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en A, als de gemachtigde van belanghebbende. Namens de Inspecteur was B aanwezig, bijgestaan door C en D.
1.11 Ter zitting hebben partijen overeenstemming bereikt. Het onderzoek ter zitting is vervolgens geschorst. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
1.12 Het Hof heeft van de gemachtigde van belanghebbende een brief ontvangen gedagtekend 29 mei 2012. Bij deze brief is een door beide partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst gevoegd waarbij partijen hun ter zitting van 26 april 2012 bereikte overeenstemming cijfermatig hebben uitgewerkt. Deze brief en de bijlagen rekent het Hof tot de gedingstukken. Partijen hebben ingestemd met het achterwege laten van een nadere zitting, waarna het Hof het onderzoek heeft gesloten.